AH Oosterbeek/Jehova's Getuigen

Rechtbank Arnhem 18 april 1995, nr. 05/075.090/92
(Artt. 8, 9 EVRM, 6 Grondwet, 123 Sv (inmiddels vervangen door art. 12 Algemene Wet op het binnentreden)) Verdachte wordt tenlastegelegd meerdere overvallen te hebben gepleegd, waaronder de overval op het Albert Heijn filiaal te Oosterbeek in mei 1990. Daarbij zijn twee personen met behulp van een riot-gun om het leven gebracht en is een persoon zwaar gewond geraakt (zie voor een uitgebreide beschrijving van feiten en omstandigheden hoofdstuk 5 Infiltratie).

Rechtsvraag:
Met betrekking tot het infiltratietraject (verbalisant A-807 deed zich voor als medeaanhanger van
Jehova's Getuigen wist zodoende in contact te komen met de verdachte en met hem te spreken over zijn criminele verleden, red.) voert de raadsman aan dat hij niet kan controleren of in casu de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in het geding is. De infiltratie zou in strijd zijn gekomen met het recht op vrije belijding, individueel of in gemeenschap met anderen, van zijn godsdienst. De infiltrant/pseudokoper zou in elk geval als getuige gehoord moeten worden. De audio- en video-opnamen zijn in strijd met art. 8 EVRM (recht op privacy), met een verwijzing naar de zaak Edwards betoogt de raadsman dat de in het kader van de infiltratie gemaakte banden aan het dossier hadden moeten worden toegevoegd (gelijk de Richtlijn infiltratie van de procureurs-generaal).

De rechtbank oordeelt naar aanleiding van het verzoek de infiltrant op de getuigenlijst te plaatsen en de video- en audiobanden aan het dossier toe te voegen:
Na het verhoor van (...), zulks ook met betrekking tot de positie van A-807 en de risico's van zijn verhoor als getuige, en na lezing van de processen-verbaal inzake de infiltratie, acht de rechtbank niet aannemelijk geworden dat zich tijdens de infiltratie wezenlijke onrechtmatigheden hebben voorgedaan. (...) Voorts moet worden bedacht dat het bij de infiltratie verzamelde materiaal door de rechtbank niet tot het bewijs zal worden gebruikt en dat de vraag of er sprake is van onregelmatigheden slechts de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie zou kunnen raken. (...) Nader onderzoek naar de gang van zaken tijdens de infiltratie acht de rechtbank dan ook overbodig, en door het achterwege blijven daarvan kan de verdachte redelijkerwijs niet in zijn verdediging worden geschaad. A-807 zal niet op de lijst van de getuigen worden geplaatst en de video- en audiobanden zullen om dezelfde redenen niet aan het dossier worden toegevoegd. De rechtbank met betrekking tot verweer dat de infiltratie in strijd was met het recht op godsdienst(uitoefening): Door het optreden van de infiltrant A-807 is de waarborg van genoemd artikel 12 Algemene wet op het binnentreden (een rustig en ongestoord verloop van een godsdienstuitoefening) en de in artikel 6 van de Grondwet neergelegde vrijheid van godsdienst niet geschonden.

De rechtbank over privacy en het maken van video-opnamen:
Artikel 8 EVRM staat er - anders dan de raadsman kennelijk meent - niet aan in de weg dat in het kader van een onderzoek naar zware strafbare feiten als de onderhavige video-opnamen worden gemaakt in een door de politie gehuurde caravan c.q. kamer.

Verdachte wordt veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf, dit in weerwil van het rapport (advies) van de psycholoog en de zenuwarts, verbonden aan het Pieter Baan Centrum te Utrecht.Gecontroleerde aflevering, pseudoverkoop en frontstore


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken