• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Door Buro Jansen & Janssen geselecteerd nieuws

    Wéér programma in VS dat persoonsgegevens opslaat
    NRC Handelsblad
    4 december 2006

    “Tot eind vorige week was het bestaan ervan niet bekend”, meldt Tom-Jan Meeuws. “De federale regering heeft zelf een maand geleden het bestaan van het ATS onthuld. Dat gebeurde in een nauwelijks opgemerkte formele actie op 2 november, toen het land zich concentreerde op de Congresverkiezingen vijf dagen later. Pas nadat er vorige week opnieuw aandacht was voor het programma, kwam de politiek alsnog in beweging.”

    Vreemd, want wie het artikel een beetjes doorleest merkt al snel dat de informatie die verzameld wordt, vooral de privacygevoelige reisinformatie bevat, waarover de VS en de EU toch al een hele tijd aan het onderhandelen waren. In een FAQ van de Europese Commissie werd op 12 maart 2003 uitgelegd welke gegevens aan de VS zouden worden doorgegeven. In mei 2004 werd een akkoord bereikt. De gegevens van de luchtvaartmaatschappijen moesten worden doorgegeven aan de Customs and Border Protection (CBP), hieronder valt weer het National Targeting Centre.
    Nadat het Europees Parlement een klacht had ingediend bij het Europese Hof van Justitie oordeelde dit Hof dat de doorgifte van passagiersgegevens illegaal was.

    Hoewel het NRC op 4 december 2006 melde dat de ‘de preciese aard en omvang van de verzamelde informatie nog niet duidelijk zijn’, schreef Lodewijk Ascher (de huidige loco-burgemeester van Amsterdam) al dat “Het doel van de verwerking van de gegevens is belangrijk in het kader van de proportionaliteit. Een van de bezwaren tegen de afspraken van februari 2003 was dat de gegevens konden worden gebruikt inzake ‘serious criminal offences.’ Inmiddels is dat vervangen door “terrorism and related crimes and to other serious crimes including organized crime, of a trans-national nature.’ Hoewel deze doelomschrijving preciezer is dan die in de februari afspraken, meent de artikel 29 Werkgroep dat dit nog steeds te vaag is. Daarbij wordt vooral gewezen op de ruime categorie van andere ernstige misdrijven. Vast staat dat het doel dus veel ruimer blijft dan de enge focus op de strijd tegen het terrorisme”.
    Uit zijn artikel (Een vlucht passagiersgegevens) wordt duidelijkdat het computersysteem CAPPS II het centrale punt is geworden waar de passagiersgegevens worden opgeslagen. In een uitgebreid artikel van de American Civil Liberties Union (ACLU) wordt uitstekend beschreven wat er mis met CAPS II (The Five Problems With CAPPS II). Caps II is inmiddels opgevolgd door het “Secure FlightAirline Security Program“.
    In oktober 2006 bereikte de EU een nieuw akkoord met de VS dat voorlopig tot julie 2007 zal gelden.

    Zorgwekkend is het allemaal wel, maar echt nieuw, zoals het NRC Handelsblad melde zeker niet. Kijk bijvoorbeeld ook naar de volgende, toch al wat oudere berichten, waarin het National Targeting Centre genoemd werd:

    Op 15 november 2004 melde een persbericht van de Europese Commissie dat “the US invited the EC to post liaison officers at the Customs and Border Protection (CBP) National Targeting Centre, which will further improve the exchange of information, the sharing of best practices and the refinement of common risk indicators with regard to the terrorist threat”.

    Ook in Canada werd al in juni van dit jaar in een lijvig rapport (Audit of the Personal Information Management Practices of the Canada Border Services Agency) gemeld dat “On March 9, 2005, the CBSA and the U.S. Customs and Border Protection Agency signed a MOU to facilitate the Automated Exchange of Lookouts and the Exchange of Advance Passenger Information (API). The National Risk Assessment Centre (NRAC) – examined as part of this audit – and the U.S. National Targeting Centre (NTC) jointly manage the initiative

    Homeland Security Secretary Michael Chertoff in een toespraak op 8 septembre 2006: “Assessing 100% of Cargo Entering the Country: The National Targeting Centre (NTC) provides tactical targeting and analytical research support for Customs and Border Protection (CBP) anti-terrorism efforts and currently assesses information relating to all U.S. bound cargo in order to identify, inspect and reject potentially high-risk cargo before it can enter the United States”.

     

     

    Groningen heeft wereldprimeur met agressiedetectie
    Sound Intelligence
    15 november 2006

    Het agressiedetectie systeem is vanaf vandaag officieel in gebruik genomen in de binnenstad van Groningen. De officiële ingebruikname van het systeem is een unieke gebeurtenis, omdat de stad Groningen als eerste ter wereld met deze innovatie gaat werken. Het systeem is in staat om agressie en angst te detecteren. Zodra een microfoon het geluid van agressie en/of angst ontvangt, geeft het systeem een waarschuwing aan de politiemeldkamer. De dichtstbijzijnde camera wordt geactiveerd, waarna de centralist op de meldkamer een politie-eenheid naar het incident stuurt.

    Afgelopen maandagavond heeft de zogenoemde acceptatietest plaatsgevonden. Met behulp van acteurs is het systeem getest. De resultaten waren ronduit positief, omdat het systeem optimaal heeft gefunctioneerd. De acteurs speelden vier scènes in de omgeving van alle elf opnamepunten in de binnenstad. Het agressiedetectie systeem gaf alleen een alarmsignaal af op het moment dat de acteurs een scène speelden met agressie en/of angst.

     

    Offical Report Released on Mexico’s “Dirty War”
    Government Acknowledges Responsibility for Massacres, Torture, Disappearances and Genocide
    National Security Archive
    21 november 2006

    Mexican authorities released a groundbreaking report over the weekend on the government’s use of violent repression to crush its opponents during the 1960s-80s. The National Security Archive posted the full report today on the Mexico Project Web page.
    The report by the Office of Special Prosecutor Ignacio Carrillo Prieto, named by President Vicente Fox in 2002 to investigate past human rights crimes, accuses three Mexican presidents of a sustained policy of violence targeting armed guerrillas and student protesters alike, including the use of “massacres, forced disappearance, systematic torture, and genocide.” The report makes clear that the abuses were not the work of individual military units or renegade officers, but official practice under Presidents Díaz Ordaz (1964-1970), Echeverría (1970-1976) and López Portillo (1976-1982).
    The document’s release marks the first time the Mexican government has accepted responsibility for waging a secret and illicit war against its perceived enemies. Unlike prior investigations into the Mexican “dirty war,” the Special Prosecutor’s report draws on thousands of secret records from the vaults of Mexican military, intelligence and police agencies. It traces for the first time the flow of orders from the President, the Defense Secretary and the Interior Ministry down to the soldiers and security agents in the field, and the returning flow of reports back to Mexico City. The official sources are complemented by testimonies and eyewitness accounts gathered by the investigators.

     

    Ombudsman onderzoekt handelwijze Haagse politie bij betogingen
    Ravage digitaal
    22 november 2006

    De Nationale Ombudsman neemt het optreden van de politie Haaglanden bij demonstraties onder de loep. Reden voor het onderzoek is dat zes van de tien klachten, die de ombudsman sinds 2004 ontving betrekking hebben op het korps Haaglanden.
    Het onderzoek, dat in de zomer van 2007 moet zijn afgerond, richt zich met name op de behandeling van demonstranten en op de manier waarop het korps beoordeelt of een demonstratie is geoorloofd. Signalen afkomstig van demonstranten en een advocatenkantoor vormen de aanleiding tot het onderzoek, dat ombudsman Alex Brenninkmeijer uit eigen beweging voert.

     

    AIVD onderzoekt onderzoeker
    Folia, nr 9, blz 4
    9 november 2006

    UvA-onderzoeker Jean Tillie zegt dat de AIVD hem benaderd heeft in het kader
    van zijn onderzoek naar radicale moslims. Uit onderzoek blijkt dat twee procent
    van de Amsterdamse moslims gevoelig is voor radicalisering.
    Het onderzoek is met enig mysterie omkleed. Tillie verrichtte samen met junior-
    onderzoeker Marieke Slootman een enquête onder ruim driehonderd moslims.
    Daarnaast volgde hij een kleine groep radicalen. ‘Een soort Hofstadgroep’, aldus Tillie.
    Hoe het onderzoek in zijn werk ging, wil hij niet kwijt. ‘Ik kon niet met dat groepje in contact komen. We hebben onderzoekers bereid gevonden die dat wel konden. Het waren geen infi ltranten. We hebben altijd duidelijk aangeven waar we mee bezig waren. Ik wil hier verder niks over zeggen, omdat ik die onderzoekers wil beschermen.’

     

    Gerard Bouman wordt toekomstig hoofd AIVD
    Juridisch Dagblad

    Mr. G.L. (Gerard) Bouman is voor te dragen voor benoeming tot nieuw hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Bouman treedt -om zich goed in te werken- al op 1 januari 2007 bij de AIVD in dienst, waarna op hij op 1 december volgend jaar de feitelijke overdracht zal plaatsvinden.

    Hij volgt dan het huidige AIVD-hoofd S.J. (Sybrand) van Hulst op, die dan met functioneel leeftijdsontslag gaat.

    Gerard Bouman is thans werkzaam als korpschef van de regiopolitie Haaglanden (sinds 2003). Daarvoor was hij achtereenvolgens Hoofdofficier van Justitie in Middelburg (1998-2000) en in Den Haag (2000-2003). In 1970 startte zijn loopbaan bij de toenmalige gemeentepolitie Rotterdam.

     

    RFID, veelbelovend of onverantwoord?
    Bijdrage aan de maatschappelijke discussie over RFID
    College Bescherming persoonsgegevens, oktober 2006

    RFID-toepassingen maken al geruime tijd deel uit van het dagelijks leven. Ze zijn er in vele soorten en maten. Er zijn handige toepassingen, zoals elektronische sleutels om autodeuren mee te openen of chips waarmee weggelopen huisdieren kunnen worden opgespoord. Er zijn geaccepteerde beslissingen, zoals toegangsbadges voor op het werk. Er zijn toepassingen die levensreddend kunnen zijn, zoals identificatiearmbandjes van patiënten in operatiekamers. Er zijn toepassingen die geld besparen, zoals bij het verbeteren van voorraadbeheer in de detailhandel. Er zijn toepassingen die beogen de openbare veiligheid te verhogen. Er zijn exotische toepassingen, zoals het laten implanteren van een chip om een VIP-behandeling in een uitgaansgelegenheid te verwerven.

    Er zijn toepassingen die geen noemenswaardige problemen opleveren. Er zijn er ook, die baden in een aura van onontkoombaarheid en tot intense discussie leiden, zoals bij het paspoort. Ten slotte zijn er ook toepassingen die vooral door hun onzichtbaarheid als bedreigend worden gezien en waartegen mensen heftig in het geweer komen, zoals het door middel van in kleding ingeweven chips volgen van klanten.