3.4. De illegale handel in vuurwapens

Van oudsher wordt de illegale handel in vuurwapens, zeker in illegale vuurwapens, geassocieerd met georganiseerde criminaliteit. Niet alleen omdat de grootschaliger vormen van deze handel op zichzelf reeds gemakkelijk de kenmerken van deze criminaliteit vertonen, maar ook omdat in alle andere vormen van georganiseerde criminaliteit het gebruik van geweld, ook door middel van vuurwapens, een cruciale rol speelt. De beschrijving die hiervoor is gepresenteerd van de drugshandel in Amsterdam, laat hier geen enkel misverstand over bestaan. Daarenboven mag niet uit het oog worden verloren dat, juist ook vanwege het gewelddadige karakter van veel drugshandel, groepen die in drugs doen geregeld tevens illegaal wapens verhandelen.

In deze paragraaf wordt aan de hand van de schaarse gegevens die er over deze handel in en rond Amsterdam
voorhanden zijn, gepoogd een beeld te geven van wat hij hier voorstelt. En dit allereerst tegen de achtergrond van enig cijfermateriaal omtrent het vuurwapenbezit en het vuurwapengebruik in de stad. Deze gegevens bieden althans enige indicatie van de behoefte aan (illegaal) verhandelde vuurwapens in de stad zelf, de lokale markt zogezegd. Tevens wordt echter bezien in welke mate de wapenhandel in Amsterdam niet zozeer gericht is op de lokale markt, maar zich ook op internationaal niveau beweegt. Maar over welke markt(en) het ook gaat, centraal staat bij hun bespreking de vraag naar de groepen die op deze markt(en) wapens te koop aanbieden.

3.4.1. Vuurwapenbezit en vuurwapengebruik in Amsterdam

In de jaren tachtig werd er weinig of geen controle uitgeoefend op het legale vuurwapenbezit in de stad. Hierdoor was het ook moeilijk te bepalen hoeveel mensen op een gegeven moment legaal over exact hoeveel wapens beschikten. De laatste twee jaar is in het kader van een stedelijk politieproject de controle op het (legale) bezit echter weer gentensiveerd. Dat dit geen overbodige luxe was, kan onder meer worden opgemaakt uit het feit dat een bepaalde schietvereniging 130 leden telde, waarvan er 80 niet alleen geen verlof, een machtiging, hadden om een wapen te bezitten, maar voor het grootste deel ook nog eens over de nodige antecedenten beschikten. Deze leden kwamen dus in een quasi-legale omgeving hun schietvaardigheid op peil houden met wapens die zij kennelijk op de zwarte markt hadden gekocht. Door de meer stringente controle die de laatste jaren werd toegepast, is duidelijk geworden dat in de hele regio Amsterdam-Amstelland momenteel 2.400 verlofhouders en 355 jachtaktehouders samen 6.222 vuurwapens in gebruik hebben. Bij de zogenaamde verlofhouders gaat het onder andere om sportschutters en kleiduivenschutters, maar ook om personeel van De Nederlandsche Bank, deurwaarders en een aantal mensen in andere (bedreigde) beroepen, bijvoorbeeld taxichauffeurs en juweliers. Het feit dat al zulke mensen verlof kunnen bekomen tot het houden van een vuurwapen, sluit overigens bepaalde risico's met betrekking tot het gebruik van de desbetreffende wapens niet uit. Aan de ene kant komt het namelijk voor dat volstrekt reguliere verlofhouders hun legale wapen in een illegaal verband bij zich dragen (buiten de eigen woning en buiten het domein van de schietvereniging). Aan de andere kant gebeurt het ook wel dat verlofhouders hun wapen voor kortere of langere tijd uitlenen aan criminele bekenden. Hoe dikwijls iets dergelijks gebeurt, is moeilijk te schatten.

Deze laatste praktijk brengt ons bij de vraag naar het illegale wapenbezit in Amsterdam, want hier leven nu eenmaal illegale wapenhandelaren bij wie criminelen voor een tijdje een wapen kunnen leasen. Om maar te zeggen dat het gewoon zeer moeilijk is om de omvang van het illegale wapenbezit enigermate vast te stellen. Wie toch een poging wil wagen kan nog het best vertrekken van het aantal illegale vuurwapens dat in de voorbije jaren naar aanleiding van gewone controles, schietincidenten of bedreigingen in beslag is genomen. Dat waren er in 1993.705 (voor Amsterdam alleen), in 1994.733 (voor de regio Amsterdam-Amstelland) en in het eerste kwartaal van 1995 reeds 158 (16 meer dan in het eerste kwartaal van 1994). Binnen het projectteam nu huldigt men de stelling dat deze aantallen slechts een paar procent vertegenwoordigen van de werkelijke hoeveelheid illegale wapens die bij deze en gene in de stad voorhanden zijn. De redenering die hier achter zit, komt in wezen neer op het trekken van een parallel met de drugshandel: ook van de ingevoerde drugs wordt slechts zo'n 3% gepakt. Wanneer deze parallel steekhoudt, zou dat betekenen dat er in de regio Amsterdam-Amstelland zo'n 24.000 illegale vuurwapens onder de mensen zijn. Hoe dan ook, wat het gebruik van vuurwapens betreft, vertonen de cijfers een betrekkelijk grillig verloop in de tijd. Het aantal voorvallen waarbij daadwerkelijk werd geschoten, liep op van 114 in 1990, naar 136 in 1991, 208 in 1992, en 254 in 1993, om in 1994 te dalen naar 212, en in het eerste kwartaal van 1995 te blijven steken op hetzelfde aantal als in het eerste kwartaal van 1994, namelijk 55. Het aantal doden en gewonden dat bij deze incidenten viel, wisselde navenant. Bedroeg het aantal doden in 1990 21, in 1991 liep het op naar 26, in 1992 naar 32, en in 1993 naar 35, maar zakte in 1994 naar 21 (en in het eerste kwartaal van 1995 bedroeg het 3 in 1994 6). Het aantal gewonden was in 1990 40, in 1991 46, in 1992 66, in 1993 95 en in 1994 .... wederom 66! Een afdoende verklaring voor dit vreemde verloop van de cijfers is niet voorhanden. Het kan in elk geval niet liggen aan een toename van het aantal pro-actieve onderzoeken naar illegaal wapenbezit. Van zulke onderzoeken is immers niet of nauwelijks sprake.

Overigens bieden de bestaande analyses van de vuurwapencriminaliteit geen diepgaand inzicht in de aard (en omvang) van de voorvallen waarbij daadwerkelijk van een vuurwapen gebruik werd gemaakt respectievelijk met een dergelijk wapen werd gedreigd. Het is dan ook totaal uitgesloten dergelijke voorvallen op de een of andere manier te relateren aan het probleem van de georganiseerde criminaliteit, of aan de groepen die nauw betrokken zijn bij het plegen hiervan. In hoeveel van die voorvallen het bijvoorbeeld ging om conflicten tussen dergelijke groepen, valt op dit ogenblik dus niet te achterhalen.

3.4.2. De handelaren op de markt

Gebleken is dat op de Amsterdamse markt heuse wapenhandelaren opereren. Uit persberichten van mei 1995 kan immers worden opgemaakt dat in augustus van verleden jaar in een woning aan de Newtonstraat naast 95 kg cocane 200 staven semtex, 30.000 patronen, 30 machinegeweren en een aantal handgranaten waren aangetroffen. Deze vondst laat dus niet alleen zien dat, zoals in de inleiding van dit hoofdstuk reeds werd gesteld, drugshandel en wapenhandel nogal eens samengaan, maar ook dat Amsterdam meer dan een lokale wapenmarkt herbergt. Zoveel staven semtex en zoveel machinegeweren tonen toch duidelijk aan dat er ook internationale wapenhandel plaatsvindt.

Wie hier allemaal deze handel drijven is - op dit ene recente geval na - moeilijk te zeggen. Gewoon door het feit dat er in de voorbije jaren geen onderzoek naar is ingesteld. We moeten het ook in dit rapport dus vooral hebben van indrukken van leden van het al eerder genoemde projectteam en van een aantal politieberichten omtrent de handelaren die hier op de korrel worden genomen.

Wanneer de wapenmarkt als het ware vanuit de stad wordt bekeken dan zijn er, wordt geschat, zo'n 10 20 (Nederlandse) figuren van wie binnen en, in zekere mate, ook wel buiten het criminele milieu bekend is dat zij (illegaal) in wapens doen. Niet bekend is eigenlijk op welke schaal en op welk niveau zij in de stad handel drijven en ook niet of zij rechtstreeks eigen lijnen hebben naar plaatsen en gebieden waar volop wapens te koop zijn, dan wel van daaruit worden bevoorraad door groothandelaren die wel zelf over dergelijke kanalen beschikken. Niettemin staat vast dat de partij wapens die in augustus 1994 in beslag werd genomen, toebehoorde aan een persoon die een centrale rol vervult in een van de hiervoor besproken criminele organisaties die ook nu nog volop in de internationale drugshandel bedrijvig is. De prijzen die op de lokale markt voor wapens en dergelijke worden gevraagd, zijn, hoe dan ook, niet zo erg hoog. Zij gaan van f.25,- voor een handgranaat naar f.1.000,- voor een behoorlijk vuistvuurwapen, tot f.4.000,- voor een automatisch wapen. Wie dus in de stad een wapen wil hebben, kan daar relatief gemakkelijk aan komen. Wat de bedoelde wapens moeten opbrengen op de internationale markt en voor welk bedrag zij hierop kunnen worden gekocht, is onbekend.

Wie als het ware van buiten de stad wapens op de Amsterdamse markt aanbieden, is al evenmin goed bekend. Wat Oost-Europa betreft bestaat de indruk dat van hieruit weinig of geen handel richting Amsterdam komt. Er zijn tot nu toe in elk geval nog haast geen wapens van bijvoorbeeld Russische makelij in Amsterdam aangetroffen. Dit wil natuurlijk helemaal niet zeggen dat het zo blijft. Er zijn enkele betrouwbare en minder betrouwbare berichten dat sommige Russische wapenhandelaren ook wel in de Amsterdamse markt genteresseerd zijn. En dan gaat het overigens niet alleen om alle mogelijke lichte en zware wapens, tot raketten enzovoort aan toe, maar ook om hoogwaardige nucleaire materialen. De plutonium-affaire in Duitsland ten spijt.

Met betrekking tot Zuid-Europa is er het beeld dat incidenteel ook vanuit Itali wapenhandel richting Amsterdam zal worden bedreven. Dit is in de voorbije jaren ook gebleken uit onderzoeken waarin concreet (ook) Italianen waren betrokken. Maar dat er sprake zou zijn van een meer structurele verbinding op dit gebied, wordt onwaarschijnlijk geacht.

Dat er verder met de burgeroorlog in voormalig Joegoslavi in beginsel grote mogelijkheden zijn gekomen voor de internationale illegale wapenhandel, ligt voor de hand. En allerlei informatie toont aan dat het hier ook om meer gaat dan om een een louter theoretische mogelijkheid. Ten eerste zijn er nogal wat geloofwaardige berichten dat Joegoslaven - individueel of in een groep - in Amsterdam zelf op kleine schaal alle mogelijke wapens verkopen: geweren, pistolen, riotguns, machinegeweren, handgranaten, etcetera. Ten tweede komt er af en toe ook (onbevestigde) informatie binnen dat Joegoslavische wapenhandelaren hier grote partijen wapens, tot enkele duizenden stuks, verhandelen, met name ook aan Amsterdamse respectievelijk Nederlandse wapenhandelaren; de recente wapenvondst bewijst dat dit niet tot de onmogelijkheden behoort. En ten derde mag niet worden uitgesloten dat allerlei incidentele wapenverkopers, en vooral verkopers van allochtone of buitenlandse origine, hun wapens in het buitenland, tot in voormalig Joegoslavi toe, van Joegoslaven betrekken. Zo gaat bijvoorbeeld het verhaal dat Turkse groeperingen die drugs leveren voor de soldaten aan het front, met wapens worden betaald en deze wapens vervolgens elders in Europa, ook in Amsterdam, proberen te slijten op de zwarte markt.

Voorts leeft in politiekringen de overtuiging dat ook Belgische wapenhandelaren nog steeds een belangrijke rol spelen op de (Amsterdamse) wapenmarkt. Ondanks de aanscherping van de wapenwetgeving en van de controle op de naleving ervan in Belgi, zouden zij er toch nog steeds in slagen wapens te onttrekken aan het legale verkeer, onder meer door diefstallen van grotere partijen wapens te ensceneren. Deze wapens zetten zij hoogstwaarschijnlijk niet zelf in Amsterdam af. Hun verkoop hier loopt vooral via illegale Nederlandse wapenhandelaren uit Brabant en Zuid-Holland.

Tenslotte is er meer dan genoeg reden om aan te nemen dat ook groepen die uit het Midden-Oosten afkomstig zijn in en/of vanuit Amsterdam wapenhandel bedrijven. We praten in dit verband zeker over n Isralische
criminele organisatie, die wereldwijd opereert, maar in Amsterdam haar thuishaven heeft, en die in het zr groot in vuurwapens handelt, zowel vanuit Nederland als vanuit Belgi. Hierbij gaat het niet alleen om handvuurwapens maar ook om bijvoorbeeld bazooka's. Overigens is deze organisatie, naar het schijnt, ook nog op andere terreinen actief, zoals de diefstal van schilderijen en de handel in verdovende middelen. Verder speelt in dit verband een Libanees-Syrische groep een belangrijke rol. Ook deze groep staat niet op zichzelf, maar is vertakt naar andere West-Europese landen. Zij voert hash en herone in Nederland in en voert cocane, van Colombianen op de Amsterdamse markt gekocht, uit. En nu is het vermoeden dat een deel van (de opbrengst van) deze verdovende middelen, ook in Nederland, wordt gebruikt voor de aanschaf van wapens, bedoeld voor n van de strijdende partijen in het Midden-Oosten. Daarenboven is bekend dat een deel van deze groep betrokken is bij de diefstal (en de export) van duurdere auto's (naar het Midden-Oosten en Nigeria).


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken