7.5. Recapitulatie

In dit hoofdstuk zijn verschillende rechtsfiguren onder de loep genomen waarmee criminele groepen rookgordijnen optrekken rondom hun illegale activiteiten. Geconstateerd is dat, ondanks verscherpt toezicht op het gebruik van rechtspersonen, in de praktijk nog de nodige ruimte bestaat voor het ontwikkelen van schijnconstructies.

Ten aanzien van de BV is een aantal criminaliteitsgevoelige factoren onderscheiden. Het vaststellen van de identiteit van de oprichters van een BV blijft, ondanks de sinds kort vigerende legitimatieplicht, een probleem, niet alleen omdat legitimatiebewijzen kunnen worden vervalst, maar ook omdat het niet noodzakelijk is dat de oprichters in levende lijve voor de notaris verschijnen. Bovendien behoort, als gevolg van de tijdsdruk waaronder de afdeling Rechtspersonen van het ministerie van Justitie gebukt gaat, een grondige kwalitatieve toets van de aanvraag tot oprichting meestal tot de onmogelijkheden.

De overdracht van aandelen dient sinds 1993 bij notarile akte te geschieden, maar een antecedentenonderzoek blijft hierbij achterwege. Dit vormt vooral ten aanzien van het omvangrijke bestand lege of plank-BV's een kwetsbaar element. De aantrekkingskracht van deze BV's voor criminele groepen schuilt daarnaast in het feit dat ze snel leverbaar en goedkoop zijn.

Het onderzoek heeft signalen opgeleverd dat de stichting een rechtsvorm is die in het criminele circuit aan populariteit heeft gewonnen. De voordelen van deze rechtsvorm voor criminele groepen bestaan uit het ontbreken van achtereenvolgens een antecedentenonderzoek bij oprichting, een wettelijke publikatieplicht, een notarile akte bij bestuurswisselingen en een redelijke mate van toezicht vanuit het OM.

Criminele groepen lijken ook hoe langer hoe meer uit te wijken naar buitenlandse rechtspersonen, zoals Delaware-corporations en Antilliaanse NV's. Het toezicht op de handelsactiviteiten van deze rechtsvormen is beperkt, niettegenstaande de recente aanscherping van het beleid op dit gebied. Door een tussenschakel in de vorm van een trust in de keten op te nemen, worden de activiteiten van binnenlandse en buitenlandse rechtspersonen nog meer in nevelen gehuld.

De meest verregaande vorm van afscherming is zonder twijfel gelegen in de constructie van het scheiden van juridisch en economisch eigendom. Deze constructie wordt vooral toegepast in het rechtspersonenverkeer alsmede bij investeringen van misdaadgeld in de onroerend-goedsector. Het gegeven dat de naam van de economische eigenaar geheim kan blijven, maakt het handelsverkeer definitief tot een schimmenrijk, waarin aan schriftelijke bewijsstukken van de rechtsverhoudingen geen geldingskracht meer mag worden ontleend. Deze ondergrondse wijze van zakendoen ondergraaft elke vorm van toezicht en vormt een inbreuk op de grondbeginselen van de rechtsstaat.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken