10.4 Onafhankelijkheid, beleid en hirarchie

De rol(opvatting) van de rechter-commissaris kan alleen worden begrepen tegen de achtergrond van de
onafhankelijkheid van de zittende magistratuur. Artikel 113 van de Grondwet draagt de berechting van strafbare feiten aan de rechterlijke macht (in enge zin, dus uitgezonderd de leden van het OM) op. Artikel 117 GW bepaalt dat de leden van de rechterlijke macht, met rechtspraak belast, voor het leven worden benoemd. Noot Vooral hierdoor is de onafhankelijkheid gewaarborgd. Hoewel volgens artikel 51 RO de leden van de rechterlijke macht bij Koninklijk besluit worden benoemd en bevorderd, laat de uitvoerende macht het benoemingsbeleid in de praktijk aan de zittende magistratuur zelf over.

De hirarchie die bijna elke organisatie kent in vormgeving en uitvoering van haar hoofdtaak, ontbreekt op de rechtbanken. De rechterlijke bevoegdheden zijn niet gegeven aan de president van de rechtbank of aan de arrondissementsrechtbank, maar aan de individuele rechter of aan de rechtbank, waarmee wordt bedoeld een kamer van drie rechters die over een bepaalde zaak oordeelt. Het beheer ligt in handen van het ministerie van Justitie en de tussen het ministerie en de rechterlijke macht geschoven Directie gerechtelijke diensten. Hirarchie in rangen is wel in de rechtbank aanwezig, maar dient bijna uitsluitend het proces van maken van vonnissen. Op elke drie rechters in een rechtbank is er n vice-president, die als voorzitter van een kamer functioneert. Enkele jaren geleden is de functie van cordinerend vice-president geschapen (artikel 4 Wet op de samenstelling van de burgerlijke gerechten). De inhoud van die functie is het cordineren van respectievelijk de afdelingen bestuursrecht, civielrecht en strafrecht binnen een rechtbank. Die functie slaat een brug tussen de functie van vice-president en die van president.

De onafhankelijke positie van de rechter maakt dat het niet wenselijk is dat hij binnen de organisatie wordt beoordeeld op de inhoud van zijn beslissingen. Die kunnen weliswaar door de hogere rechter worden vernietigd, maar dat blijft zonder gevolgen voor de lagere rechter. Voor het overige is de controle op rechters gering. Sinds enige tijd zijn op de meeste rechtbanken functioneringsgesprekken ingevoerd. Deze worden gevoerd door de (cordinerend) vice-presidenten. Het is nog niet duidelijk wat de gevolgen hiervan zijn. Ook binnen het kabinet van de rechters-commissarissen onbreekt hirarchie. Elke rechter-commissaris handelt en beslist zelfstandig. Over lastige zaken vindt soms vrijblijvend overleg plaats tussen rechters-commissarissen onderling. Controle van de rechter op de rechter-commissaris wordt bemoeilijkt door het feit dat het toetsing ex tunc betreft.

Soms wordt geprobeerd door middel van een discussie met de hele sectie strafrecht van de rechtbank mensen met sterk afwijkende standpunten die repercussies hebben voor het hele strafproces, over te halen om een ander standpunt in te nemen. Het gaat dan om vragen als hoeveel informatie over het hele opsporingsonderzoek nodig is om te kunnen beslissen over een machtiging voor een telefoontap en of de politie voorafgaand aan een huiszoeking de woning binnen mag gaan om de verdachte aan te houden en in de woning te blijven om de komst van de rechter-commissaris af te wachten. Het komt ook wel voor dat belangrijke nieuwe regelgeving wordt aangekondigd en toegelicht met interne nota's; wellicht kan dit ook gezien worden als het bevorderen van eenheid van benadering. De rechtbank Amsterdam kent de functie van kabinetscordinator. In andere kabinetten worden praktische problemen bij de dagelijkse leiding over het kabinet soms overgelaten aan de langst fungerend rechter-commissaris (oudste in rang). Er wordt benadrukt dat deze geen zeggenschap heeft over zijn collega's. Zijn functie is cordinerend en organisatorisch van aard. Van verdergaand inhoudelijk beleid is nergens sprake, dat is ook niet gewenst, gelet op het belang dat aan onafhankelijkheid wordt gehecht.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken