4.4. Schatting van het aandeel van criminele groepen in autodiefstallen

Omdat de daders van autodiefstallen vrijwel altijd onbekend blijven, is ook moeilijk na te gaan wat de beweegredenen zijn geweest een auto te stelen. Is dat om financieel gewin? Is het voor joy-riding of om de onderdelen van een auto? In vroeger tijden werden door de politie in ieder geval autodiefstallen die onder de noemer joy-riding kunnen worden gerangschikt, afzonderlijk genoteerd en in de statistieken opgenomen. In de jaren tachtig is de politie joy-riding minder als afzonderlijk delict gaan registreren omdat zij uiteindelijk bij een onbekende dader niet in staat was het motief achter het delict te kennen. Zo werd het langzamerhand de gewoonte dat wanneer een auto als vermist wordt aangemeld die dan maar altijd als autodiefstal te registreren.

Omdat kennis over de motieven van autodieven ontbreekt kan dus ook niet op de een of andere manier worden vastgesteld of een auto door professionele dieven of criminele groepen is gestolen of door eenlingen. Om toch een schatting te kunnen maken, moet gebruik worden gemaakt van een aantal assumpties. Er vanuitgaande dat bij autodiefstallen die worden gepleegd door criminele groepen of andere professionele dieven, de auto's niet meer worden teruggevonden met dezelfde identiteit, kunnen wij in ieder geval nagaan wat het aandeel is van professionele dieven n van criminele groepen.

Zoals hiervoor al is uiteengezet, zijn de cijfers over weer teruggevonden personenauto's in zekere zin vervuild. Gegeven deze negatieve randconditie is uitgaande van een terugvindpercentage van 86 het aantal personenauto's dat niet meer wordt teruggevonden ongeveer 6.000 stuks (tussen 5 en 7.000). Dit aantal wordt door professionele dieven gezamenlijk in Nederland gestolen in 1993.

Uit een CRI-analyse blijkt voorts dat Opels weliswaar vaak worden gestolen, maar ook dat zij vaak worden teruggevonden (Degen, 1994). Duurdere automerken zoals Mercedes, Audi en BMW hebben een geringere kans te worden teruggevonden. De voorkeur van professionele dieven gaat dus uit naar het duurdere segment van de automarkt. Daaraan valt uiteraard het meeste te verdienen. Het zoeken naar hoge winsten uit zich ook in de voorkeur voor jonge auto's. Jongere auto's hebben een kleinere kans terug te worden gevonden dan oudere auto's. Bij autodiefstallen om joy-riding of om tijdelijk vervoer te regelen zijn meestal oudere auto's van veelverkochte, minder dure personenauto's betrokken. Deze auto's zijn makkelijker open te breken en zijn sneller rijklaar te maken dan duurdere auto's. De techno-preventieve voorzieningen die in de laatste zijn ingebouwd, maakt ze minder geschikt voor diefstal door gelegenheidsdieven. Professionals hebben daarmee overigens geen enkele moeite (Eijken en De Waard, 1994).


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken