Ook de Arnhemse politie kreeg haar deel van de roerige jaren zestig. Jongeren hielden demonstraties, scholen samen rond een fontein in het centrum en verstoorden een Taptoe. De jaren zestig leven in de herinnering van de politiemensen in Arnhem echter niet voort als de jaren van de ludieke provocaties en hasjrokende langharige jongeren. De herinneringen worden beheerst door een bedreiging uit geheel andere hoek, namelijk de stevige machtspositie van enkele onderwereldfamilies. Zij zouden de rosse buurt en het uitgaansleven rondom de Korenmarkt, het uitgaanscentrum van de stad, geheel in hun greep hebben. Zij sloegen onmiddellijk munt uit de liberaler wordende opvattingen over pornografie en betaalde seks. Ook zij tartten op hun manier het gezag, net zoals de kabouters en krakers na hen. Bovendien zouden zij regelmatig betrokken zijn bij de vele intimidaties en gewelddadigheden die in die tijd tegen horecapersoneel en gasten plaatsvonden. De betrokken zware jongens leken boven de wet te staan. Zij konden ongestraft opzichtige parkeerovertredingen plegen met hun even opzichtige auto's en zij werden niet (meer) gecontroleerd op vuurwapenbezit. In de plaatselijke krant werd regelmatig gesteld dat de Arnhemse politie overschrijding van sluitingstijden van cafs door de vingers zag en bepaalde cafs zelfs niet langer durfde te betreden. Eind 1969 werd door de korpsleiding een opmerkelijke stap gezet om de impasse te doorbreken. Er werd een aparte brigade opgericht onder leiding van een brigadier, waarvoor een zestal jonge, energieke surveillanten werd uitgekozen. Zij zouden de groep bijzondere opdrachten (GBO) gaan vormen, met een directe hirarchische lijn naar de korpsleiding. De groep kreeg zeer flexibele diensttijden, en diende zich ongeniformeerd te bewegen door de rosse buurt en het uitgaanscentrum. Zij kreeg het consigne hard op te treden en geen enkele confrontatie uit de weg te gaan.
De zware jongens werden stelselmatig op verkeersovertredingen aangepakt, en in bepaalde cafs werden regelmatig controles gehouden op illegaal vuurwapenbezit. De harde confrontatie culmineerde in 1970 in een schietpartij tussen GBO-ers en de doelgroep, als gevolg waarvan een van de criminelen overleed. Twee weken later werd een horeca-exploitant op de Korenmarkt doodgeschoten.
De Arnhemse politie is na de gebeurtenissen nadrukkelijk doorgegaan met de agressieve aanpak en heeft
daardoor, zo wordt het alom ervaren, de slag gewonnen Noot . Definitief verlies van zeggenschap over de stad
zou het loon geweest zijn van angstig terugtrekken in het bureau. Het aantal gewelddadigheden op de
Korenmarkt en in de rosse buurt is sedertdien beperkt gebleven.
De couleur locale wordt meer en meer door de harddrugs bepaald. Arnhem blijkt een belangrijk knooppunt te
zijn geworden in de import en transito van herone uit Turkije. Hoewel de lokale gemeenschap op het eerste
gezicht niet erg met deze criminaliteit wordt geconfronteerd, is het voor de insider duidelijk dat de drughandel
een belangrijk misdaadprobleem in Arnhem is geworden. Hiermee is ook de tegenstand die de politie
ondervindt van karakter veranderd. Een van onze respondenten verwoordt het aldus: Ging het er in het
verleden om de sterkste te zijn, nu gaat het erom wie de slimste is. In het eerste geval legden de criminelen het
af, wij waren de sterksten; ik ben er nog niet zo zeker van of wij ook de slimsten zullen blijken te zijn. Ook het
in de stad aanwezige geweld is nauw verbonden met drugs. In de eerste plaats komen in Arnhem naar het
oordeel van de politie opmerkelijk veel ripdeals voor, die dikwijls met intimidatie en fysiek geweld gepaard
gaan. In de tweede plaats persen leden van de PKK jaarlijks veel Turkse ondernemers, onder wie ook grote
drughandelaren af, om een financile bijdrage te leveren aan hun vrijheidsstrijd.
vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken