• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Tapkamer klpd grootste van europa

    Centrale Tapkamer grootste van Europa

    Duizend Taps Tegelijk

    uit Corps Courant nr 8, 15 april 2000

    DRIEBERGEN – Op 3 maart opende J. van den Heuvel, directeur Opsporingsbeleid van het ministerie van Justitie de zogenaamde ‘tapkamer special’ bij de DTOO in Driebergen. In dit centrum kunnen bijzondere communicatienetwerken worden afgetapt om informatie voor strafrechtelijk onderzoek te krijgen. De opening van de ‘tapkamer special’ volgt op een proef van een jaar.

    Sinds 1997 beschikt het KLPD over een gezamenlijk tapcentrum. Deelnemers zijn de Bijzondere Opsporingsdiensten, de Rijksrecherche en de meeste recherche-onderdelen van het KLPD. Nieuwe participant is de politieBrabant Zuid-Oost.
    Korpschef Raeven en korpschef De Wijs, tekenden tijdens de opening van de ‘tapkamer special’ op 3 maart 2000 een convenant om de samenwerking te bekrachtigen.

    Grote potentie

    De centrale tapkamer, waar naast de vaste en mobiele telefoonnetten nu ook vrijwel alle bijzondere ommunicatienetwerken kunnen worden afgetapt, is de grootste ter wereld. Met een maximale technische capaciteit van 1000 tapsgelijktijdig en de aanwezige high tech-voorzieningen, heeft het centrum een hoge potentie, die de hele Nederlandse politie ten goede kan komen.Het streven van de ministeries BZK en Justitie is om op termijn heel Nederland te dekken met eenbeperkt aantal centrale tapfaciliteiten.

    Stormachtige ontwikkeling

    ” Een logische ontwikkeling,’ vindt Peter Nuijten, hoofd van de afdeling Geleiding opsporingsinformatie bij de DTOO. “Op dit moment zijn in Nederland 39 tapcentrales operationeel, verspreid over de politieregio’s. Het wordt echter steeds moeilijker om al die centrales goed te beheren en voortdurend de kwaliteit hoog te houden. De stormachtige ontwikkelingen in de ICTsector vragen meer inspanningen op het gebied van beheer en een grotere know-how. Ook moeten tapfaciliteiten voortdurend tec nisch worden aangepast. Het spreekt voor zich dat dit met minder centra eenvoudiger en efficienter kan dan bij 39 tapcentrales.”

    Facilitaire functie

    Een van de eerste regio’s die de meerwaarde van de landelijke voorziening heeft onderkend is de politie Brabant Zuid Oost. “Directe aanleiding om samenwerking met het KLPD aan te gaan, was het feit dat we moesten investeren in een nieuw systeem voor de tapkamer”, aldus Bert Talens van de politieregio Brabant Zuid Oost. .Op dat moment zijn we ons gaan bezinnen op de vraag wat het voordeel zou zijn van het uitbesteden van deze taken aan de DTOO. Het werd voor ons steeds moeilijker om zelfstandig een tapcentraIe te beheren, zowel qua personeel alsqua inhoudelijke expertise. Als groot voordeel van de DTOO zien wij dat daar veel technische know-how aanwezig is. We hebben nu geen omkijken meer naar de techniek en de rechercheurs die over de verkregen informatie moeten beschikken, hoeven ook niet langer zelf back-ups te maken. Zij kunnen zich nu meer op de inhoud van de informatie concentreren. Al met al zijn we zeer tevreden over de samenwerking met DTOO.” Nuijten voegt toe: .,Onze functie is op dit gebied zuiver facilitair. Wij verzorgen de technische en organisatorische werkzaamheder die komen kijken bij het onde scheppen van gesprekken, berichten en dataverkeer. Daarnaast zorgen we ervoor dat degegevens tijdig en in goede kwaliteit terechtkomen bij de aanvragers in de regio. Zo kunnen zij hun werk optimaal doen.’