4.3. Enkele basiskenmerken van de daders

De vorige paragraaf heeft duidelijk gemaakt dat fraudeurs moeilijk over n kam te scheren zijn. Hieronder wordt deze bevinding nader uitgewerkt aan de hand van de presentatie van een aantal achtergrondgegevens van de bij de bestudeerde fraudezaken betrokken daders. Deze gegevens zijn afkomstig uit de zaaksdossiers en de aantekeningen van de vraaggesprekken en uit uittreksels uit het justitile documentatieregister. Het laatste bestand is geraadpleegd om inzicht te verkrijgen in de justitile antecedenten van de personen die door de opsporingsambtenaren als hoofdverdachten waren aangemerkt.

In totaal is ten aanzien van 62 verdachten - verdeeld over 17 zaken - justitile informatie opgevraagd. Deze verdachten waren door de opsporingsinstanties als hoofdverdachten aangemerkt.

In n zaak waren de benodigde personalia niet te achterhalen. Noot

4.3.1. Daderprofiel op basis van demografische kenmerken

De hoofdverdachten in de onderhavige studie zijn zonder uitzondering van het mannelijke geslacht. Georganiseerde fraude lijkt daarmee, nog sterker dan bij andere delicttypen het geval is, een door mannen beheerst domein. Opmerkelijk is dat de daders over het algemeen behoren tot de na-oorlogse generatie: de gemiddelde leeftijd bedraagt 44 jaar. Slechts twee verdachten zijn jonger dan 30 jaar; de jongste is 27. De oudste dader heeft recentelijk de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.

Een derde opvallend kenmerk is dat allochtonen nauwelijks vertegenwoordigd zijn in de dadergroep. Autochtone Nederlanders zijn op fraudegebied dominant aanwezig. Ook uit de landelijke inventarisatie criminele groeperingen 1995 van de DCRI komt dit beeld naar voren. Ten aanzien van een aantal fraudevormen is volgens verschillende opsporingsinstanties het aandeel van woonwagenbewoners onevenredig groot. Vooral bij de produktie van en handel in valse merkartikelen zouden veel kampbewoners betrokken zijn. Criminele groepen die zich met dergelijke activiteiten bezighouden, blijken vooral te opereren vanuit Noord-Brabant en Limburg. Zo staat Helmond inmiddels te boek als het Bienne van Nederland ofwel het illegale horlogecentrum van het land.

Een ander fraudeterrein waarop woonwagenbewoners zich volgens een aantal opsporingsambtenaren manifesteren, betreft de oliemarkt. Een van de sleutelfiguren op dit gebied, die zelf inmiddels in Belgi woont, onderhoudt naar verluidt goede contacten met een groep woonwagenbewoners. Deze zouden een rol spelen bij de distributie van olie in Nederland en staan te boek als uiterst gewelddadig.

4.3.2. Criminele carrires

Van de 62 hoofdverdachten over wie informatie beschikbaar is uit het justitile documentatieregister, blijken er 14 over een blanco strafblad te beschikken. Bijna 4 op de 5 hoofdverdachten is dus al eerder met justitie in aanraking geweest. Tweentwintig personen (35%) kunnen zelfs beschouwd worden als notoire recidivisten: zij hebben 5 antecedenten of meer. Topscorer is een verdachte met 43 antecedenten. Deze gegevens vertonen sterke overeenkomsten met de bevindingen van Nelen e.a. (1994).

Twintig personen (32%) hebben kortere of langere tijd in een penitentiaire inrichting doorgebracht. De langste detentieperiode besloeg 10 jaar, maar hierbij moet worden aangetekend dat de betreffende vrijheidsstraf was opgelegd in Belgi terzake van een in het kader van een onderzoek naar fraude atypisch delict, namelijk overtreding van de Opiumwet. Behalve deze verdachte beschikken slechts 5 personen - verdeeld over 3 zaken - over antecedenten terzake van handel in verdovende middelen. Hieruit mag worden geconcludeerd dat dadergroepen die zich toeleggen op zowel drughandel als georganiseerde fraude en bedrog, betrekkelijk zeldzaam zijn. Het overige empirische materiaal ondersteunt deze belangrijke conclusie: in een aantal gevallen werden wel nevenactiviteiten op de drugmarkt verondersteld, maar deze vermoedens konden nimmer bewijsrechtelijk worden hard gemaakt. Ook Van Duyne (1995) is nauwelijks mengvormen van drughandel en bedrijfsmatige misdaad tegengekomen.

De delicttypen waarvoor de hoofdverdachten wel frequent in aanraking met de justitile autoriteiten zijn geweest, zijn vooral vermogensdelicten en typische fraudedelicten, zoals valsheid in geschrifte, bedrogs-, vermogens-, belasting- en economische delicten. Een niet onaanzienlijk aantal hoofdverdachten kan al met al enige routine op fraudegebied niet worden ontzegd. Dit blijkt ook wanneer we de duur van de criminele carrire in de beschouwing betrekken: deze varieert voor de hoofdverdachten met 5 justitile antecedenten of meer van 8 tot 22 jaar.

De hardnekkige recidivisten zijn verspreid over 10 zaken. Dit betekent dat de hoofdverdachten in de overige zaken hetzij minder op hun kerfstok hebben - qua aantal delicten - hetzij minder de aandacht van de opsporingsinstanties op zich hebben weten te vestigen. Achttien personen (29%) tenslotte - verdeeld over 9 zaken - beschikken over justitile antecedenten inzake geweldsmisdrijven en/of verboden wapenbezit.

4.3.3. Specialisten of generalisten

Hierboven is uiteengezet dat een niet gering aantal daders hun sporen reeds ruimschoots heeft verdiend op het gebied van de financieel-economische criminaliteit. De meeste schoenmakers lijken zich derhalve bij hun leest te houden. Daarmee is niet gezegd dat fraudeurs zich per definitie tot n marktsegment of fraudevorm beperken. Integendeel, een niet gering aantal fraudeurs wendt in zijn loopbaan verschillende fraudetypes aan en opereert binnen verschillende branches. Een dergelijke wendbaarheid is, zoals de casustiek in het vorige hoofdstuk laat zien, vooral aangetroffen bij de parasitaire fraudevormen. In het volgende hoofdstuk, aangaande de afschermingsmethoden, gaan we hier nader op in.

Bij fraudevormen waarin sprake is van verwijtbare betrokkenheid van n of meer wettige marktdeelnemers, betonen de daders zich over het algemeen honkvaster. Deze marktgebondenheid kan niet los worden gezien van de noodzaak om, met het oog op de gangbare handelwijzen en afzetmogelijkheden binnen de reguliere markt, te beschikken over enige branchekennis. Eenmaal in het bezit van dergelijk know how, is men niet snel geneigd te penetreren op een andere, totaal onbekende, markt. Zolang de marktomgeving in de favoriete branche niet vijandig reageert, is daar ook weinig aanleiding toe.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken