• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Voor de RID is Griekenland ook een gevaar

    Je bent een kraker of liever gezegd je woont in een kraakpand. Je staat netjes de media te woord over het pand waar je in woont. Gewoon omdat het je huis is, maar ook omdat het pand een cultuurhistorische waarde heeft. Je bent niet heel actief in de kraakbeweging, je woont prettig en je pand wordt wel eens gebruikt door actiegroepen. Niets crimineels, niets vreemds of verdachts, maar toch zul je er rekening mee moeten houden dat de politie je gaat lastig vallen. Dat overkwam Evert in Utrecht.
    Daags na een artikel in een lokaal blad over zijn kraakpand begin 2011 werd hij gebeld op zijn mobiel. Of hij even op het hoofdbureau van politie wilde verschijnen. Nee, hij werd van niets verdacht, maar moest wel even komen. Niets te vrezen, maar de agent in kwestie, dhr. Martin Veerkamp, bleef wel aandringen. Het is onduidelijk of de naam van de agent zijn echte naam is. Hij zei dat hij van de inlichtingendienst van de politie was, de Regionale Inlichtingendienst van de regiopolitie Utrecht (RID Utrecht). Dhr. Veerkamp is 1 meter 75, tenger, blank, heeft lichtbruin krullend haar en is rond de dertig jaar oud.

    Tijdens het gesprek, dat op het hoofdbureau van politie plaatsvond, werd Evert gevraagd naar de Utrechtse kraakbeweging en het beleid van de Utrechtse politie, de nieuwe kraakwet en geweld. Evert werd gevraagd naar zijn mening over de onderwerpen en of hij zich zou verzetten tegen de ontruiming van zijn pand. Verzet tegen de uitzetting uit zijn woonhuis, voor de duidelijkheid. Waarom Evert niet via officiële weg werd uitgenodigd is niet duidelijk. “Geachte Evert, wij willen u uitnodigen voor een openbaar gesprek over de Utrechtse politie en haar houding ten opzichte van de kraakbeweging en over uw mening om uit uw huis te worden gezet,” zou normaal zijn, maar dhr. Veerkamp wilde graag een gesprek onder vier ogen, niet openbaar, maar privé. Evert mocht niet doorvertellen dat hij met Veerkamp gesproken had, maar waarom dan niet?

    Privé en gewoon een gesprek voor de agent. Niet voor Evert die vrienden waarschuwde omdat hij dacht niet zo snel terug te komen. Logisch, kraken is strafbaar en sommige gemeenten reageren nogal gespannen. Het woord informant werd niet genoemd door de agent, maar Evert had wel de indruk dat het gesprek daar op aanstuurde. Evert werd namelijk ook gevraagd naar anderen, of hij bepaalde mensen kende, wist hoe het er in andere kraakpanden aan toe ging. Duidelijk met de bedoeling te vissen naar de bereidheid van Evert om te praten.

    Is Evert op zijn zwijgrecht gewezen? Is hem te verstaan gegeven dat hij ook een advocaat kan inroepen? Nee, in de schimmige wereld van inlichtingenoperaties is alles geoorloofd. Veerkamp was vooral geïnteresseerd in eventuele mensen die ontruimd waren en daardoor geen dak boven hun hoofd meer hadden. Hadden die bij Evert om onderdak gevraagd? Een vaag gesprek waarbij de agent zijn kaarten zorgvuldig voor zich hield. Hij leek geïnteresseerd in bepaalde activiteiten die in het pand van Evert plaatsvonden, zoals vergaderingen van een groep met de naam Griekenland is Overal. De vragen waren echter niet zo specifiek dat Evert het idee had dat Veerkamp daar op dit moment erg in geïnteresseerd was. Het gesprek was duidelijk bedoeld als een verkenning van de bereidheid van Evert om in de toekomst mee te werken.

    Het verhoor was goed voorbereid door Martin Veerkamp. Hij wist dat Evert betrokken was bij bepaalde kraakacties en een aangifte had gedaan. Er was duidelijk een dossier over hem. Op grond waarvan die informatie over Evert is verzameld is onduidelijk, naar alle waarschijnlijkheid omdat Evert ooit een actief kraker was. Kraken was toen echter nog niet verboden. Bij een benadering gaat het niet om een officieel verhoor waarbij je op je rechten wordt gewezen. Feit is echter wel dat je verhoord wordt over wat je weet. Zo ook Evert die gevraagd werd naar andere kraakpanden en medeactivisten zonder dat duidelijk was waarvoor het gesprek diende. Niet het welzijn van Evert, dat was duidelijk, wel de informatiepositie van de Utrechte politie.

    Evert is niet de echte naam van de hoofdpersoon in dit verhaal