5.1. De situatie in Midden- en West-Brabant

Vanuit de regio Midden- en West-Brabant bereikten ons 69 rapportages. Een klein deel van deze rapportages moest terzijde worden gelegd, deels omdat zij betrekking hebben op uitingsvormen van zeer persoonlijk getinte (seksuele) delinquentie, deels omdat zij uitsluitend handelen over hele concrete gevallen van organisatiecriminaliteit, en deels omdat zij gaan over misdaden die uitsluitend door buitenlandse en/of allochtone personen waren begaan. Dat zodoende een paar interessante zaken buiten beschouwing blijven, bijvoorbeeld die (twee zaken) van Turkse mannen die met veel geweld en dreiging protectie wilden opdringen aan (Nederlandse) horeca-ondernemingen, valt te betreuren, maar moet worden geaccepteerd terwille van de complementariteit van de onderzoeksrapporten in dit project. Het gebruik van het woord uitsluitend in de voorlaatste zin geeft overigens al aan dat die criminele groepen, waarvan de meeste leden - zo te zien - autochtone Nederlanders zijn en waarbinnen buitenlanders en/of allochtone personen dus een (kleine) minderheid vormen, wl in deze beschouwing zijn meegenomen. Het is juist interessant om te zien hoe in elk geval op regionale schaal het onderscheid tussen autochtone en niet-autochtone misdadigers niet altijd meer te maken valt. Uiteindelijk zijn ruim 45 rapportages in de volgende reportage verwerkt. Allereerst kan men vaststellen dat de daders van een heel aantal delicten die in deze regio worden gepleegd, er helemaal niet wonen of verblijven; zij hebben er hooguit sociale en/of criminele contacten en weten er hierom hun weg te vinden. Dit is het geval in acht zaken die zijn aangemeld. Deze zaken lopen uiteen van overvallers uit Den Haag die op een gegeven moment ook in Midden- en West-Brabant hun slag willen slaan, via doelgerichte snelkrakers uit Amsterdam en Zaandam die het hebben gemunt op een juwelierszaak in Tilburg, tot zogenaamde criminele kidnappers die in Belgi een Marokkaanse hashdealer van zijn vrijheid beroven om hem op Nederlands grondgebied door zijn rivalen te laten mishandelen (inclusief marteling met electrische schokken). Zaken als deze laten vanzelfsprekend iets zien van de mobiliteit die de tegenwoordige zwaardere criminaliteit kenmerkt. Om ze hierom zonder meer onder de kop van de georganiseerde criminaliteit te rangschikken, zou echter te ver gaan.

Ongeveer tien zaken hebben enkel betrekking op incidenten die zich hebben afgespeeld op het grondgebied van de betrokken regio. Hierbij gaat het onder meer om een autodief die vermoedelijk in opdracht van derden steelt, om een netwerkje van plaatselijke drugsdealers, om een nogal gewelddadige machtsstrijd tussen vermeende compagnons in het seksclubwezen, om de uitgifte van vals geld, en om een lokaal clubje overvallers. Maar er zitten ook nogal wat rapportages in dit bestand waarin sprake is van groepjes misdadigers uit bepaalde steden en/of dorpen in Midden- en West-Brabant - die ook volgens de rapporteurs niet voldoen aan verreweg de meeste criteria die de CRI hanteert om van georganiseerde criminaliteit te kunnen spreken -
welke somtijds tot ver buiten de grenzen van dit gebied opereren. Aan de ene kant bestaat er een aantal groepjes (vijf) die hetzij dealen in alle mogelijke soorten drugs en/of bepaalde (synthetische) drugs zelf fabriceren. Aan de andere kant staat een aantal groepen overvallers en/of inbrekers en/of gewone dieven (ongeveer acht); soms pakken deze alles aan wat hen voor de handen komt, soms zijn zij min of meer gespecialiseerd in bepaalde vormen van diefstal of in bepaalde objecten, bijvoorbeeld in overvallen op woonhuizen respectievelijk in diefstal van bromfietsen. Een enkele groep ondermijnt trouwens het hier gehanteerde onderscheid tussen, grof gezegd, drugshandel en vermogenscriminaliteit: zij zijn actief in beide vormen van misdaad. Het ligt voor de hand dat juist al dit soort van grensoverschrijdende groepen de schakels (gaan) vormen in de bovenlokale netwerken die in de vorige paragraaf zijn behandeld. Veelvuldig wordt gememoreerd in de geraadpleegde stukken dat de betrokkenen veel contacten hebben in het plaatselijke milieu. Naar beneden toe zijn zij dus van hun positie verzekerd. Tenslotte heeft men de regionale bovenlaag van de (georganiseerde) criminaliteit. Die zit heel dicht aan tegen wat eerder de top van de georganiseerde criminaliteit is genoemd, als zij er hier en daar al niet mee verweven is. Hierin zitten enerzijds vier groepjes drugshandelaren die een eigen lijn op Marokko (willen) organiseren, waaronder een groepje dat nauwe contacten onderhoudt met enkele erkende drugsgroothandelaren in de provincie. Anderzijds horen hier de twee grote(re) groepen in thuis die tot ver buiten Brabant auto's stelen en/of bedrijfsinbraken plegen. Dan is er een groep figuren - met een kerngroep van zo'n 20 man uit alle delen van het land, en een veelvoud van handlangers - die afpersingen organiseren, (zelfs in politie-uniform) ripdeals plegen, zeer gewelddadige overvallen begaan, etcetera. Zij vormt in dit verband een klasse apart; geen wonder dan ook dat de opsporing ervan geen succes was. Op eenzame hoogte - regionaal bezien - staat tenslotte een man die weliswaar als geen ander in de streek verkeert met de toppers van de autochtone georganiseerde criminaliteit in Nederland, maar zelf nooit zoiets als een groep heeft geformeerd. Hij brengt van project tot project - vroeger in zowel de drugshandel als de wapenhandel, de laatste keer alleen in de drugshandel - de geschikte mensen en de nodige materile en financile middelen bijeen. En wanneer de kust veilig lijkt, wordt tot actie overgegaan. Niet altijd met succes overigens.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken