4. CRIMINELE ORGANISATIES OP FRAUDEGEBIED

4.1. Inleiding

In dit hoofdstuk wordt op basis van het beschikbare empirische materiaal en de geraadpleegde literatuur een beeld geschetst van de criminele groepen, die op het terrein van de georganiseerde fraude zijn aangetroffen. Daartoe zal in paragraaf 4.2 allereerst de diversiteit van de bestudeerde dadergroepen uit de doeken worden gedaan. In paragraaf 4.3 zal de aandacht worden gevestigd op de achtergrond van de individuele verdachten. Behalve op kenmerken als geslacht, etnische afkomst en leeftijd zal het accent in deze paragraaf gelegd worden op het verloop en de duur van de criminele carrire. Tevens zal worden ingegaan op de vraag in hoeverre fraudeurs marktgebonden opereren. Paragraaf 4.4 ten slotte staat in het teken van de aard van de onderlinge samenwerking, de gezagsstructuur binnen de verschillende groepen en de contacten die worden onderhouden met andere criminele organisaties.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken