VI. BRUGFUNCTIES IN DE GEORGANISEERDE CRIMINALITEIT

VI.1. Inleiding

Zoals in het vorige hoofdstuk naar voren is gekomen, opereert de georganiseerde criminaliteit niet in een maatschappelijk vacum. Criminele groepen onderhouden tal van parasitaire en symbiotische relaties met legale sectoren van de samenleving. In deze zin is de wettige wereld een levensvoorwaarde voor de georganiseerde criminaliteit. Ook in dit hoofdstuk wordt de aandacht gevestigd op de verbindingen tussen de georganiseerde criminaliteit en de conventionele samenleving. De nadruk ligt hier op de manier waarop de wettige wereld zich leent voor het leveren van hand- en spandiensten aan de georganiseerde criminaliteit. Als gevolg hiervan worden niet alleen de gepleegde misdrijven, maar ook de illegaal verkregen opbrengsten effectief afgeschermd van de politie, justitie en fiscus.

In dit hoofdstuk wordt op twee aspecten ingegaan. In de eerste plaats wordt in paragraaf VI.2 de rol belicht van sommige vrije-beroepsbeoefenaars in het afschermen van misdaden en misdaadgeld. Achtereenvolgens worden de advocatuur, het notariaat en de accountancy besproken. In de tweede plaats wordt specifieker aandacht besteed aan de wijzen waarop illegaal verkregen opbrengsten in de legale economie worden gesluisd. In paragraaf VI.3 wordt beschreven hoe naast vrije-beroepsbeoefenaars ook legale branches, zoals de effectenhandel of de banken, bewust of onbewust een bijdrage leveren aan het wegsluizen van misdaadgeld. Het hoofdstuk wordt afgesloten in paragraaf VI.4 met een kort besluit.


volgende         inhoudsopgave en zoeken