6 KERNTEAMS

6.1 Inleiding

6.1.1 Algemene introductie

Als in de tweede helft van de tachtiger jaren de belangstelling voor georganiseerde criminaliteit toeneemt, komt de gedachte op permanente opsporingscapaciteit vrij te maken ter bestrijding daarvan. Dit leidt tot de oprichting van interregionale rechercheteams (IRT's) die vanaf 1994 kernteams heten. Er zijn er zes, te weten Noord-Oost-Nederland, Randstad Noord en Midden, Zuid, Rotterdam, Haaglanden en Amsterdam. Aan deze teams nemen wisselende aantallen regionale politiekorpsen deel.

Kernteam Randstad Noord en Midden:
Noord-Holland-Noord; Zaanstreek-Waterland; Kennemerland; Utrecht.
Kernteam Amsterdam:
Amsterdam-Amstelland; Gooi en Vechtstreek.
Kernteam Haaglanden:
Haaglanden; Hollands Midden.
Kernteam Rotterdam:
Rotterdam-Rijnmond; Zuid-Holland-Zuid; Zeeland (verleent geen medewerking).
Kernteam Zuid:
Brabant-Noord; Midden- en West-Brabant; Brabant-Zuid-Oost; Limburg-Noord; Limburg-Zuid.
Kernteam Noord-Oost-Nederland:
Groningen; Friesland; Drenthe; IJsselland; Twente; Noord- en Oost-Gelderland; Gelderland-Midden; Gelderland-Zuid; Flevoland.
De kernteams zijn beheers- en gezagsmatig ondergebracht bij bepaalde ressorten, parketten en regionale politiekorpsen.
Kernteam Randstad Noord en Midden (ressort Amsterdam; parket Haarlem; regiokorps Kennemerland); Kernteam Amsterdam (ressort Amsterdam; parket Amsterdam; regiokorps Amsterdam-Amstelland); Kernteam Haaglanden (ressort Den Haag; parket Den Haag; regiokorps Haaglanden); Kernteam Rotterdam (ressort Den Haag; parket Rotterdam; regiokorps Rotterdam-Rijnmond); Kernteam Zuid (ressort 's-Hertogenbosch; parket 's-Hertogenbosch; regiokorps Brabant-Zuid-Oost); Kernteam Noord-Oost-Nederland (ressort Arnhem en ressort Leeuwarden; parket Zwolle; regiokorps IJsselland) Kernteams zijn opgericht om structureel onderzoek te doen naar georganiseerde criminaliteit met een interregionaal, nationaal en vaak internationaal karakter. De meerwaarde van een kernteam moet onder andere liggen in de toevoeging van een innovatief instrumentarium aan de meer traditionele vormen van misdaadbestrijding, mede met het oog op langere termijneffecten. Noot Wat betreft de methoden van onderzoek houdt dit een grote nadruk in op gesloten CID-optreden, waarbij vrijwel alle bijzondere opsporingsmethoden worden gebruikt. De kernteams kenmerken zich ook door belangstelling voor en expertise in onderzoek naar geldstromen (financieel rechercheren). Bovendien werken de kernteams met het oog op het structurele onderzoek met een aparte onderzoekstechniek: het fenomeenonderzoek. Ook bij het gebruik van de onderzoeksgegevens tonen de kernteams belangstelling voor vernieuwing. Het gaat bij kernteamonderzoek om het uitschakelen en ontmantelen van criminele groepen. Bij herhaling wordt gesteld dat daartoe niet alleen strafrechtelijk optreden geigend is, maar dat een integrale aanpak noodzakelijk is. Daarbij kunnen ook fiscale of bestuurlijke instrumenten worden ingezet. Noot De aandacht binnen de kernteams voor de zogeheten bestuurlijke rechtshandhaving houdt tevens verband met het feit dat de kernteams juist in verband met de georganiseerde criminaliteit stuiten op integriteitsproblemen. Deze betreffen het bestuur maar ook de politie zelf.

Wat de integriteitsproblemen betreft verdient het vermelding dat het IRT Noord-Holland/Utrecht (circa acht) zogeheten blanco-onderzoeken deed in samenwerking met de rijksrecherche. Dit waren onderzoeken waarin gedragingen van politiefunctionarissen centraal stonden. Aangezien de Rijksrecherche (toen nog) geen CID-status had, was deze bijstand van het IRT nodig.

6.1.2 Opbouw van het hoofdstuk


In het rapport Opsporing gezocht zijn enkele vragen geformuleerd die specifiek betrekking hebben op de kernteams.
9E. Hoe is de informatie-uitwisseling tussen de lokale recherche, regionale recherche en kernteams over het gebruik van opsporingsmethoden en de verkregen criminele informatie?
9F. Hoe geven de
kernteams vorm aan de fenomeenonderzoeken? Verschillende, algemeen geformuleerde vragen zijn rechtstreeks van belang voor nader inzicht in het functioneren van de kernteams.

In het navolgende wordt na een uiteenzetting van de ontstaansgeschiedenis van de kernteams (6.2) ingegaan op de organisatie ervan, het landelijk rechercheteam, de sturing en controle, de prioritering en het feitelijk onderzoek, en tenslotte de methoden.


volgende         inhoudsopgave en zoeken