9 CORRUPTIE-GEVOELIGHEID VAN BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN

9.1 Inleiding

9.1.1 Achtergrond en vraagstelling

Sinds de jaren zeventig, toen bijvoorbeeld in het Amsterdamse korps werd gediscussieerd over gevallen van normafwijkend gedrag (naggen) en het verkrijgen van speciale politiekortingen (dalven) Noot , staat het onderwerp van politile corruptie regelmatig in het brandpunt van de belangstelling. In 1989 sprak bijvoorbeeld een aantal korpschefs openlijk hun bezorgdheid uit over de corruptie binnen hun eigen gelederen. Noot Hoofdcommissaris Brand van Den Haag verwoordde hun zorg als volgt: Er zijn altijd vormen van normafwijkend gedrag geweest, maar gemiddeld beperkte zich dat tot kleinere zaken. Maar waar we nu tegen aankijken, is tegen een georganiseerde criminaliteit, die meer dan in het verleden over geweldige hoeveelheden geld beschikt. En dan kun je er donder op zeggen dat er ook corruptie is binnen overheidsorganen. Je moet je realiseren dat er zoveel geld beschikbaar is dat ze proberen mensen tot echte corruptie over te halen. Ik moet helaas zeggen dat we het ook tegenkomen. Ook in politie-organisaties ontdekken we zo nu en dan dat het er is. Dat feit is op zich verontrustend. We zullen er geweldig achterheen moeten zitten. Het is nu ook dat we er soms rekening mee houden, dat wij soms dingen doen of laten omdat we weten dat corruptie in ons bedrijf niet meer is uitgesloten. Noot Het gevoelen dat politile corruptie een zeer ernstige zaak is en dat de ernst hiervan zal groeien naarmate de belangen van de geldbedragen in het criminele milieu toenemen was in maart 1990 voor de Recherche Advies Commissie (RAC) reden om een werkgroep in te stellen die onderzoek zou moeten doen naar de aard en de omvang van de corruptie binnen de politie. In 1992 verscheen het advies van Fijnaut aan deze commissie. Noot Dit advies was voor de Rechercheschool Zutphen aanleiding om op 14 oktober 1993 een studiedag te organiseren met als titel Politile corruptie in Nederland: verschijningsvormen, achtergronden en beheersingsstrategien Noot In 1991 wijdde het tijdschrift Justitile Verkenningen, dat onder andere wordt uitgegeven door het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum van het ministerie van Justitie (WODC), een themanummer aan de betrouwbaarheid van de overheid. Dit nummer stond volledig in het teken van politile corruptie, omdat het politieapparaat, door het permanente contact met de criminele wereld, kwetsbaar is en omdat de betrouwbaarheid van het politieapparaat een absolute voorwaarde vormt voor haar optreden. De Raad van Hoofdcommissarissen, waarvan een lid speciaal is belast met het onderwerp integriteit, heeft eind 1994 een overzicht laten maken van de maatregelen die in de verschillende korpsen in Nederland worden genomen ter bestrijding van politile corruptie. Noot De noodzaak voor dergelijke maatregelen werd kort geleden nog onderstreept. In het voorjaar van 1995 verschenen verschillende berichten in de pers waarin vertrouwensfunctionarissen van twee grote korpsen in Nederland stelden, dat er het een en ander grondig mis is met de integriteit bij de politie. Andere korpsen hebben deze berichten inmiddels met klem van de hand gewezen. Noot

Onderzoeksvraag

Naar wordt verondersteld, bestaat er een nauw verband tussen de georganiseerde criminaliteit en corruptie. Noot Een van de kenmerken van dit type criminaliteit, is dat er pogingen worden ondernomen om zo mogelijk corrumperende contacten te leggen met relevante overheidsfunctionarissen, aldus de nota De georganiseerde criminaliteit in Nederland: dreigingsbeeld en plan van aanpak. Noot Het Hoofd van de Rijksrecherche Amsterdam, Kuijper, beschrijft tijdens zijn openbaar verhoor een concreet voorbeeld.

De heer Rabbae:
In het kader van ons onderzoek is het interessant om van u te weten welke invloed, structureel of incidenteel, de georganiseerde criminaliteit heeft op de politie.
De heer Kuijper:
Uit eigen ervaring kan ik daar betrekkelijk weinig over zeggen. Ik kan alleen maar een gevoel vertalen. Erg veel zaken zijn er nog niet geweest, maar de zaken die er zijn geweest laten wel zien dat er

sprake was van regelrechte omkoping voor het verkrijgen van diensten van de betrokken politieman. In het onderhavige geval ging het over informatie. Ik ben er eigenlijk van overtuigd dat de georganiseerde criminaliteit het erop toelegt punten binnen de politie te krijgen waar men gebruik van kan maken. In een bepaalde zaak, die speelde in het gokhuizencircuit, was iemand gewoon platgelegd door de organisatie.

De voorzitter:
Platgelegd?
De heer Kuijper:
Corrupt gemaakt. Hij kreeg wekelijks een uitkering, varirend tussen de f.300 en f.500. Daar hoefde hij eigenlijk niets voor te doen. In het gokhuizencircuit was de verwachting dat de geldgever de intentie had om deze politieman in voorkomende gevallen te gebruiken, als dat nodig was. Dat is ook naar voren gekomen. Er is ook een veroordeling van de betrokken geldgever gekomen. Noot
In reactie op onder andere de genoemde nota, heeft de minister van Binnenlandse Zaken, in samenwerking met de minister van Justitie, een groot aantal initiatieven ontplooid, gericht op het beschermen van de openbare sector tegen inbreuken op de integriteit. Noot

Dit hoofdstuk is met name gericht op mogelijke vormen van corruptie binnen de politie. De minister van Binnenlandse Zaken schrijft in een brief aan de Kamer over dit onderwerp onder meer: Om de onkreukbaarheid, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid in politiek en bestuur te behouden is voortdurende aandacht voor de handhaving van de bestuurlijke en ambtelijke integriteit noodzakelijk. Dit geldt temeer voor de politie, gelet op de aard en ingrijpendheid van de taken en de bevoegdheden van de politie. Noot

In haar rapport Opsporing Gezocht besteedt de Werkgroep vooronderzoek opsporingsmethoden (werkgroep-Van Traa) op verschillende plaatsen aandacht aan politile corruptie. Mede naar aanleiding van de opmerkingen van een aantal van de genterviewde respondenten, stelt de werkgroep onder meer: Het parlementair onderzoek zou moeten bezien in hoeverre (de structuur van) bepaalde opsporingsmethoden gevoelig zijn voor corruptie. Tevens dient bezien te worden welke maatregelen door politie en justitie genomen worden om de corruptierisico's door het gebruik van bepaalde opsporingsmethoden te reduceren. Noot De werkgroep benadrukt dat het haar met name gaat om de aard van het verschijnsel. Ze ziet geen aanleiding een verdergaand onderzoek naar de omvang van corruptie binnen politie en justitie te entameren. In dit hoofdstuk staat de volgende vraag centraal:

Welke corruptierisico's bestaan er ten aanzien van (de organisatie van) opsporingsmethoden bij met name de beheersing en de bestrijding van de, georganiseerde criminaliteit?
Welke opsporingsmethoden met name zullen worden bekeken, en wat in dit onderzoek onder corruptie wordt begrepen, zal hierna verder worden toegelicht (9.1.2). De centrale onderzoeksvraag zal worden beantwoord aan de hand van een aantal concrete casus. Deze zijn gebaseerd op de literatuur en op afgeronde onderzoeken door de Rijksrecherche. De casus geven een beeld van verschillende corruptie-risico's die met de desbetreffende methode zijn verbonden. Er worden ook gevallen beschreven waarin van daadwerkelijke corruptie niet is gebleken, maar die desondanks wel inzicht bieden in een aantal gevoelige plekken van een opsporingsmethode. In dit hoofdstuk zullen nadrukkelijk geen uitspraken worden gedaan over de spreiding of de omvang van de beschreven corruptie-risico's in Nederland.

9.1.2 Definiring kernbegrippen

Politile corruptie

De term corruptie heeft een zware lading en leent zich daarom gemakkelijk voor een breed gebruik. Dit hoofdstuk is gebaat bij een scherpe definitie van het begrip. Het recht verstaat onder corruptie onder meer het aannemen of opeisen van giften en beloften door ambtenaren van derden, met het oog op een voor die derde gunstig ambtelijk optreden. Noot In de bestuurskunde is corruptie wel beschreven als: bewust besluitvormingsgedrag bij de bekleder van een openbare positie, waarbij zich een illegitieme ruiltransactie voordoet, die verbonden is met ongeoorloofde loyaliteiten, dat wil zeggen die ten goede komt aan ongeoorloofde belangen. Noot Hierna staan verschillende vormen van politile corruptie centraal. Naast (strafrechtelijke) veroordelingen voor bijvoorbeeld omkoping of valsheid in geschrifte, zijn vele voorbeelden denkbaar die op een of andere manier te maken hebben met laakbaar gedrag door politieambtenaren varirend van bijvoorbeeld het achterhouden van inbeslaggenomen horloges tot een hoge politiefunctionaris
die van een gokhuisexploitant een reisje naar het Verre Oosten accepteert. Ook het laten lekken van vertrouwelijke politieinformatie wordt in dit verband vaak genoemd, bijvoorbeeld in het openbaar verhoor van Bovenkerk waarin hij verslag doet van de bevindingen van zijn onderzoek naar de georganiseerde criminaliteit in Amsterdam:

De heer Bovenkerk:
(...) Er is iemand die al een tijd lang in de binnenstad van Amsterdam dienst doet als rechercheur, een hele goeie. Dat is heel merkwaardig, degenen die het betreft, worden door hun collega's in veel gevallen als hele goeie gezien. Zulke mensen zijn wellicht ook aantrekkelijk voor de georganiseerde misdaad. Maar in ieder geval is er iemand geregeld waargenomen in een caf buiten Amsterdam waar leden van een criminele organisatie komen. Die geeft daar tips, bijvoorbeeld over lopend onderzoek. Dat is een duidelijk geval. Er is ook iemand die al heel lang meesjouwt in de binnenstad, op de Wallen, die gedreven wordt door een zekere seksuele obsessie en die nu in dienst is getreden van een groot escortbedrijf dat dingen doet die eigenlijk niet behoren en dat om die reden ook vaak voorwerp van onderzoek door de politie is. Welnu, voordat de politie een inval doet, geeft hij een tip en de politie treft een leeg escortbureau aan.
De voorzitter:
Is dat ook relevant voor ons onderzoek?
De heer Bovenkerk:
Dat zou ik wel zeggen, want degene om wie het gaat, is iemand met grote criminele antecedenten en met vertakkingen in allerlei organisaties. Een ander voorbeeld: iemand is bevriend met een eminente horeca-ondernemer in het Wallengebied, iemand die daar tot de zwaarste mensen wordt gerekend. Zo gaat het vaak; je komt daar binnen en je raakt bevriend met zo'n figuur. Er is vastgesteld dat de betrokken echtparen samen met vakantie gingen. Dat vond men niet acceptabel en het was aannemelijk dat er ook informatie was doorgesijpeld. Ook is er iemand instrumenteel bij het doorgeven van allerlei vertrouwelijke gegevens over auto's uit de politieregistratie aan een bende die auto's steelt en exporteert: Wat zijn goede auto's? Van wie zijn ze? Enz. Verder is er nog een aantal mensen die als consequentie van de macho-cultuur die onder mannelijke politieagenten veel voorkomt, veelvuldig een bepaalde sportschool bezoeken, die bij nader inzien blijkt te worden gedreven door een vertegenwoordiger in Nederland van het drugskartel te Cali. Die blijkt getipt te zijn bij de binnenkomst van een grote vracht in Nederland, zodat de politie die zending niet heeft kunnen onderscheppen (...). Noot
De door de Recherche adviescommissie ingestelde werkgroep hanteert de volgende definitie van politile corruptie:
Het door een politie-ambtenaar aannemen van geld of andere prestaties, in ruil voor een tegenprestatie als gevolg waarvan (rechts-)personen speciale bescherming van de politie genieten of kennis krijgen van vertrouwelijke informatie, en/of er door de politie niet naar behoren wordt opgetreden dan wel haar functie niet naar behoren kan worden uitgeoefend. Noot

Onder deze definitie vallen derhalve geen illegale activiteiten van politiemensen die niets met hun hoedanigheid of functie te maken hebben, noch onbehoorlijke of misdadige gedragingen van politiemensen in het kader van hun taakuitoefening, zonder dat daar uiteindelijk wederdiensten van derden tegenover staan. De verschillende definities worden vertaald in vijf concrete vormen van politile corruptie: 1. Normafwijkend gedrag (naggen);

2. Het lekken van politie-informatie, bijvoorbeeld het wegtippen van operationele gegevens aan criminelen; 3. Het behalen van (financieel of ander) voordeel aan criminele activiteiten; 4. Omkoping (Wetboek van Strafrecht, Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR)); en 5. Eventuele andere strafbare feiten.

Samen vormen deze categorien - in zekere zin - een glijdende schaal van politile corruptie. Lezend van boven (1) naar beneden (5) neemt de (juridisch, maatschappelijke) ernst van het verschijnsel stapsgewijs toe. Bovendien kan worden opgemerkt dat deze verschijningsvormen van corruptie weliswaar analytisch zijn te onderscheiden, maar in de praktijk zullen ze in meer of mindere mate door elkaar lopen en veel moeilijker strikt te scheiden zijn.

Bijzondere opsporingsmethoden

Een politieambtenaar zal in het algemeen tot corrumptief gedrag gebracht worden door het optreden van een derde. De werkgroep schrijft in dit verband:
Vooral bij het gebruik van informanten en infiltranten bestaat voor politie en justitie het gevaar van corruptie.
Noot
Dit wordt bevestigd door het hoofd van de Rijksrecherche Amsterdam:

De heer Rabbae:
Kunt u ons aangeven welke opsporingsmethoden en -technieken van de politie corruptiegevoelig zijn?
De heer Kuijper:
Dat is het direct omgaan met het criminele milieu, in de breedste zin van het woord, varirend dus van het runnen van informanten tot het ondernemen van infiltratie-acties: ik denk dat dat zeer sterke corruptogene factoren zijn. Noot
Dit onderzoek blijft beperkt tot die methoden waarbij het optreden van derden noodzakelijk is. Naast de door de werkgroep genoemde methoden wordt ook aandacht besteed aan de methode van de gecontroleerde aflevering. In dit hoofdstuk wordt de corruptie-gevoeligheid van de volgende bijzondere opsporingsmethoden onderzocht:

a. het runnen van informanten;
b. politile en criminele infiltratie; en
c. gecontroleerde aflevering.

9.1.3 Verantwoording methoden onderzoek

In het kader van dit onderzoek is de relevante wetenschappelijke literatuur bestudeerd. Daarnaast zijn interviews gehouden met medewerkers van twee onderdelen van de Rijksrecherche, twee voormalige leden van een politieel infiltratieteam, een voormalig begeleider van infiltranten en een personeelsbegeleider. Om nog meer inzicht te krijgen in de relatie tussen bijzondere opsporing en politile corruptie zijn de Hoofden van alle vijf Rijksrecherche onderdelen in ons land schriftelijk benaderd met een verzoek om nadere inlichtingen. Noot In het verlengde daarvan is een groot aantal rijksrecherche-dossiers nader bestudeerd.

9.1.4 Opbouw

In de volgende paragrafen zal telkens n bijzondere opsporingsmethode centraal staan. In paragraaf 9.2 wordt met name aandacht besteed aan het runnen van informanten, paragraaf 9.3 staat in het teken van verschillende vormen van infiltratie en paragraaf 9.4 is gewijd aan de methode van de gecontroleerde aflevering. Deze drie paragrafen kennen dezelfde opbouw en bestaan uit een beschrijving van een aantal casus en een korte beschouwing waarin de betekenis van de onderzochte zaken wordt genterpreteerd. Elke paragraaf wordt afgesloten met een aantal voorlopige conclusies. In paragraaf 9.5 tenslotte worden de verschillende bevindingen met elkaar in verband gebracht en wordt een aantal algemene conclusies geformuleerd.


volgende         inhoudsopgave en zoeken