• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • De menselijke camera

    Erik Timmermans
    Petra Bouwknegt

    Ravage #8
    11 juni 2004

    Gezichtsherkenning, biometrische vinger- en irisafdrukken, zelfdenkende camera’s met agressiedetectors. De technieken om voertuigen en personen te kunnen traceren lijken door de digitalisering van de samenleving onbegrensd. Buro Jansen & Janssen zet de nieuwste ontwikkelingen op een rijtje.

    In 1999 was Ede de eerste gemeente die cameratoezicht in de openbare ruimte introduceerde. In korte tijd beleefde deze vorm van toezichthouden een ware ‘boost’. Tientallen gemeenten besloten cameratoezicht in te voeren, met name in de uitgaansgebieden.

    De laatste tijd lijkt daar de rek een beetje uit. De systemen kosten veel geld en aantoonbare resultaten – meer arrestaties, minder overlast, mensen voelen zich veiliger – worden veelal niet gehaald.

    Dit wil echter niet zeggen dat de ontwikkelingen op cameragebied stilstaan. Hoewel een groot deel nog in de kinderschoenen staat, is het goed om alvast te weten wat we mogelijk nog kunnen verwachten de komende jaren.

    Trajectcontrole

    In december 2001 voorspelden topfunctionarissen van het Tispol, het Europese Verkeers Politie Netwerk, dat binnen een aantal jaren het Europese wegennet voorzien zou zijn van digitale meetpunten waarbij volautomatische camera’s overtreders dag en nacht konden signaleren en bestraffen.

    Zo snel lijkt het niet te gaan. Toch zijn de eerste stappen in Nederland inmiddels gezet. In september 2002 werden bij Apeldoorn negen camera’s geplaatst over een lengte van dertien kilometer asfalt. Op een aantal portalen worden van de voertuigen de kentekens en het tijdstip van betreding van het wegdek geregistreerd.

    Bij het verlaten van de snelweg gebeurt hetzelfde. Met dwingende borden wordt ondertussen de maximum snelheid aangegeven. De gemiddelde snelheid wordt per voertuig bij het verlaten van de snelweg uitgerekend en overtreders krijgen de boete thuisgestuurd. Dit om het harmonica-effect dat files veroorzaakt te bestrijden.

    Een jaar later werd met veel bravoure de verkeerscentrale Noord- en Oost-Nederland met 24 camera’s in gebruik genomen. In 2007 moet deze verkeerscentrale met 370 camera’s in totaal 125 kilometer snelweg controleren. Ook op andere wegen zijn inmiddels camera’s geplaatst waarmee trajectcontrole wordt uitgevoerd.

    Catchken

    Eind december 2003 meldt de Amsterdamse hoofdcommissaris Kuiper verheugd dat hij met camera’s de ‘poorten van de stad’ controleert. Ongewenste figuren zouden zo niet meer zonder aandacht van de politie de stad in kunnen glippen. Het blijkt om een pilot te gaan, genaamd Catchken, een mobiel systeem dat razendsnel kentekens leest en koppelt aan bepaalde bestanden.

    Zaken als wegenbelastingontduiking, voertuigen waar veelvuldig overtredingen mee worden gemaakt en gestolen of ontvreemde auto’s kunnen met de Catchken worden herkend. Het is een mobiel systeem waarbij een digitale camera aan een laptop wordt gekoppeld die zich in een politiebusje langs de snelweg bevindt.

    In Londen, waar collega’s van Kuiper de stad barstensvol met camera’s hangen, is sprake van een tolsysteem waarbij auto’s zonder vergunning niet zonder torenhoge boetes de stad in kunnen rijden. Hier staan 320 camera’s op de Londense toegangswegen gericht, gelinkt aan een database met kentekens. Er is veel kritiek op het systeem, onder meer omdat het teveel de privacy van mensen zou aantasten.

    Agressiedetector

    Een van de nieuwste ontwikkelingen die men de laatste paar jaar test, is het toepassen van ‘intelligentie’ in camera’s. Een intelligente camera denkt als het ware zelf. Het voordeel hiervan is dat de mensen achter de monitoren die alle beelden in de gaten moeten houden, ontlast worden.

    Zodra de camera zelf signaleert dan hoeft een observant niet de hele tijd zijn aandacht over (te)veel verschillende monitoren te verdelen. TNO in Delft verrichtte het voornaamste onderzoek met deze zogenaamde ‘slimme’ camera’s. Zo deed men proeven met een ‘agressiedetector’, waarmee een camera agressief gedrag leert te onderscheiden.

    Een voorbeeld van ‘agressief gedrag’ waarmee TNO experimenteerde, is het overhandigen van een koffer op een parkeerterrein. Dit zou de camera als zijnde verdacht gedrag moeten herkennen en moeten melden aan de controlekamer. Maar ook een auto die rondjes rijdt op een bepaalde plek, bijvoorbeeld voor een bank, gedraagt zich kennelijk verdacht. Momenteel doet de Amsterdamse politie ‘ergens in Amsterdam’ een vergelijkbare proef op een parkeerterrein.

    Samen met de NS voerde TNO enkele jaren geleden het project Devasta (detectie van verdachte activiteiten op stations) uit. Een ‘zelfdenkende’ camera die een seintje geeft als er iets gebeurt dat niet ‘normaal’ is. Dat leek de NS wel een goed idee.

    Veel verder dan het stadium van proefprojecten lijken de slimme camera’s vooralsnog niet te komen. Dit zou wel eens met de dominante positie van beveiligingsbedrijven te maken kunnen hebben. Naast het leveren van camerasystemen leveren zij ook vaak de mensen achter de monitoren. Uit financieel oogpunt bezien hebben zij niet echt de behoefte aan minder personeel achter de beeldschermen.

    Rijpatroon

    Op 11 mei jl. werd, na een proef van ruim een jaar, op het bedrijventerrein Veluwsekant Oost in Almere het ‘Vroegtijdig Waarschuwings Systeem’ in gebruik genomen. Het systeem is bedoeld om de beveiliging van bedrijventerrein te verbeteren.

    Bij de in- en uitgangswegen van het terrein staan camera’s opgesteld, die het kenteken van een auto vastleggen die het terrein oprijdt. Vervolgens wordt de route van deze auto gevolgd met behulp van sensoren onder het wegdek. In de meldkamer volgt men het rijpatroon op de voet.

    Deze techniek is afgeleid van een systeem om vliegtuigen te volgen op een radarsysteem. Vertoont een automobilist ‘verdacht’ gedrag (rondjes rijden, langzaam rijden, constant keren e.d.) dan kan er een surveillant op af worden gestuurd om eens een kijkje te nemen.

    In een vergelijkbaar project dat wordt uitgevoerd op het bedrijventerrein Molenwetering in Alphen aan den Rijn worden kentekens vergeleken met een database die door de politie beschikbaar wordt gesteld. In deze database liggen ‘verdachte’ of gestolen geregistreerde kentekens opgeslagen.

    Gezichtsherkenning

    De techniek waar momenteel het meest aan gewerkt wordt, en waar we in de toekomst waarschijnlijk veel mee te maken zullen krijgen, is gezichtsherkenning. Elk gezicht heeft unieke kenmerken, bijvoorbeeld de afstand tussen ogen, neus en mond.

    Het idee is dat je je gezicht voor een camera houdt, waarna het apparaat het ‘scant’. De gegevens die hieruit te voorschijn komen, kunnen worden vergeleken met gegevens uit een database. Naast een scan van je gezicht kan dit ook worden gedaan van je oog-iris of netvlies.

    Verschillende clubs uit het betaalde voetbal hebben inmiddels proeven gedaan met gezichtsherkenning. Zo loopt er momenteel een proef bij ADO Den Haag en rondde PSV er in maart een af. Deze proeven zijn vooral gericht op het herkennen van supporters met een stadionverbod. Foto’s van deze supporters worden in een database opgeslagen.

    Beelden van supporters op de tribunes worden doorgestuurd naar een computer die ze vergelijkt met de foto’s uit de database. Bij de proef pikten de camera’s in negen van de tien gevallen de proefpersonen (‘hooligans’) er uit. PSV is nu in onderhandeling met het bedrijf Logica CMG over definitieve aanschaf van het systeem.

    Ook de voetbalbond KNVB is zeer geïnteresseerd in het systeem. De bond bestudeerde eerder al het veiligheidssysteem bij de Olympische Spelen in Salt Lake City in februari 2002. Bij deze Spelen werd gebruik gemaakt van het systeem ‘FaceTrac’. In zeer korte tijd identificeerde de computer duizenden mensen bij de toegangspoorten.

    Biometrie

    Er zijn tevens plannen om gezichtsherkenning toe te passen in combinatie met het gebruik van het nieuwe paspoort. Het Nederlandse paspoort zou dit jaar al een chip met biometrische kenmerken bevatten.

    In mei 2003 besloot de International Civil Aviation Organization, dat gezichtsherkenning het meest betrouwbare biometrische identificatiemiddel is. Vervolgens maakten de VS kenbaar dat vanaf 2004 alleen buitenlanders in bezit van een paspoort met gelaatsherkennings-chip zonder visum het land kunnen bezoeken.

    In de praktijk blijkt gelaatsherkenning echter nog altijd onnauwkeurig te functioneren. Daarom hebben EU landen besloten ook een vingerafdruk als tweede biometrische kenmerk toe te voegen aan het paspoort.

    Ondertussen gaan de experimenten met gezichtsherkenning, iris-identificatie en netvliesscans wel gewoon door. Zo werd er vanuit Binnenlandse Zaken een proefproject uitgevoerd waarbij vluchtelingen in een procedure met behulp van een irisscan aan hun meldingsplicht konden voldoen.

    Irisscan

    Ook wordt er geëxperimenteerd met de netvlies-scan, waarbij 400 plekken op het netvlies worden gemeten. Hierbij geldt echter dat mensen met een bepaalde oogziekte of ernstig oogletsel hieraan niet kunnen deelnemen. Bovendien is het laten maken van een netvliesscan veel ingrijpender dan van de iris.

    De irisscan wordt als betrouwbaar ervaren, maar komt niet op een officieel Nederlands reisdocument te staan. Er is maar één fabrikant die iris- of netvliescanners maakt en deze heeft zijn product beschermd met octrooien: daar willen de meeste landen niet afhankelijk van zijn. In Nederland worden vanaf augustus in zes verschillende gemeenten proeven gehouden met biometrische kenmerken (gelaats- en vingerscan) in paspoorten en identiteitsbewijzen.

    Vliegveld Schiphol heeft in samenwerking met Joh. Enschede (de gelddrukker van Nederland) het systeem Privium ontwikkeld. Reizigers die vaak het vliegtuig nemen, kunnen nu met een pasje met daarop hun irisgegevens lange wachtrijen bij de douane omzeilen en, als ze iets meer betalen, ook nog lekker dicht bij het vliegveld parkeren.

    Schiphol geeft hoog op van alle gemakken die de irissan de reiziger biedt. Niet de douane maar Schiphol controleren de pasjes. Mocht er iets mis zijn, dan wordt de douane erbij gehaald. Zo wordt een deel van de grenscontrole geprivatiseerd.

    Voorlopig lijkt het gebruik van gezichtsherkenning met name bruikbaar als toegangscontrole, bijvoorbeeld bij goed beveiligde gebouwen of voetbalstadions. Ook als grenscontrole lijkt het toekomst te hebben. Het zal nog wel wat voeten in de aarde hebben, maar met de ‘oorlog tegen het terrorisme’ als duwtje in de rug, is het opnemen van gezichtskenmerken (en andere biometrische gegevens) in paspoorten slechts een kwestie van tijd.

    Spotting

    Of het ook zo ver komt dat camera’s willekeurig personen op straat kunnen ‘herkennen’ is moeilijk te zeggen. Wel is duidelijk dat het momenteel nog niet zo ver is. Dat bleek bijvoorbeeld in de Amerikaanse stad Tampa. Als een van de eerste plekken in de wereld deed men daar een proef met het gebruik van gezichtsherkenningssoftware in de openbare ruimte.

    In de zomer van 2001 hing men enkele tientallen camera’s in een buurt om criminelen te herkennen en op te pakken. De burgerrechtenorganisatie ACLU kreeg inzage in de resultaten van het project. Hieruit bleek dat het programma Face-IT nagenoeg onwerkbaar was. Het zat vol met foutmeldingen, het onderscheidde nauwelijks mannen van vrouwen en uiteindelijk werd er in de maanden dat het systeem operationeel was geen enkele arrestatie verricht op basis van gezichtsherkenning. Het project werd dan ook enkele maanden na aanvang weer stopgezet.

    Duidelijk is dat de ontwikkelingen op het gebied van cameratoezicht nog lang niet tot stilstand zijn gekomen. De roep om een ‘veiligere samenleving’ zal hier zeker aan meewerken. Er valt ook domweg geld te verdienen aan camerasystemen. Tegelijkertijd moet gezegd worden dat een hoop ‘uitvindingen’ nogal ten onrechte de hemel in worden geprezen.

    Gevaarlijker zijn de experimenten om mensen met een camera uit een menigte te plukken en te volgen. Dat dit soort proeven vooralsnog niet echt succesvol zijn, is beslist geen reden tot gerustheid. Al helemaal niet omdat ze over het algemeen in alle stilte worden uitgevoerd.

     

    Biometrisch proefpaspoort

    Zes steden nemen vanaf 1 september deel aan een experiment met biometrische kenmerken in het paspoort. Een aantal inwoners krijgt een proefpas met gelaatsherkenning en een vingerafdruk. De proef, die wordt gehouden in Utrecht, Groningen, Apeldoorn, Almere, Eindhoven en Rotterdam, duurt een half jaar en moet inzicht geven in de bruikbaarheid van biometrie in het paspoort.

    Van vrijwilligers die meedoen aan het experiment wordt een gezichtsscan gemaakt en een vingerafdruk genomen. Die komen in een proefpaspoort, waarmee testjes worden gedaan met herkenningsapparatuur. De vrijwilligers mogen het testdocument na afloop weer afgeven. Ze kunnen er niet mee de grens over.