4.4 Bevindingen

4.4.1 Aftappen telecommunicatie

Het aftappen van telecommunicatie (telefoon, mobiele telefoon, semafoon, fax, dataverkeer) moet plaatsvinden in het kader van een gerechtelijk vooronderzoek met machtiging van de rechter-commissaris (artt. 125g e.v. WvSv). De commissie heeft slechts n keer geconstateerd dat aftappen van telecommunicatie zonder machtiging van de rechter-commissaris heeft plaatsgevonden.

Het gebruik van taps van (auto)telefoons, semafoons en faxen vindt frequent en nagenoeg automatisch plaats in grote strafzaken. Het aantal taps loopt jaarlijks in de duizenden. Het gebruik van dit opsporingsmiddel is routine geworden voor zowel politie als justitie. De waarde van het middel voor bewijsrechtelijk gebruik is afgenomen omdat leden van criminele organisaties slechts zelden via de telefoon belastende uitspraken doen. Dit neemt niet weg dat dit middel veel informatie kan opleveren. Door middel van de tap worden contacten tussen bepaalde personen, afspraken en ontmoetingsplaatsen vastgesteld. Van de tapverslagen wordt soms kennis genomen door de criminele inlichtingendienst.

Aantal geplaatste taps in Nederland, aandelen per arrondissement (bron, rapport WODC).

Tabel
Tappen is een tijdelijk geheim dwangmiddel. De tapverslagen en beschikkingen vormen onderdeel van het strafdossier. In de loop van het gerechtelijk vooronderzoek (na het beindigen van de tap) komen de gegevens beschikbaar voor de verdachte. Andere getapte personen (niet-zijnde de verdachte) worden niet op de hoogte gebracht. Van een niet later op naam gesteld gerechtelijk vooronderzoek tegen NN raakt de getapte persoon niet (vanwege justitie) op de hoogte.

Het is inmiddels (sinds 1 januari 1996) technisch mogelijk om mobiele GSM-telefoons af te luisteren via de infrastructuur van PTT-Telecom. Afluisteren van GSM geschiedt op grond van artikel 125g Sv. In 1995 is voor het eerst met gebruik van speciale kostbare apparatuur GSM getapt in een kernteamonderzoek. In verschillende deelonderzoeken van een opsporingsteam is veelvuldig gebruik gemaakt van aftapmogelijkheden. Zo worden in Turkije GSM aansluitingen getapt teneinde de onderlinge relaties tussen de verdachten te kunnen vaststellen en gesprekken te kunnen afluisteren. Het aftappen gebeurt door Turkse politiemensen met een machtiging van een Turkse rechter. Eerder zijn ook ATF gesprekken afgeluisterd. Dit keer zonder kennisgeving aan de Turkse autoriteiten.

Zodra het berichtenverkeer gericht wordt afgeluisterd is een machtiging van de rechter-commissaris noodzakelijk. Deze machtigingen worden nagenoeg automatisch verleend en verlengd, met name in opsporingsonderzoeken naar georganiseerde criminaliteit. Zelden wijst een rechter-commissaris een vordering tot aftappen af. Wel komt het voor dat er eerst informeel overleg plaats vindt tussen de officier van justitie en de rechter-commissaris. Rechters-commissarissen benadrukken echter dat zij steeds weer een nieuwe afweging maken van de proportionaliteit en subsidiariteit van het tappen van bepaalde personen. Het aftappen van gegevensverkeer vindt plaats in het kader van een gerechtelijk vooronderzoek. Daarmee is het een onderdeel van het tactische onderzoek. In veel gevallen krijgt de CID toegang tot de inhoud van het gegevensverkeer. Dit is dan het geval omdat de CID, die parallel aan het tactisch traject opereert, op de hoogte moet zijn van hetgeen in het tactische traject gebeurt. Gegevens uit de tap worden ook opgeslagen in CID-registers. Op het moment dat de rechter-commissaris opdracht geeft tot vernietiging van de tapverslagen is niet gegarandeerd dat daarmee ook de door de CID opgeslagen gegevens worden vernietigd. In de praktijk blijft de bij de CID opgeslagen informatie gewoon bestaan. Een wettelijke grondslag voor het opslaan van tapinformatie in CID-registers ontbreekt. In het ontwerp Herziening gerechtelijk vooronderzoek wordt een voorziening getroffen om tapinformatie in andere zaken te kunnen gebruiken. Het printen van telefoonnummers (printers/call tracers) en het registreren van semafoonoproepen vindt veelvuldig plaats. Op die manier tracht de politie in kaart te brengen wie met wie telefonisch contact legt. Het gaat daarbij niet om de boodschap, maar om de vaststelling van contacten. Wanneer de semafoon wordt gebruikt voor gegevensverkeer valt deze onder het regime van artikel 125g Sv. Als er nog geen gerechtelijk vooronderzoek loopt, ligt de bevoegdheid tot printen bij de officier van justitie. In een dergelijk geval dient de officier van justitie binnen een maand na het verkrijgen van de gegevens een gerechtelijk vooronderzoek te
vorderen indien hij van deze gegevens gebruik wil maken. In de praktijk wordt deze wettelijke termijn, die volgt uit artikel 125h, lid 4 Sv wel eens overschreden.

De heer Maan :
De wet zegt dat als je gebruikt wilt maken van de gegevens die uit een printerlijst naar voren zijn gekomen een gerechtelijk vooronderzoek moet worden gevorderd binnen een maand na ontvangst, na kennisneming van de desbetreffende gegevens.
De voorzitter: Dus u zegt:
ik mag er een tijd over doen voordat ik er kennis van neem en zo kan ik het oprekken?
De heer Maan:
Het is geen kwestie van oprekken. Het gaat niet om de datum waarop de beschikking door mij is gegeven. Het gaat om de datum waarop ik kennis neem van de desbetreffende gegevens, die voor mij relevant zijn om te gebruiken. Naar aanleiding daarvan beslis ik om een gerechtelijk vooronderzoek te vorderen. Noot
De commissie heeft vastgesteld dat het in een paar gevallen voorgekomen is dat informatie is opgevangen omdat de hoorn van de haak van een telefoontoestel lag. De commissie is van mening dat in dit verband geen sprake is van een aparte opsporingsmethode.

4.4.2 Scannen

Het scannen van mobiele telefoons en semafoons is niet apart wettelijk geregeld. De jurisprudentie staat het toe om deze middelen in te zetten voorzover zij niet gericht, stelselmatig of langdurig worden ingezet. Het gericht gebruiken van scanners om daarmee telefoongesprekken af te luisteren wordt opgevat als het aftappen van gegevensverkeer en moet dan ook aan de daarvoor geldende voorwaarden voldoen. Het scannen van mobiele telefoons door de politie heeft verschillende doelen. Met behulp van een zogenoemde kolibrie kan worden vastgesteld of van deze communicatiemiddelen gebruik wordt gemaakt. Dit wordt door de jurisprudentie toegelaten. Het middel scannen werd op die manier gebruikt ter ondersteuning van het volgen en observeren van personen.

Het is echter tevens mogelijk met behulp van de kolibrie gesprekken, gevoerd over mobiele telefoons af te luisteren. Dit kan enerzijds gebeuren met het doel de inhoud van de gesprekken in het verdere verloop van de strafzaak te gebruiken en anderzijds om vast te stellen waar een bepaalde persoon naar toe gaat. De commissie heeft vastgesteld dat observatieteams voor laatstgenoemd doel, frequent mobiele telefoons afluisteren. Er is dan sprake van het beluisteren van de inhoud van het gesprek, die bovendien soms zakelijk wordt weergegeven in OT-verslagen. Voor dit beluisteren is vaak geen machtiging gegeven.

De voorzitter:
Twintig jaar geleden bestonden er nog geen Kolibries.
De heer Jansen:
Nee, maar toen had je wel een tap. Je had een indicatie. Het is maar heel kort in zwang geweest om open over de telefoon te praten, want na de eerste rechtszaken was dat mooi afgelopen. Je had dus wel indicaties. Je kon aan een stemverheffing, aan het nerveus worden van mensen die over de telefoon praatten, merken dat er met een bepaalde lading iets niet goed moest zitten. Men was alerter, nerveuzer. Men belde elkaar vaker. Een ogenschijnlijk onbelangrijke lading bleek ineens ontzettend belangrijk te zijn. Het ging een keer om 20 ton elastiekjes waar niemand in Nederland op zat te wachten, maar men had daar geweldig veel haast mee. Dan is daar iets fout. Dan ga je daarnaar kijken. Noot
De heer De Graaf:
Met die Kolibrie kon u eigenlijk twee dingen doen: bepalen dat iemand aan de telefoon zat en rechtstreeks afluisteren als u erachter zat en een frequentie opving.
De heer Mosterd:
Dan konden wij gewoon afluisteren, ja.
De heer De Graaf:
Dat deed u dan zonder machtiging van de rechter-commissaris?
De heer Mosterd:
Voor alle duidelijkheid: de informatie die wij via de Kolibrie hoorden, gebruikten wij alleen als er een machtiging van de rechter-commissaris was. Nog steeds gaat de schakelaar van het apparaat gewoon om als wij zien dat er iemand belt met ATF3, alhoewel je die vandaag de dag niet veel meer tegenkomt.
De heer De Graaf:
Wat bedoelt u met de schakelaar gaat om?
De heer Mosterd:
Dat het apparaat aangaat. Dan maakt het observatieteam er gebruik van om te anticiperen op de bewegingen van de verdachte.
De heer De Graaf:
Is dat een grijs gebied of een grensgebied?
De heer Mosterd:
Ik wil er niet schijnheilig over doen: wij beroepen ons er natuurlijk op dat het eigenlijk nergens wettelijk verboden is om een scanner te gebruiken. Er zijn ook uitspraken, richtlijnen, over dat je hem wel mag gebruiken voor operationele werkinformatie ten behoeve van je observatieteam, maar dat je de informatie die zonder machtiging is verkregen, niet mag gebruiken ten behoeve van het onderzoek. Noot

Het is nu bijna algemeen gebruikelijk om voor het scannen een machtiging van de rechter-commissaris te vragen, indien het in feite het afluisteren van telefoonverkeer betreft en om het OM om toestemming te vragen als het gaat om het scannen ter ondersteuning van de observatie. Het middel wordt ook ingezet als er geen verdenking bestaat. Veelal betreft het in de praktijk onderzoeken naar criminele organisaties. Het middel wordt dus enerzijds ingezet om telefoongesprekken af te luisteren en anderzijds als hulpmiddel bij andere vormen van observatie. Terwijl de artikelen 125f en 125g Sv van toepassing worden geacht voor het scannen om af te luisteren, is er geen expliciete wettelijke grondslag voor het scannen ter ondersteuning van de observatie.

4.4.3 Direct afluisteren

Onder direct afluisteren verstaat de commissie het afluisteren en/of opnemen van gesprekken met gebruikmaking van verborgen microfoons en/of recorders. Als men geen deelnemer aan het gesprek is of als men niet handelt in opdracht van een gespreksdeelnemer, is het verboden gesprekken met een technisch middel af te luisteren of op te nemen (artt. 139a en 139b Sr). Evenzo is het verboden afluisterapparatuur te plaatsen (art. 139d Sr). Alleen voor de Binnenlandse veiligheidsdienst is een uitzondering opgenomen. Aangezien voor opsporingsambtenaren geen uitzondering is gemaakt, mag een gesprek door politie en justitie alleen direct afgeluisterd worden als men zelf aan het gesprek deelneemt of als een gespreksdeelnemer hiertoe opdracht heeft gegeven. Infiltranten nemen geregeld gesprekken op.

De voorzitter:
Was het afluisteren van de safe houses - de infiltrant heeft gesprekken met de criminele groepering - of het afluisteren van auto's rechtmatig?
De heer Naey:
De wetgeving op dat punt is zodanig, dat het in het algemeen niet strafbaar is, wanneer iemand een gesprek opneemt en afluistert, waarbij hij zelf is betrokken.
De voorzitter:
Dat is ook geen inbreuk op de privacy?
De heer Naey:
Het is niet strafbaar. Als ik van de eerdere gesprekken van de parlementaire enqutecommissie opnames had gemaakt, dan zoudt u onaangenaam verrast zijn geweest, als ik dat had uitgezonden of gepubliceerd. Dat is niet strafbaar. Dat wil niet zeggen dat het onder omstandigheden geen inbreuk is op de privacy. Het zijn twee verschillende zaken. Noot
De commissie heeft vastgesteld dat verschillende vormen van direct afluisteren zich hebben voorgedaan. Veelvuldig werden gesprekken afgeluisterd met toestemming van n van de deelnemers. Dat gebeurde vooral bij ontmoetingen met informanten, pseudo-koop en infiltratie-acties. Daarnaast hebben politie en justitie gebruik gemaakt van afluisterapparatuur in openbare ruimten en is meegeluisterd met gesprekken die gevoerd zijn in een openbare gelegenheid. Ter illustratie:

De heer Vos:
Heeft direct afluisteren enige malen plaatsgevonden?
De heer Koers:
Dat heeft een paar keer plaatsgevonden. Wij hebben een keer geprobeerd op een terras met geluidsboxen een gesprek af te luisteren. Daarbij is de redenering toegepast, dat de wet verbiedt in een gesloten ruimte met technische hulpmiddelen een gesprek op te nemen; dit is niet een gesloten ruimte; wij kunnen eens kijken of het lukt. Dat was voordat het nieuwe wetsvoorstel direct afluisteren in de Kamer aanhangig is gemaakt. (...) Ik herinner mij nog een zaak waarin het in overleg met een gevangenisdirecteur gebeurd is, omdat de dreiging bestond dat iemand zou ontsnappen. Dat heeft echter absoluut niets opgeleverd.(...)
De heer Vos:
Mag in een woning ook direct afgeluisterd worden of gelden daar weer andere normen voor?
De heer Koers:
Ik vind dat er in een woning niet direct afgeluisterd mag worden.
De heer Vos:
Is dat ooit gebeurd?
De heer Koers:
In n zaak weet ik dat een collega dat gedaan heeft om - ook daar liep het onderzoek vast - uit te sluiten dat bepaalde mensen wel of niet bij een moord betrokken waren. Daar is het gebeurd.
De heer Vos:
Is daar verslag van gedaan?
De heer Koers:
Daar is verslag van gedaan Noot
De voorzitter:
Wij willen het met u nog hebben over twee kleine puntjes. In de doorlichting van uw regio komt ook nog voor dat u wel eens ging afluisteren met, geloof ik, uw eigen koffer.
De heer Paulissen:
Ja. Wij zagen dat criminelen niet meer via de telefoon met elkaar praatten, maar stad en land afreden om ontmoetingen met elkaar te hebben. Wij hebben zelfs een geval gehad waarin iemand naar Luxemburg reed om daar tien minuten op de hoek met iemand te praten en vervolgens terugging. Wij hebben gezegd: we kunnen achter ze aan blijven rijden tot we een ons wegen, maar wij zullen toch een beetje zicht moeten krijgen op datgene wat daar gebeurt. Wij hebben toen gezegd: in openbare ruimten vangt iedereen gesprekken op. Als je daar bent, vang je flarden van een gesprek op van een naastliggend tafeltje. Waarom

zou je als politie ook niet mogen proberen, die flarden op te vangen? Misschien vang je flarden op die je in het totaal van de onderzoeksgegevens uiteindelijk weer wat wijzer maken.

De heer Paulissen:
Wij hebben toen gezegd dat datgene wat een normale burger in de openbare ruimte doet, ook voor de politie toelaatbaar is. Zij kan dus flarden van gesprekken en mededelingen oppakken. Nogmaals, Daarvan kan achteraf worden gezegd: dat is heel stout, dat had je niet moeten doen. Daar heb ik ook wel vrede mee. Maar ik wil maar aangeven dat wij dit soort afwegingen gemaakt hebben. Uiteindelijk hebben wij in die afweging gezegd: wij vinden dit te verantwoorden.
De voorzitter:
Heeft het overigens gewerkt?
De heer Paulissen:
Neen, op dat punt schaam ik mij nog het meest. Als je daarop terugkijkt, ziet het er allemaal wel amateuristisch uit. Het heeft dus niet gewerkt. Wij zijn er op een gegeven moment ook mee gestopt. Noot
De commissie heeft enkele voorbeelden aangetroffen van het plaatsen van bugs en andere afluisterapparatuur zonder dat n van de deelnemers toestemming had gegeven. Ook is enkele malen gebruik gemaakt van richtmicrofoons. Dat deed zich vooral voor bij ernstige noodsituaties.

De heer Koekkoek:
(...) Werkt u met afluisterapparatuur?
De heer Broere:
Ja.
De heer Koekkoek:
Bij welke gelegenheden?
De heer Broere:
Gijzelingen, ontvoeringen. Wij maken daarbij ook gebruik van camera's om zicht te krijgen op wat zich binnen afspeelt. Noot
De indruk bestaat dat inzet van deze methoden alleen wordt overwogen in zaken die OM en politie zeer ernstig vinden. Dit valt ook te concluderen uit de doorlichting. Daarin wordt 15 maal melding gemaakt van direct afluisteren, waarvan in zes gevallen met medeweten van n der gespreksdeelnemers. Het afluisteren vond plaats in gevallen van moord/doodslag, gijzeling, een schietpartij, kinderporno, een zedenzaak, fraude en handel in verdovende middelen. Een paar uitgewerkte voorbeelden:

Moordzaak
Tijdens het onderzoek naar de gewelddadige moord op een bejaarde vrouw is direct afgeluisterd. Dit gebeurde door de plaatsing van afluisterapparatuur in een woning teneinde de gesprekken van de vermoedelijke dader in de aangrenzende woning af te luisteren. Dit betrof een zwaar verslaafde jongen die bij zijn moeder woonde. Uit de bandjes die gedurende twee dagen van gesprekken tussen moeder en zoon zijn opgenomen bleek dat de jongen niet betrokken was bij de moord. Deze afluisteroperatie gebeurde onder de regie van de
CID en met toestemming van de officier van justitie.

Gijzelingszaak
In het geval van een gijzelingszaak is direct afgeluisterd door het aanbrengen van afluisterapparatuur in een hotelkamer. Het ging om de gijzeling van een uit
Duitsland afkomstige Turk. Het zag ernaar uit dat de onderhandelingen tussen de familie en de gijzelnemers in een nader bepaalde lokatie zouden plaatsvinden. Op voorhand heeft de politie toen een hotelkamer gehuurd waarin video- en geluidsapparatuur is geplaatst. Naderhand liep de zaak anders en is deze afluisteractie niet nodig gebleken. Hiervoor was toestemming gegeven door de officier.

Afluisteren in het huis van bewaring
In het huis van bewaring zat een verdachte die vermoedelijk betrokken was bij de invoer van verdovende middelen van Frankrijk naar Nederland. Een medeverdachte kwam op bezoek en er zou wellicht over de handel gepraat worden. Besloten werd om direct af te luisteren, hetgeen echter geen succes had.
Het direct afluisteren leverde vaak slechte kwaliteit van het opgenomen geluid. Dat vormt volgens politie- en justitiefunctionarissen de belangrijkste reden waarom nog weinig gebruik wordt gemaakt van deze methoden.

De heer Kloosterman:
Ik heb nog nooit gezien dat zoiets werkt. Ze hebben mij nog nooit kunnen bewijzen dat dit te doen is voor ons soort werk. Het is mooi in het bos, als het heel stil is, voor de vogeltjes, maar ik denk niet dat je in een stad als Amsterdam een richtmicrofoon kan gebruiken. Noot
De toestemming en controle van direct afluisteren varieerde. De criteria op basis waarvan tot gebruik werd besloten, zijn onduidelijk. De toestemming werd, zover kon worden nagegaan, door een officier van justitie gegeven. In het verleden (voor 1992) werd zelden toestemming gevraagd aan het OM. De laatste jaren is daar verandering in gekomen. De commissie heeft geconstateerd dat officieren van justitie toestemming hebben
gegeven voor vormen van direct afluisteren waarvoor geen juridische basis bestond. Daar komt bij dat de vastlegging van het direct afluisteren varieert van uitgebreid (bij de DTOO) tot summier (bij de afzonderlijke STO's bij de regio's). Het wetsontwerp Direct afluisteren waarvan de behandeling voor de duur van de enqute is opgeschort, voorziet in een exclusieve rol voor de DTOO bij het aanbrengen van afluisterapparatuur.

4.4.4 Observeren en volgen

Onder observeren en volgen verstaat de commissie het direct, fysiek heimelijk gadeslaan en heimelijk volgen van een persoon of een object, al of niet met gebruikmaking van hulpmiddelen. Het observeren en volgen is het klassieke schaduwen. Dit schaduwen wordt meestal aangeduid als dynamische observatie. Noot Daarnaast kent men de statische observatie. Dat is het vanuit een vast punt in de gaten houden van een object (woning, loods, dealpand). Het gebeurt door het subject op enige afstand te volgen, zowel op de openbare weg als in voor het publiek toegankelijke ruimten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van optische hulpmiddelen, zoals verrekijkers en van beeldregistratie-apparatuur, zoals foto-en videoapparatuur. Ook worden wel detectoren ingezet:

Wanneer men een vermoeden heeft dat er ingebroken gaat worden in een pand, dit kan zijn op basis van CID-informatie, kan men ertoe overgaan om een postkoffer te plaatsen. Dit werkt als volgt. In een ruimte wordt op een strategische plaats een klein kastje met een of andere detector geplaatst. Dit kan bijvoorbeeld een warmtemeter zijn of een bewegingsmelder. Dit kastje is draadloos dan wel met een draad verbonden aan een koffer. Wanneer de detector een signaal uitzendt wordt de apparatuur in de koffer geactiveerd om een van te voren geprogrammeerd nummer van bijvoorbeeld de meldkamer of een semafoon te bellen. Een ingesproken bandje meldt vervolgens welke postkoffer gemeld heeft, waarna een poging tot betrappen op heterdaad kan worden gedaan. Dit gebeurt veelal met toestemming van de eigenaar van het pand. Deze postkoffer wordt ook wel gebruikt bij een huiszoeking die meerdere dagen bestrijkt. Hiermee kan worden voorkomen dat goederen 's nachts ontvreemd worden. Van tevoren wordt over de inzet geen officier gekend. Dynamische observatie wordt zeer veelvuldig ingezet. De duur varieert van enkele uren tot enkele weken. De totale duur van een observatie van een criminele groep kan maanden duren.

De heer Koekkoek:
Wat is de langste observatie die u ooit heeft gedaan op dezelfde zaak?
De heer Kloosterman:
Enkele jaren.
De heer Koekkoek:
En dat betekende dat u steeds maar weer...
De heer Kloosterman:
U moet het niet zo zien dat wij 's ochtends vroeg opstaan en dan direct op die zaak gaan en dat wij dat twee jaar lang doen.
De heer Koekkoek:
Ik bedoel dat u er regelmatig mee bezig bent.
De heer Kloosterman:
Enkele malen in de week wordt er gekeken wat hij doet. Noot Langdurige observatie, zeker in combinatie met andere opsporingsmethoden, is een ingrijpende zaak.
De voorzitter:
Wij zien nu constant, en dat hebben wij ook in ons onderzoek gezien, dat de politie langdurig observeert, ook zonder dat er sprake is van een specifiek strafbaar feit. Men kijkt ook naar de achtergrond van mensen. Gisteren en vanochtend hebben wij dat ook gehoord en hebben wij ook de noodzaak gehoord die daarbij door justitie en politie wordt aangegeven om dat te doen. Nu die wettelijke regeling er nog niet is, is dat dan allemaal onrechtmatig?
De heer Corstens:
Ik zou beweren dat het onrechtmatig is. Als je de redenering aanhangt dat het onderdeel is van de opsporingstaak of in het algemeen van de politietaak en je zegt dat er daarmee voldoende legitimatie is, misken je het systeem van de Grondwet en het systeem van het Verdrag. Mijn conclusie zou zijn dat het onrechtmatig is. Een ding is naar mijn idee nodig, in elk geval, naast allerlei andere zaken die straks nodig zullen blijken te zijn, zo schat ik althans, en dat is een wettelijke regeling van dit type langdurige, stelselmatige, systematische observatie. Op dit moment zou ik dus zeggen dat het onrechtmatig is. Noot
Ook de omstandigheden waaronder en de plaats alwaar de observatie plaatsvindt kunnen deze zeer ingrijpend maken. Zo bleek uit de doorlichting dat een rechercheur zich tijdens een tactisch onderzoek in een verdovende middelenzaak heeft laten opnemen in het ziekenhuis op de kamer van de verdachte. Op deze wijze kon observatie plaatsvinden.

Deze observatie-activiteiten worden doorgaans verricht door een observatieteam. De beslissing tot inzet van een OT wordt genomen door de tactische chef of de CID-chef. Soms wordt toestemming gevraagd aan de officier van justitie. De verkregen informatie wordt vastgelegd in een volgrapport
en verstrekt aan de tactische recherche of de CID. De resultaten van de observatie worden veelal als CID-informatie behandeld. Dat betekent dat aangegeven wordt wat is waargenomen, maar niet hoe is waargenomen. De gegevens worden veelal verwerkt in de CID-bestanden.

4.4.5 Plaatsbepalingsapparatuur

Het gebruik van plaatsbepalingsapparatuur is het inzetten van een heimelijk geplaatste zender die een signaal uitzendt dat bij ontvangst de plaats van het object aangeeft. De ontvanger kan zowel op een centrale plaats zijn ondergebracht, als mobiel worden ingezet. Juridisch wordt het gebruik van plaatsbepalingsapparatuur opgevat als ondersteuning bij de observatie. Plaatsbepalingsapparatuur kan tevens worden gebruikt om bewegingen in kaart te brengen. De jurisprudentie lijkt deze methode te aanvaarden en acht deze onderworpen aan de algemene criteria voor observatie. Noot

De heer Vos:
In de notitie die u ons stuurde, meldde u het geval van een peilzender die in een fiets werd ingebouwd van twee jongens die van brandstichting verdacht werden.
De heer Van der Spoel:
Dat betreft een geval van een collega van mij. Je kunt je daarbij de vraag stellen of ze het allemaal wel goed hebben bekeken, of het allemaal wel evenwichtig is. Ik denk dat dergelijke middelen alleen in bepaalde gevallen moeten worden gebruikt. Dat geldt ook voor de telefoontap en andere dwangmiddelen die wij kennen uit het Wetboek van Strafvordering. Noot
Plaatsbepalingsapparatuur wordt vooral ingezet in verband met doelmatigheidsoverwegingen. De inzet bespaart mankracht en maakt onopgemerkte observatie mogelijk. Peilapparatuur wordt vooral gebruikt ter ondersteuning van het OT indien een verdachte moeilijk te volgen is. Een voorbeeld, gegeven tijdens het verhoor van een observant:

De heer Koekkoek:
Dat ging met hoge snelheid over de autobaan?
De heer Kloosterman:
Nee, dit ging met heel lage snelheid. Ja, ik kan het eigenlijk wel vertellen, maar... Wij maakten toen gebruik van peilapparatuur. Eh, de man reed nogal langzaam.
De heer Koekkoek:
Wat is langzaam op de autobaan?
De heer Kloosterman:
80 km/u. (...) meestal word je dan voorbij gereden door de vrachtwagens. Dus dan valt 80 km/u erg op, als er een hele sliert OT-auto's rijdt. (Gelach) Het schijnt grappig te zijn, maar voor ons zijn zulk soort situaties heel moeilijk. Dus toen is er besloten om peilapparatuur in te zetten. (...) Ik denk dat ook meegenomen is dat een sliert Nederlandse auto's in een buitenland heel moeilijk te verbergen is. Dus vandaar dat er ook peilapparatuur ingezet is. Noot
De feitelijke aanbrenging vindt veelal plaats door de DTOO. De wijze waarop de DTOO dat doet blijft voor de aanvrager geheim. De verzoeken om technische ondersteuning aan de DTOO zijn vanaf 1992 verdrievoudigd. Noot In 1995 worden 212 verzoeken om plaatsing van peilbakens uitgevoerd. Noot De meningen over de kwaliteit van de peilbakens verschilt.

De voorzitter:
Gisteren heeft onze laatste getuige (Kloosterman) gezegd dat hetgeen voorhanden is, eigenlijk niet goed werkt.
De heer Hellemons:
Dat heb ik gehoord, maar ik ben het in het geheel niet met hem eens.
De voorzitter:
Maar hij rijdt ermee rond; u stuurt de mensen eruit.
De heer Hellemons:
De vraag is waar hij mee rondrijdt. Ik wil hier graag bij aantekenen dat er, zoals ik al aangegeven heb, een enorme variteit aan plaatsbepalingssystemen is. Ik neem aan dat de getuige van gisteren doelt op een standaardmethodiek van een observatieteam.
De voorzitter:
Het plakken van een...
De heer Hellemons:
Van een peilbaken, zoals u waarschijnlijk wilde opmerken. Ik teken hierbij aan dat er op dit moment heel andere systemen bij onze dienst in gebruik zijn. Ongetwijfeld zullen er vanavond rijen deskundigen op de televisie komen en in de krant staan, die allemaal laten zien dat een peilbaken piept en dat je met een apparaat, waarvan zij driftig verkondigen dat het echt maar f.120 ex BTW kost, die peilzender onmiddellijk te pakken hebt aan de andere kant van de kamer. Ik durf hier echter absoluut te beweren dat wij goede systemen in gebruik hebben. Ik daag elke crimineel uit om die te vinden. Ik denk dat dat niet lukt. Noot
De inzet van plaatsbepalingsapparatuur gebeurt frequent, in sommige regio's meer dan 30 keer per jaar. De duur van de inzet kan variren van enkele dagen tot meer dan een half jaar. Van een eenduidige (eerste) maximumduur met de mogelijkheid tot verlenging is in de praktijk geen sprake. Dat betekent dat niet tevoren
wordt bepaald hoelang het middel mag worden ingezet. In de meeste gevallen wordt het middel pas in de verdenkingsfase ingezet, maar het wordt ook ingezet in de hieraan voorafgaande periode. Veelal betreft het in de praktijk onderzoeken naar criminele organisaties die verdacht worden van de handel in verdovende middelen, maar het vindt ook toepassing bij andere criminaliteit, zoals inbraken en autokraken. Tot 1992 besloot de politie zelfstandig over de inzet van deze middelen. Toestemming voor het gebruik van deze middelen wordt nu veelal schriftelijk gegeven door een officier van justitie. Sinds 1 januari 1995 moet de inzet van een technisch middel aan de Centrale toetsingscommissie worden gemeld. In een aanzienlijk aantal gevallen is er inmiddels melding gedaan. Tot nadere normering heeft dit nog niet geleid. De inzet van plaatsbepalingsapparatuur is geheim. Er is een tendens om in het zogenoemde stamproces-verbaal zakelijk mee te delen dat van plaatsbepalingsapparatuur is gebruik gemaakt en eventueel ook voor welke termijn. Het is geen vaste regel dat hetgeen door middel van de plaatsbepalingsapparatuur wordt waargenomen in de vorm van een proces-verbaal wordt vastgelegd.

4.4.6 Foto- en video-apparatuur

Het gebruik van foto- en video-apparatuur is niet wettelijk geregeld. De jurisprudentie laat het fotograferen en het maken van video-opnamen toe, zolang de privacy niet geschonden wordt. Van belang is dat niet meer wordt waargenomen dan een lijfelijk aanwezige politiefunctionaris had kunnen waarnemen.

De heer De Graaf:
Een camera op het raam, is dat in uw arrondissement wel of niet gebeurd?
De heer Koers:
Ik weet dat er in n zaak een video geplaatst is op een woning waarmee door de woning heen gekeken kon worden. Het betrof een zaak waarin een moord gepleegd werd. Noot
Foto- en video-observatie wordt zeer veel gehanteerd. Het gaat daarbij primair om het observeren van de buitenkant van een gebouw, lokaliteit of woning. Het gaat daarbij veelal om videocamera's die op de openbare weg zijn geplaatst of met toestemming van betrokkenen in een huis of loods. Een enkele maal werd via een inkijkoperatie een camera geplaatst in een loods zonder toestemming van de rechthebbende. Sommige camera's waren gekoppeld aan een bewegingsdetectiesysteem. Bij nagenoeg elk omvangrijk strafrechtelijk onderzoek wordt wel gebruik gemaakt van deze methode. In de doorlichting wordt honderden malen melding gemaakt van de inzet van deze methode.

De heer Koers:
Van alle bezoeken in de caravan, waar onze infiltrant toen woonde, en in het appartement waar hij later woonde, zijn video-opnames met geluidopnames gemaakt om dit risico, deze discussie (of er wel of niet een verhoorsituatie was, red.) uit te sluiten. Noot
De mate van controle varieert. Soms geeft een officier van justitie toestemming, soms is hij alleen op de hoogte en soms doet de politie het zelfstandig.

De voorzitter:
Nee, ik bedoel de slimmigheidjes. Ik vind het een vervelend woord, maar u hebt het zelf gentroduceerd. Ik zou het niet bedacht hebben. Laten wij zeggen: methodieken waarover u zelf besliste en die verder niet terug te vinden waren.
De heer Mosterd:
Ja, er is nog de statische observatie, het plaatsen van videocamera's. Dat passen wij in Hollands-midden regelmatig toe teneinde zicht te krijgen op lokale dealers. Hoe is hun handel en wandel, wanneer komen de klanten en wanneer de spullen? Dat plaatsen bepaal ik gewoon zelf. Nu is het overleg gelukkig inmiddels zodanig dat wij deze zaken ook ter kennisgeving bespreken met de officier, maar dat was een stukje niemandsland. Pas sinds het begin van dit jaar moeten wij dat doorgeven aan de Centrale
toetsingscommissie, zodat zij er zicht op krijgt hoe vaak dit middel wordt toegepast.

De voorzitter:
Gebruikt u ook video met geluid in verhoorkamers van politiebureaus?
De heer Mosterd:
Die wordt ook gebruikt, maar die is dan altijd openlijk geplaatst. De verdachte die gehoord wordt, ziet gewoon dat er video staat. In zwaardere zaken kan een koppel in een kamer ernaast zich dan ook inleven in de verhoorsituatie.
De voorzitter:
Dat is zichtbaar, niet heimelijk?
De heer Mosterd:
Dat is gewoon zichtbaar. Het is aan iedereen bekend.
De voorzitter:
En videocamera's met geluid?
De heer Mosterd:
Nee, die gebruiken wij niet. Ik herinner mij die discussie, maar wij werken alleen met beelden. Op geen enkele manier proberen wij via dergelijke methodieken geluid op te nemen, te registreren.
De voorzitter:
Wordt er bij het maken van de processen-verbaal goed op gelet dat het zien van gebeurtenissen zowel met het blote oog als met video gebeurd kan zijn? Staat er bijvoorbeeld in het proces-verbaal: ik zag om 9.32 uur dat mijnheer Jansen zijn pand verliet? Of staat erin: ik zag dat mijnheer Jansen om 9.32 uur zijn pand

verliet?

De heer Mosterd:
In het begin hebben wij het zodanig op papier geformuleerd dat het niet duidelijk werd of het via een videocamera was geregistreerd of rechtstreeks met de ogen van de betrokkenen. Ook daarin zie je een ontwikkeling. Wij geven nu gewoon aan of er wel of niet gebruik is gemaakt van een videocamera. Noot
Dit middel wordt - ook bij statisch gebruik - niet alleen ingezet na een redelijk vermoeden van schuld, maar ook pro-actief en (zelfs) in het kader van de openbare ordehandhaving. Het middel wordt bij alle soorten misdrijven toegepast. De inzet geschiedt in hoofdzaak om doelmatigheidsredenen. Er wordt mankracht bespaard en soms is andere observatie onmogelijk.

De duur van de inzet varieert sterk: van enkele uren tijdens het volgen tot (statisch) enkele maanden (bijvoorbeeld een loods). Relevante waarnemingen worden met het oog op de interne communicatie binnen het onderzoeksteam in het journaal vermeld.

De inzet van het middel is doorgaans geheim. Tot voor kort geraakte de verdachte als regel in het geheel niet op de hoogte van de inzet van het middel. Er is een tendens om in het stamproces-verbaal zakelijk mededeling te doen van de inzet van het middel. Het is nog niet gebruikelijk daarbij de duur van de inzet en hetgeen is waargenomen aan te geven. Probleem bij de openbaarmaking is dat daardoor mogelijk gevaar ontstaat voor derden die hun medewerking verleenden.

4.4.7 Inkijkoperaties

Inkijkoperaties is de verzamelnaam voor de activiteiten waarbij men heimelijk en zonder toestemming van de rechthebbende een (afgesloten) gebouw of erf betreedt, eventueel door middel van braak of verbreking, om binnen de situatie in ogenschouw te nemen en/of apparatuur aan te brengen in de ruimte zelf of aan een in die ruimte aanwezig object. Er bestaat in de praktijk onduidelijkheid over de definitie van inkijkoperaties. Sommigen beschouwen het over een hek kijken of door een kier in de schutting kijken al als een inkijkoperatie. Noot

De reden voor een inkijkoperatie is veelal het verder sturen van het onderzoek. Een inkijkoperatie bevestigt een bestaande aanwijzing of een bestaand vermoeden. Een inkijkoperatie kan er toe leiden dat een vordering tot huiszoeking (beter) kan worden gemotiveerd. Er worden eveneens (zij het minder frequent) inkijkoperaties uitgevoerd om plaatsbepalingsapparatuur op een voertuig te plaatsen of een videocamera te installeren. De jurisprudentie laat een inkijkoperatie op basis van de Opiumwet (art..9) toe. Noot Ook kan dit plaatsvinden op basis van bijzondere wetten. De rechtbank Den Bosch achtte de schouw (art. 150 Sv) een wettelijke basis voor inkijkoperaties. Het met gebruikmaking van een hulpmiddel in een ruimte naar binnen gluren, zonder die ruimte te betreden (bv. met een endoscoop in een loods of vrachtwagen kijken), wordt in de zaak Charles Z. toelaatbaar geacht.

De heer Koekkoek:
Biedt de Opiumwet een basis?
De heer Corstens:
Ja, artikel 9, Opiumwet. In de eerste plaats eist de Opiumwet, net als Strafvordering, dat er sprake moet zijn van een redelijk vermoeden. Het mag alleen maar als er sprake is van een verdenking van een strafbaar feit en dus niet in de voorfase, de fase van pro-actief optreden. Dat heeft een van de kamers van het Amsterdamse Hof naar mijn gevoel terecht uitgemaakt. In de tweede plaats heb ik het idee dat je binnen de Opiumwet het binnengaan van plaatsen mag doen om daar andere, geregelde handelingen te stellen, namelijk in beslag nemen, huiszoeking of iemand aanhouden. Het gaat niet op voor deze wijze van opereren. Naar mijn gevoel heeft de wetgever daar niet aan gedacht.
De heer Koekkoek:
U ziet het niet als een zelfstandige bevoegdheid?
De heer Corstens:
Nee, ik zie het niet als een zelfstandige bevoegdheid. Noot De Handleiding kijkoperaties 1995, die is uitgevaardigd door het College van procureurs-generaal Noot , stelt uitdrukkelijk dat, buiten gevallen die onder de Opiumwet plaatsvinden, de schouw de grondslag van een inkijkoperatie is. Volgens de handleiding is inkijken in woningen niet toegestaan. De commissie heeft verschillende vormen van inkijkoperaties aangetroffen: een politieman die met een controlerend ambtenaar mee naar binnen gaat om rond te kijken, het kijken door een door de politie geboord gat in de zijkant van een loods, het oplichten van een dakplaat van een loods, het binnentreden om plaatsbepalingsapparatuur te plaatsen of te vernieuwen, het plaatsen van bewegingsmelders, het binnentreden in loodsen en schuren om de situatie te bezien en de aanwezige goederen te controleren.
De voorzitter:
Inkijkoperaties? De heer Welten had er maar n. En wij hebben toen doorgevraagd: hoeveel inkijkoperaties heeft u in de afgelopen jaren gehad.
De heer Van Amerongen:
Ik zit pas twee jaar bij deze afdeling. Ik denk dat er in ieder geval iets van tien waren
en die zijn allemaal keurig netjes benoemd in het proces-verbaal en door de rechter getoetst.
De voorzitter:
Heeft bij u niet gespeeld dat van bepaalde inkijkoperaties geen proces-verbaal was gemaakt? Wij weten dat daarop in Den Bosch een zaak stukging.
De heer Van Amerongen:
Ik ken dat voorbeeld ook, ja.
De voorzitter:
En bij u niet? Is dat nooit voorgekomen?
De heer Van Amerongen:
Jawel. Ik heb n keer toestemming gegeven - dat was in de eerste fase dat ik er zat gebruikelijke wijze was waarop wij dat drie vier jaar terug deden. Wij hebben pas de ommezwaai gemaakt na - om een inkijkoperatie te doen onder de CID-vlag, zoals wij dat dan noemen. Ik denk dat dat ook de de notitie van de twee heren Revers en Pieters van het Bossche parket, omdat zij hem onder 9 Opiumwet en dan onder 150 Wetboek van Strafvordering lieten vallen. Wij hebben achteraf gemeend, die zaak alsnog te moeten melden en daarvan 9 Opiumwet te maken. Maar voorheen - ik heb dat gisteren nog een keer nagevraagd omdat ik het verhoor van de heer Welten heb gehoord - vond dat naar mijn mening gewoon plaats onder de CID-vlag. Ik denk dat dit als reden had dat men eigenlijk vond dat wel de zorgvuldigheid er was, dat dus de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit werden ingevuld, maar dat het wat de wetmatigheid betreft, niet kon. Noot
De heer De Graaf:
Heeft u toestemming gegeven voor een inkijkoperatie?
Mevrouw Gonzales:
Ja, dat heb ik gedaan.
De heer De Graaf:
Op grond van 9 Opiumwet?
Mevrouw Gonzales:
Ja.
De heer De Graaf:
Volgens de richtlijnen Gonsalves?
Mevrouw Gonzales:
Exact. Klopt.
De heer De Graaf:
En keer?
Mevrouw Gonzales:
Dat is n keer gebeurd en ik moet erbij zeggen dat het nog mislukt is ook, dus het had niet veel resultaat.
De heer De Graaf:
Het is dus bij een poging gebleven?
Mevrouw Gonzales:
Ja, en het is geverbaliseerd, inderdaad op basis van 9 Opiumwet. Noot Van inkijken in woningen of kantoren Noot is nauwelijks gebleken. Men zou kunnen spreken van enkele - zeer zeldzame - semi-inkijkoperaties in woningen/kantoren, waarbij een opsporingsambtenaar andere ambtenaren tijdens een reguliere controle begeleidde. Inkijken is een methode die binnen politie en justitie met enige regelmaat is gehanteerd. Inmiddels lijkt het aantal sterk terug te lopen. Inkijkoperaties werden vaak uitgevoerd zonder enige verdere vastlegging en zonder vermelding in het proces-verbaal. Verschillende arrestatieteams (bijvoorbeeld Rijkspolitie West II, Utrecht en Rotterdam) voerden dergelijke operaties uit, ook ten behoeve van het IRT.
De voorzitter:
Het lijstje van de heer Zllner betrof allerlei inkijkoperaties waar verder geen verslaglegging van terug te vinden was. Uit een zakboek kwam naar voren: klusje voor Lith. En wij vragen ons nu af wat dat was.
De heer Lith:
Mijn opvatting daarover is dat de registratie niet thuishoort bij het arrestatieteam maar bij degene die de verantwoordelijkheid had. Die lag bij mij en daar is het geregistreerd. Ik heb er ook over gesproken met de heer Zllner. Ik heb ook geconstateerd dat een aantal malen bij hem op z'n lijstje stond: klusje. Ik zal u een voorbeeld geven. Als ik hem vroeg om met zijn team bij wijze van spreken morgen zo'n inkijkactie te verrichten, dan ging hij vanavond voorverkennen. Daar besteedde hij twee uur aan. En dat bleek er ook op te staan als klusje. In die zin kan ik precies bij de administratie van het IRT terugvinden welke inkijkacties, overigens met toestemming van het openbaar ministerie, wij hebben gedaan. Noot
De inkijkoperaties werden veelal ook uitgevoerd door de Dienst technische operationele ondersteuning van het Korps landelijke politiediensten. Over de omvang van de inzet van deze methode is weinig te zeggen aangezien slechts zelden zaken werden vastgelegd.

Een aantal voorbeelden is bekend uit de doorlichting.
Inkijkoperatie in een kas
In een verdovende middelenzaak is door de politie zonder toestemming van de officier een
inkijkoperatie uitgevoerd in een kas. Het vermoeden was er dat er hennepplanten zouden worden gekweekt. In de grote kas bleken inderdaad enige honderden hennepplanten te staan. Hierna is er nog een tweede keer gekeken o.a. door CRI-medewerkers die bevestigden dat het inderdaad ging om verboden planten. Vervolgens zijn bij huiszoeking de planten in beslag genomen.
Meeliften
De politie heeft onder bijzondere omstandigheden een voor-inkijkoperatie gedaan in een loods. In het kader van een onderzoek werd genformeerd bij het GEB naar het energieverbruik in een bepaalde loods. Door het GEB werd gemeld dat de gasinstallatie was afgesloten en dat er een aanvraag was om de levering te hervatten. Het GEB moest echter de aanwezige gasinstallatie nog keuren. Vervolgens heeft een politieman de GEB-controleur vergezeld bij de controle van de gasinstallatie in de loods. Hierbij was de eigenaar aanwezig. De politieman heeft de situatie in de loods en de afsluiting hiervan bekeken. Het doel van dit meeliften was om de opportuniteit van een eventuele latere
inkijkoperatie danwel een huiszoeking te beoordelen. Dit vervolgtraject is echter niet doorgegaan.


Milieuambtenaar controleert op verzoek
In een onderzoek heeft een ambtenaar van milieuzaken op verzoek van de politie een bedrijf gecontroleerd. Hij werd hierbij vergezeld door een politieambtenaar die met een verborgen camera opnamen maakte in het pand. De politieman heeft zichzelf niet als zodanig kenbaar gemaakt maar deed zich voor als een collega van de milieu-ambtenaar. Later is dit in een andere situatie nogmaals gebeurd, maar dan zonder camera.
In sommige gevallen was er sprake van toestemming van het OM, in andere gevallen was het OM niet op de hoogte. Soms vond de inzet plaats op initiatief van de CID, soms van de tactische recherche. Tot voor kort besloot de politie zelfstandig over het gebruik van dit middel. De Handleiding kijkoperaties verplicht de politie tot toestemming van het OM. De registratie van de inkijkoperaties liet veel te wensen over. Het bleek in verschillende gevallen niet mogelijk achteraf te reconstrueren wie waarvoor inkijkoperaties had verricht. De gebeurtenissen rond de strafzaak Henk R. tonen dit duidelijk aan.

4.4.8 Andere observatiemethoden

In verschillende interviews komen vuilnissnuffel en postvang, in de zin van hengelen in brievenbussen, aan de orde. Postvang in deze zin is in strijd met het grondwettelijk gewaarborgde briefgeheim. Het Wetboek van Strafvordering kent een aparte regeling voor het onderscheppen van poststukken (zie artt. 100-102 en 114 Sv). Postvang buiten deze regeling om is onrechtmatig. In de zaak Charles Z. heeft de Hoge Raad beslist dat het in die zaak toegepaste onderzoek van huisvuil geen schending van het recht op de persoonlijke levenssfeer opleverde.

Slechts weinigen zien vuilnissnuffel en postvang als bijzondere methoden waarvoor aparte regelgeving zou moeten worden geformuleerd. Deze methoden worden volgens betrokkenen al gebruikt zolang de politie bestaat.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken