5.3. Werkwijzen bij autodiefstallen

De bediening van de markt van gestolen personen- of vrachtauto's vraagt om een aantal specieke criminele activiteiten en om speciale personen die deze activiteiten, zoals wij in de vorige paragraaf hebben gezien, afzonderlijk en onder leiding van een of meer organisatoren planmatig en binnen een strakke tijdsvolgorde uitvoeren. Er bestaan meer werkwijzen om deze deze activiteiten te verrichten (zie hierover: Sieber en Bgel, 1993, p. 74 - 130). Deze werkwijzen zijn afhankelijk van de omvang van het werkgebied. Regionaal actieve groepen zijn kleiner en werken anders dan (inter)nationaal opererende groepen.

Een representatief voorbeeld van de laatste is gepresenteerd door een Poolse commissaris van politie die een uitgebreide beschrijving heeft gegeven van Poolse criminele groepen die niet alleen in Polen, maar ook in Duitsland en Nederland actief zijn (Gorodecka, 1994). Misdaadanalisten van haar korps geven aan dat autodiefstalgroepen doorgaans uit meer personen bestaan met aan het hoofd een organisator die de markt zowel aan de aanbodzijde als de vraagzijde goed kent. Hij weet doorgaans goed zijn weg in de wereld van garages en van autosloperijen. Hij weet ook gebruik te maken van behulpzame ambtenaren die van belang zijn voor de uiteindelijke legalisering van de gestolen auto. Deze organisator heeft een uitgebreid netwerk van personen tot zijn beschikking die voor onderdelen van het proces noodzakelijk zijn zoals helers, koeriers, vervalsers van documenten, enz. Hij regelt ook de legale faade waarachter de autodiefstallen worden verborgen en verzorgt het witwassen van het verdiende geld. Deze persoon heeft in zijn netwerk de beschikking over verschillende groepjes die gescheiden van elkaar verschillende werkzaamheden verrichten en die van samenstelling geregeld veranderen.

De eerste groep zijn de autodieven. Hun aantal is flexibel en afhankelijk van de vraag naar auto's. Deze autodieven zijn gespecialiseerd in het openen van auto's en dienen zo snel mogelijk de auto's te overhandigen aan leden van de tweede groep: de koeriers. Deze koeriers beschikken doorgaans al over de noodzakelijke papieren en verplaatsen de auto zo snel mogelijk naar de plaats van bestemming in het binnen- of buitenland. Een hoge snelheid van handelen is van belang om de diefstalsignalering bij de politie en bij de grenswachten voor te zijn. Koeriers zijn heel belangrijk voor de criminele groep omdat zij niet alleen goede, snelle chauffeurs moeten zijn, maar omdat zij ook moet kunnen worden vertrouwd. Koeriers dragen de auto vervolgens weer over aan andere personen die zorgen voor de stalling van een gestolen auto's in een loods of garage voor een paar dagen. Daarna worden de auto's, al dan niet omgekat, overgedragen aan de autoheler die de illegale verkoop ervan regelt. Dit hele proces wordt ondersteund door groepjes vakmensen die de autopapieren vervalsen en de douaneformaliteiten regelen, door monteurs en lassers die de auto bewerken (nummers veranderen, overspuiten) en ten slotte door corrupte douane-, registratie- en controlefunctionarissen. Eventueel wordt gebruik gemaakt van katvangers die tegen een redelijke vergoeding gestolen auto's op hun naam willen zetten.

Omdat het plegen van autodiefstallen steeds vaker een internationale aangelegenheid is moeten criminele groepen beschikken over veel buitenlandse contacten. Nederlandse groepen of buitenlandse groepen die in Nederland actief zijn moeten contacten onderhouden met groepen uit Duitsland, Polen, de landen van het GOS. Deze contacten worden echter alleen onderhouden door de organisator en enkele andere, vertrouwde leden van de groep. De andere medewerkers kennen elkaar niet of nauwelijks, wat de strafrechtelijke vervolging ernstig bemoeilijkt.

Op grond van het bovenbeschreven proces kunnen werkwijzen voor de volgende onderscheiden deelactiviteiten worden aangegeven:
1. de diefstal van de auto's;
2. de verplaatsing van de auto's;
3. het omkatten van de auto's, en
4. het legaliseren van de auto's en de aflevering aan de klant.
Het feitelijk wegnemen van de auto's wordt doorgaans uitbesteed aan jong volwassen daders die zijn gespecialiseerd in autodiefstal. In Nederland houden bijvoorbeeld jonge Joegoslaven zich daarmee bezig. Omdat wordt gewerkt met vaste afnemers wordt vrijwel altijd op bestelling gestolen: afhankelijk van de vraag wordt een bepaalde auto weggehaald. Doorgaans is dat er een uit de duurdere klasse: Mercedes, BMW, Audi, Porsche en terreinwagens. De auto's mogen niet ouder zijn dan een tot twee jaar en er goed uitzien (zelfs de kleur wordt in de bestelling opgenomen). Wanneer de autodief weet welke auto nodig is, wordt de plaats van diefstal uitgezocht. In de meeste gevallen worden auto's eerst door verkenners bekeken op parkeerplaatsen, parkeergarages en bij woningen waar mogelijk interessante auto's staan die voldoen aan de eisen van de bestelling. De diefstallen worden in heel Nederland uitgevoerd, maar de grote steden zijn favoriet om de eenvoudige reden dat de dieven daar zelf wonen en om het grotere aanbod van doelen. In een enkel geval worden autoverhuurbedrijven uitgezocht waarvan wordt vermoed dat daar minder streng naar papieren wordt gekeken en sneller een auto kan worden verhuurd (luchthavens). Als eenmaal een of meer doelen zijn vastgesteld wordt het tijdstip van diefstal bepaald. Soms is dat direct bij de eerste verkenning al, vaker wordt gewacht op een meer gunstig tijdstip. Wanneer auto's bij woningen zijn gesignaleerd wordt overwogen daar in te breken om zo de originele sleutels en de papieren tegelijk te bemachtigen. Het via inbraak een auto stelen gebeurt overigens vaker in de kleinere steden en minder in de grootstedelijke conglomeraties.

De avonden en nachten zijn favoriete tijdstippen voor het plegen van een autodiefstal en vooral de dinsdagen en de woensdagen. Het waarom daarvan is onbekend, maar kan iets te maken hebben met de geringere drukte op straat op doordeweekse dagen.

Autodieven zijn opgeleid, of beter gezegd, gesocialiseerd door andere, meer ervaren autodieven. Een ervaren dief kan binnen tien seconden elke auto open krijgen, zoals een test van de Engelse consumentenbond heeft uitgewezen (Eijken en De Waard, 1994). De technieken om de auto te openen kunnen variren van eenvoudig tot zeer geavanceerd. Een ruit inslaan is de meest eenvoudige en directe manier om een auto open te maken, maar daaraan zijn wel nadelen verbonden. De auto wordt beschadigd (er moeten later weer kosten worden gemaakt om een en ander te herstellen), het geluid kan mensen alarmeren en de wagen valt met een ingeslagen raam meer op bij surveillerende politiemensen of bij burgers. Andere manieren zijn via het rubber van het raam de deur ontgrendelen, door het verwijderen van een ruit, door het terugslaan van het slotschot, door het slot met geweld te forceren of door speciaal gereedschap te gebruiken. Soms beschikken dieven over valse sleutels om auto's open te maken. In andere gevallen nemen zij de tijd en wordt eerst een paar dagen vr de feitelijke diefstal de tankdop of het slot van de rechtervoordeur eruit getrokken om daarmee een valse sleutel te kunnen maken. Een paar dagen later wordt dan de auto opgehaald. Bij de meeste auto's wordt de rechterdeur namelijk bijna niet gebruikt en het valt dus bij het slachtoffer zelden op dat het rechterslot is verdwenen. In het algemeen is het zo dat technieken die zo min mogelijk beschadigingen opleveren de voorkeur genieten (Sieber en Bgel, 1993, p. 88-89). Een nieuwe werkwijze is in Polen gentroduceerd waar auto's met behulp van takelwagens worden weggesleept (Gorodecka, 1994).

Sieber en Bgel (1993, p. 90) maken melding van het verschijnsel dat soms wordt samengewerkt tussen dieven en garages en autoverhuurbedrijven bij de diefstal van auto's. Eigenaars of werknemers van autoverhuurbedrijven kunnen, om de verzekeringsuitkeringen te ontvangen, de originele sleutels en papieren aan de dieven overhandigen en dan dagen later bij de politie en verzekeringsmaatschappij pas aangifte doen. De verstreken tijd werkt dan in het voordeel van de dieven. De laatste hier te besproken manier om aan auto's te komen is het via inbraak in garages bemachtigen van de sleutels van de daar aanwezige auto's om direct daarna met de auto('s) te verdwijnen. Diverse auteurs merken op dat steeds vaker samenwerking tussen slachtoffer en dader(s) voorkomt, althans meer dan men eerder aannam. In Duitsland schat men het aantal auto-inbraken en samenwerking elk op 50% van de autodiefstallen (Sieber en Bgel, 1993, p. 91).

Om de auto te starten zijn originele of valse sleutels het prettigst voor de autodief. De auto kan dan direct na opening worden weggereden. In andere gevallen kan door kortsluiting de auto worden gestart of met professionele apparatuur het elektrische circuit worden aangesloten. De daders werken doorgaans met twee of meer personen. In de minderheid van de gevallen opereert de autodief op z'n eentje. En man bestuurt de auto waarmee eventueel snel kan worden gevlucht en fungeert als uitkijk terwijl de andere(n) de auto's openmaken. Over het algemeen wordt vastgehouden aan dezelfde werkwijze totdat deze manier niet meer blijkt te werken. Slechts dan wordt overgestapt op een andere techniek.

Na de diefstal moet de auto zo snel mogelijk worden overhandigd aan een ander lid van de groep (de koerier). Soms wordt aan de dief de opdracht gegeven de gestolen auto op een bepaalde plaats langs de openbare weg te stallen of op een parkeerplaats elders in de stad. In een enkel geval moet de auto naar een loods of autowerkplaats worden gereden om later door een koerier naar de plaats van bestemming te worden gebracht. Koeriers kunnen worden verdeeld in:

a. koeriers die de opdracht hebben de auto zo snel mogelijk bij de opdrachtgever (eigen of andere criminele groep) te brengen;
b. koeriers die voor de gestolen auto hebben betaald en die vervolgens zelf weer met winst doorverkopen op de plaats van bestemming;
c. koeriers die voor de auto al hebben betaald en voor eigen gebruik ophalen. Meestal wordt gebruik gemaakt van dezelfde koeriers omdat de criminele groep erop moet kunnen vertrouwen dat zij er niet met de auto vandoor gaan. Wanneer internationale illegale handel wordt bedreven, worden koeriers uit het land van bestemming per vliegtuig naar Nederland gebracht. Daar verblijven zij eventueel een nacht in een hotel of op een bekend logeeradres en moeten vanuit dat adres dan een speciaal (auto)telefoonnummer bellen. Vervolgens nemen zij de gestolen auto in ontvangst en rijden in een of twee dagen ononderbroken door naar Moskou, St. Petersburg, Warschau, een stad in de Kaukasus of andere plaatsen. Het benodigde visum is uitgereikt in Rusland, Polen of een ander land. Als referenten voor deze koeriers dienen legale bedrijven uit de autobranche (die wel wat zien in de verkoop van grote aantallen gebruikte auto's) of dekmantelorganisaties van de eigen criminele groep. Voor een Russische criminele groep in Nederland regelde Russische reisbureaus de noodzakelijk visa en legale papieren. Stempels en andere noodzakelijke technische bescheiden werden vermoedelijk door corrupte ambtenaren in Rusland verkregen.

Koeriers (meestal de onder (a) genoemde) kunnen solo rijden of in colonne waarbij de eerste auto een legale is, maar zeer opvallend. Hierdoor gaat alle aandacht van de douane en grenspolitie uit naar de eerste auto en laat men de andere auto's door. Zij worden nauwkeurig genstrueerd over de te dragen kleding, routes, gedrag bij de grens en over de gunstige tijdstippen voor het passeren van de grenzen. Over de opgedane ervaringen wordt later teruggerapporteerd naar de organisator. Koeriers worden ondanks soortgelijke voorzorgsmaatregelen geregeld aangehouden aan de grens, maar dat wordt gezien als bedrijfskosten (pech) voor de groep. De routes die worden afgelegd hangen af van de plaats van bestelling en worden pas afgewisseld wanneer een intensieve grenscontrole wordt gevreesd. In het geval dat geen gebruik wordt gemaakt van koeriers (of wanneer gestolen auto's massaal moeten worden verplaatst), kan de autodief de auto zelf naar een garage in Nederland brengen of naar de Rotterdamse of Amsterdamse haven om daar in containers of onopvallend tussen veel legale gebruikte auto's te worden verscheept naar andere landen. Koeriers krijgen voor het overbrengen van een auto 1.000 tot 4.000 gulden per keer.

Voor elke criminele groep die systematisch auto's steelt, is het van groot belang te beschikken over mensen en apparatuur om de gestolen auto een andere papieren identiteit te kunnen geven. Het tijdstip waarop deze identiteit wordt veranderd, is afhankelijk van de afzetmarkt. Is deze markt ver weg in het buitenland, dan wordt de auto met het bestaande kenteken zo snel mogelijk over de grens gebracht. Is de markt dichterbij of in Nederland zelf, dan wordt sneller de identiteit veranderd (omgekat). Er zijn twee manieren om de auto een andere identiteit te bezorgen: men vervalst de benodigde papieren en laat de auto zoals die is, of men brengt veranderingen aan in de auto en maakt hem passend voor de aanwezige (valse of echte) papieren.

Voor de eerste manier zijn nieuwe kentekenplaten (in n uur gemaakt) nodig en valse kentekenbewijzen I, II en III en een valse groene kaart. Deze papieren worden door de organisator zelf aangeleverd of anders verkregen via specialisten die handelen in valse autopapieren ( ongeveer f.350,-). In sommige gevallen worden het chassisnummer en het motornummer ongewijzigd gelaten en volstaat men met een nieuw kenteken. In andere gevallen worden oude nummers weggevijld en nieuwe nummers in de auto ingeslagen. Soms worden nieuwe platen met andere nummers ingelast. Deze nummers kunnen verzonnen zijn, maar ze zijn vaak afkomstig van schrootauto's waarvan het kenteken bewaard is gebleven. Deze schrootauto's moeten qua kleur, type, enzovoort lijken op de gestolen auto. Dit is de belangrijkste reden dat schrootauto's met kenteken zo gewild zijn en er een levendige handel in schroot bestaat in Nederland. Niet in de laatste plaats wordt deze handel mogelijk gemaakt doordat verzekeringsmaatschappijen na een total-loss als eigenaar onvoldoende maatregelen nemen om de auto en de papieren veilig te stellen. Naast de verandering van de nummers kunnen auto's in een andere kleur worden gespoten om herkenbaarheid te bemoeilijken. Ook moeten eventueel werkzaamheden worden uitgevoerd om de braakschades weg te werken en te repareren. Daarvoor worden tweedehands onderdelen gebruikt van autosloperijen of nieuwe onderdelen die via legale garages worden besteld Noot . Voor al deze werkzaamheden is personeel nodig en een werkplaats. De criminele groep moet dus kennis hebben van de autobranche om te weten waar deze werkzaamheden zo veilig mogelijk kunnen worden uitgevoerd. Van de eerder genoemde Russische groep is bekend dat zij beschikte over een eigen garage, ook wel de showroom genoemd, waar de auto's werden verwerkt. In het buitenland, met name in Oost-Europa en het Midden-Oosten, is het vaak helemaal niet nodig de identiteit van de auto te veranderen. Controle door politie en justitie is er in die landen niet of nauwelijks, en als er wordt gecontroleerd dan is de functionaris niet op de hoogte en/of in staat Nederlandse documenten adequaat te lezen, laat staan te begrijpen. Wanneer de auto voor de Nederlandse markt is bestemd, dan is het nodig de auto, voordat hij kan worden verkocht, weer in het legale circuit te laten opnemen. Daarvoor moet de auto bij de RDW worden geregistreerd. Voor deze registratie is het nodig dat de auto eerst moet worden aangeboden aan een van de keuringsstations van de RDW. Pas nadat de auto is goedgekeurd wordt de auto opgenomen in het RDW-bestand. Met behulp van de veranderde nummers van chassis en/of motor wordt een nieuw kenteken aangevraagd. Als dat kenteken wordt verkregen wordt daarna de auto aangemeld als handelsvoorraad van gebruikte auto's en is de auto weer opgenomen in de legale branche. Het te koop aanbieden kan op bestelling, maar gebeurt ook via de gebruikelijke legale kanalen van de autobranche. De prijsstelling is doorgaans gunstiger dan die bij andere gebruikte auto's, waardoor de (gestolen) exemplaren sneller legaal worden verkocht.

Om de auto in het legale circuit te laten opnemen worden volgens diverse publikaties smeergelden betaald aan controlerende ambtenaren in het buitenland (BKA, 1994; Hinchcliff, 1994; Richards, 1993; Sehr, 1995 en Steinke, 1993). Dit betreft voornamelijk corruptie van grensbeambten, politiemensen en ambtenaren van organisaties waarbij de registratie van auto's plaatsvindt. Maar ook in Nederland wordt gewaarschuwd voor de betaling van smeergelden. Het regiokorps Limburg-Zuid heeft meer malen aangedrongen op een betere controle op keurmeesters van het RDW omdat zij een zwakke en kwetsbare schakel uitmaken in het proces om gestolen auto's weer in het legale circuit te krijgen.

De winsten die met de verkoop van gestolen auto's worden gemaakt, gaan voor het grootste deel naar de organisator (50%). Verder krijgt ieder die heeft meegewerkt, een aandeel in de winst. De hoogte is afhankelijk van de activiteiten die zijn verricht. Het meeste daarvan wordt uitgegeven aan een luxueus leven, zoals mooie kleding, eten, auto's, gokken en prostitues. Alleen de organisator investeert een deel van zijn winsten in de groep (voor de voorfinanciering van nieuwe autodiefstallen en voor de betaling van koeriers, en anderen) of voor de financiering van andere illegale activiteiten (kopen van wapens of verdovende middelen). Soms investeert hij het verdiende geld in de legale autobranche waardoor de herkomst verborgen blijft. Over het algemeen is het aantal gestolen auto's per groep, zoals in de vorige paragraaf aangegeven, niet zo hoog dat daarvoor witwaspraktijken nodig zijn.

Voor grotere internationaal actieve groepen geldt dat slechts in mindere mate. Ook bij deze groepen moeten de participanten (dieven, koeriers, monteurs, ed.) worden betaald, documenten worden gekocht. Na aftrek van de kosten wordt het overige teruggesluisd naar het land van herkomst en daar ter plaatse op een rekening gestort of gebruikt voor aankopen in onroerend goed, juwelen of bedrijven.

Samenvattend kan worden geconcludeerd dat voor het systematisch stelen, verplaatsen en verhandelen van auto's een organisatie nodig is die het proces zo goed mogelijk moet laten verlopen. De afstemming van activiteiten luistert zo nauw dat grote fouten onherroepelijk worden afgestraft, zowel intern als extern. De voorkeur moet aan de organisator worden doorgegeven, de opdracht tot stelen en de komst van de koerier moeten op elkaar worden afgestemd en voor het omkatten moet hij ruimte reserveren bij een werkplaats en zorgen voor rechtsgeldige papieren. Om een dergelijk proces te kunnen runnen is enig organisatietalent nodig en moet men beschikken over een intern sanctiesysteem omdat te veel activiteiten door leden van de groep zonder enige toezicht van de organisator worden uitgevoerd. In geval er internationaal wordt gehandeld, moeten in het land van bestemming betrouwbare contacten bestaan die voor de auto betalen. Voorts moet men in die landen beschikken over corrupte ambtenaren om de auto zo snel mogelijk in het legale circuit te kunnen laten opnemen. Met betrekking tot de internationale contacten kan worden opgemerkt dat de aard van de handel in gestolen auto's met zich meebrengt dat autodiefstalgroepen contacten hebben of zoeken met criminele groepen in het buitenland. Daar worden veel bestellingen gedaan voor dure automerken voor eigen gebruik maar ook om daarmee te voorzien in een behoefte van de eigen klanten. Deze internationale contacten leiden er toe dat internationale netwerken ontstaan en dat groepen van autodieven ook andere criminele activiteiten, zoals de smokkel van verdovende middelen of wapens, gaan uitvoeren. Als een auto toch rijdt, dan kunnen evengoed illegale goederen of mensen worden vervoerd. De koerier die eventueel met zo'n lading wordt aangehouden kan worden gezien als een extra, maar klein in te schatten bedrijfsrisico.

De groep moet derhalve om de criminele activiteiten uit te voeren de volgende delicten plegen: diefstal van de auto, oplichting, heling, verzekeringsfraude, belasting- en accijnsontduiking, kentekendiefstal en kentekenmisbruik, documentenvervalsing, documentendiefstal, inbraak, geweld, witwassen opbrengsten, omkoping van douane en andere opsporingsambtenaren, bedreiging, geweld en eventueel bv-fraudes. Niet elk van deze delicten vereist een grote specifieke deskundigheid. Er is kennis nodig van de automarkt, de motorenhandel en officile registratiesystemen. Tevens is het goed weet te hebben van de politieprocedures bij en na diefstal. Over veel van die kennis zou men ook moeten beschikken om een legale autohandel te drijven.

Lokaal actieve groepen werken in veel opzichten op dezelfde wijze als de hiervoor beschreven groepen, maar verschillen de internationale groepen met name in de volgende opzichten: a. zij stelen vaker zelf auto's;

b. zij maken geen gebruik van koeriers;
c. zij zorgen zelf voor de medewerking van een garage of werkplaats;
d. zij stelen een beperkt aantal auto's. Uit een analyse van de CRI kwam na voren dat van 25 groepen bekend is dat zij over een periode van vijf jaar in totaal 1545 auto's hebben gestolen. Dit komt neer op een gemiddelde van 12 auto's per groep per jaar (Degen, 1993, p. 6); e. autodiefstallen worden meestal in combinatie met andere delicten als inbraken, geweldplegingen en heling gepleegd. Lokaal opererende groepen richten zich dus niet uitsluitend op autodiefstallen.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken