V.6. De afvalverwerkingsbranche

De afvalverwerkingsbranche heeft zich in Nederland in relatief korte tijd kunnen ontwikkelen van een marginale bezigheid tot een krachtige economische sector. De omzet is groot. Er valt veel geld te verdienen aan de restanten van de welvaartsmaatschappij. Afval is een inelastisch goed waardoor de afvalbedrijven in zekere zin zelf de prijs voor de verwerking kunnen bepalen. Het milieubeleid van de Nederlandse overheid heeft aan de ene kant geleid tot het opschroeven van de eisen die aan de verwerking van afval worden gesteld en aan de andere kant heeft het een verregaande vorm van zelfregulering en privatisering in de hand gewerkt, zonder dat er is gezorgd voor een adequaat controlesysteem. Bepaalde condities in de afvalverwerkingsbranche hebben zich jarenlang redelijk ongestoord kunnen ontwikkelen waardoor een gelegenheidsstructuur is ontstaan die een voedingsbodem voor zware milieu-criminaliteit vormt. Een van deze condities is dat er veel overheidsinstanties bij zijn betrokken die door de branche-organisaties en handige afvalverwerkers tegen elkaar worden
uitgespeeld. Verder is de afvalmarkt sterk in beweging. De kleinere, van oudsher familiale bedrijven ondervinden steeds grotere concurrentie van kapitaalkrachtige bedrijven, die proberen monopolieposities in de gehele keten te verkrijgen. Hoe meer onderdelen van die keten een bedrijf in bezit heeft, des te groter zijn de winstkansen voor dat bedrijf en des te moeilijker is het door de overheid te controleren. De grote bedrijven zullen de kleinere na verloop van tijd ook uit de markt drukken omdat de afvalverwerking aan steeds hogere milieu-eisen moet voldoen. Die eisen hebben immers tot gevolg dat steeds grotere investeringen nodig zijn om adequate verwerkingsinstallaties te laten bouwen.

Er zijn in deze branche grote verschillen tussen de hoeveelheid aangeboden soorten afval en de verwerkingscapaciteit van de bedrijven. Er bestaat in deze vrij jonge economische sector dus nog geen evenwicht tussen vraag en aanbod. Enerzijds leiden deze verschillen tot fricties in de markt die illegale verwerking van afval in de hand werken, anderzijds tot grotere winstmogelijkheden voor bedrijven die van die fricties handig gebruik maken. Zo sluit de verwijderingscapaciteit nog steeds niet aan op het afvalaanbod, waardoor niet altijd de meest geigende manier van verwijdering wordt of kan worden toegepast. Als gevolg daarvan moeten ook grote hoeveelheden afval worden gexporteerd naar het buitenland. Maar het omgekeerde is ook het geval. De capaciteit voor het schoonmaken van verontreinigde grond is groter dan het binnenlandse aanbod vervuilde grond. Deze frictie leidt derhalve tot de invoer van verontreinigde grond uit het buitenland. De grote prijsverschillen tussen soorten afval, tussen soorten verwerking en tussen landen leiden ertoe dat illegale afvalverwerking financieel zeer aantrekkelijk is.

Immers, zware milieucriminaliteit wordt om twee redenen gepleegd: om geld mee te verdienen en om bedrijfsproblemen op te lossen. Deze bedrijfsproblemen ontstaan door de druk van de markt op de kleinere bedrijven, verkeerde kostencalculaties en door de verscherpte eisen van de overheid. De werkelijke omvang van zware milieucriminaliteit kan in Nederland nog niet op een betrouwbare en valide manier worden vastgesteld. Bovendien worden veel milieu-overtreders veroordeeld op grond van fraudes, valsheid in geschrifte en fiscale delicten en maar zelden (nog) op milieucriminaliteit. De situatie in deze branche moet zeker ernstiger worden ingeschat dan op grond van CBS-statistieken kan worden aangenomen. Het gebeurt in deze branche nog steeds dat gevaarlijk afval op het oppervlaktewater wordt geloosd of, illegaal vermengd met ander materiaal, wordt gestort, dat afval wordt verbrand terwijl dat niet mag, en dat afval valselijk wordt benoemd of illegaal naar het buitenland wordt gexporteerd.

Het is zeer onwaarschijnlijk dat criminele groepen zich in de afvalverwerkingsbranche hebben ingenesteld. Op grond van gegevens verkregen uit interviews met brancheleden, vakbonden en wetenschapsbeoefenaren, uit 18 dossiers afkomstig van de regiokorpsen, de CRI en het Milieu Bijstand Team, en op grond van een antecedentenonderzoek van ondernemers in de sector, komen wij tot de conclusie dat de georganiseerde criminaliteit niet in deze branche actief is. Een beschrijving van de daders wijst uit dat ernstige milieuverontreinigers meestal familiebedrijven zijn die in de jaren zestig en zeventig groot zijn geworden. De eigenaren hebben zelden een hoge (technische) opleiding genoten en regeren met vaste hand hun bedrijf; tegenspraak wordt niet geduld en loyaliteit wordt royaal beloond. De medeplichtigen zijn (mede)directeuren, boekhouders en andere personeelsleden van het bedrijf. Bijzondere aandacht verdienen de afvalmakelaars die vrijwel ongecontroleerd afval kunnen verplaatsen. Zij opereren steeds vaker internationaal waarbij het moeilijk is vast te stellen of en waar het afval uiteindelijk wordt gestort, verbrand, gecomposteerd of misschien illegaal gedumpt.

Malafide afvalverwerkers tonen weinig respect voor de overheid. Strafrechtelijke sancties lijken weinig uit te halen. Boetes worden niet of zeer laat betaald. Voert de overheid de sancties verder op dan wordt een andere tactiek toegepast: dreigen het afval te laten liggen en niet meer te behandelen, of dreigen met vertrek van het bedrijf naar een ander gebied of een ander land. Malafide afvalverwerkers zoeken ook gericht naar gedoogsituaties. Eerst wordt een kleine vergunning aangevraagd waarna allerlei soorten afval worden geaccepteerd op het bedrijf. Vervolgens wordt de vergunningverlener onder druk gezet om een grote vergunning te verlenen. De overheid wordt met het tijdelijk toelaten als het ware medeplichtig aan de ongewenste situatie en dat maakt het voor justitie achteraf weer moeilijker om strafrechtelijk te vervolgen. Afvalverwerkers die zich aan zware milieuverontreiniging schuldig maken, doen er van alles aan om opsporing door de politie of door andere instanties te voorkomen. Er worden verschillende administraties bijgehouden, er wordt in codes gepraat, personeelsleden worden getraind wat te doen en te zeggen wanneer inspecties worden uitgevoerd. Er worden BV-constructies bedacht om zich af te schermen, katvangers ingezet, en tegen elke overheidsbeslissing, hoe klein ook, worden alle juridische registers opengetrokken en alle beroepsmogelijkheden benut. Of dat laatste het gevolg is van een doelbewuste strategie kan moeilijk op grond van de gegevens worden beweerd. Effect heeft het in ieder geval wel, want de verschillende overheden worden flink beziggehouden. Afvalverwerkers worden trouwens bijgestaan door deskundige juristen, technici, mediaspecialisten en wetenschapsbeoefenaren, en, niet te vergeten, overheidsdienaren die als adviseur of als lid van de Raad van Bestuur in de arm zijn genomen. Daarmee wordt een belangenverstrengeling
bewerkstelligd die gemakkelijk kan afglijden naar corruptie. De opbrengsten van illegale activiteiten in de afvalverwerkingsbranche worden voornamelijk weer in het eigen bedrijf genvesteerd of gebruikt voor een uitbundige levensstijl en voor het kopen van de loyaliteit van het eigen personeel. Ook worden er de salarissen van de eigenaar en bedrijfsleiders mee aangevuld. In sommige gevallen worden de opbrengsten uitgegeven aan de sponsoring van bijzondere evenementen.

Geen van de bedrijven of organisaties die zich op de hiervoor aangegeven manieren schuldig maken aan milieudelicten, voldoen ten volle aan de elementen van onze omschrijving van georganiseerde criminaliteit. In alle 18 bestudeerde gevallen is er bovenal sprake van organisatiecriminaliteit, die uiteraard grote schade veroorzaakt aan het fysieke milieu en de volksgezondheid. Het zijn in se legale bedrijven die door illegaal gedrag proberen extra inkomsten te verwerven of voor het bedrijf kosten te besparen. De wijze waarop dat in een enkel geval gebeurt maakt duidelijk dat deze vorm van organisatiecriminaliteit op diverse punten dicht in de buurt van georganiseerde criminaliteit komt. Een van de belangrijkste verschillen tussen georganiseerde criminaliteit en organisatiecriminaliteit is nochtans dat bij de eerstgenoemde soort criminaliteit gebruik wordt gemaakt van intern en extern geweld en dat, zonodig, nog andere strategien worden gehanteerd om zich te weer te stellen tegen overheidsoptreden. Bij de onderzochte malafide afvalverwerkingsbedrijven hebben wij echter geen aanwijzingen voor het gebruik van intern geweld gevonden. Op het personeel wordt soms wel veel druk uitgeoefend door, aan de ene kant, diverse beloningen in het vooruitzicht te stellen en, aan de andere kant, door te dreigen met ontslag of overplaatsing naar onderdelen van het bedrijf waar de arbeidsomstandigheden slechter zijn. (Dreiging met) geweld naar de overheid is slechts incidenteel waargenomen, en dan is het vooral bedoeld om controles te bemoeilijken of zelfs te verhinderen. Overheidsoptreden wordt vaker gefrusteerd door belangrijke personen op vitale posities in het openbaar bestuur in te kapselen in het eigen bedrijf.

In de afvalverwerkingsbranche is dus inderdaad te zien dat bepaalde vormen van organisatiecriminaliteit dicht tegen georganiseerde criminaliteit aan kunnen komen te liggen. De analyses maken duidelijk dat hier in feite nooit sprake is van zwart-wit situaties, maar dat het eerder gaat om glijdende schalen waarop bepaalde vormen van criminaliteit kunnen worden gepositioneerd. In drie belangrijke casus is waargenomen dat illegale activiteiten in de bedrijven langzaam maar zeker de overhand kunnen krijgen op legale activiteiten. Bedrijven kunnen zo afglijden naar vormen van georganiseerde criminaliteit. Op grond van bovenstaande feiten en ontwikkelingen kan worden geconcludeerd dat in de afvalverwerkingsbranche een zorgelijke situatie is ontstaan.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken