Henk van de Bunt (VU/WODC)
m.m.v. Roelof Jan Bokhorst en Hans Werdmlder (beiden WODC)

Voorwoord

Tal van mensen zijn bij de totstandkoming van dit rapport betrokken geweest. In de eerste plaats gaat mijn dank uit naar de personen die bereid waren een gesprek te voeren over de problematiek van de vrije-beroepsbeoefenaars in relatie tot de georganiseerde misdaad. In bijlage 1 staan de namen van de genterviewden vermeld. In de tweede plaats is veelvuldig en nimmer tevergeefs een beroep gedaan op stafmedewerkers van de beroepsorganisaties, de NOVA, de KNB, de NIVRA en de NOvAA. Ten derde zijn door het gehele land gesprekken gevoerd en telefonische contacten onderhouden met rechercheurs over gesignaleerde voorvallen van verwijtbare betrokkenheid. Speciale dank ben ik verschuldigd aan Jan Janse en Theo Akse, beiden werkzaam bij de afdeling Finpol van de CRI, die altijd bereid waren tekst en uitleg te geven over de Finpol-meldingen.

Ook in de eigen kring van het WODC is de medewerking en ondersteuning buitengewoon goed geweest. Samen met Hans Werdmlder werden de interviews verricht. Hij schreef bovendien de eerste conceptversie van het hoofdstuk over de accountants. Roelof Jan Bokhorst bleek in de laatste maanden van het project een onmisbare steun en toeverlaat. Desire Laagland speelde een belangrijke rol in de analyse van tuchtrechtzaken, Albert Klijn gaf constructief commentaar op het hoofdstuk over de advocatuur en Vivian van den Broek heeft de tekst op uitstekende wijze gedit.

Den Haag, november 1995
Henk van de Bunt


volgende         inhoudsopgave en zoeken