8.2. De rol van tussenpersonen

Zoals aangegeven in het vorige hoofdstuk, is er sprake van een levendige handel in rechtspersonen. Die handel moet zeker niet alleen worden gezien als een vorm van dienstverlening aan criminele groepen. Ook wettige deelnemers aan het economische verkeer kunnen baat hebben bij het afstoten van BV's en/of het kopen van een plank-BV. De particuliere handelaar A, die in dit hoofdstuk centraal staat, kwam op de volgende wijze tegemoet aan de wensen van zijn bonafide clinten.

A nodigde via advertenties in landelijke dagbladen ondernemers in moeilijkheden uit zich tot hem te wenden teneinde gezamenlijk tot een saneringsplan te komen. Dit plan behelsde een sterfhuisconstructie en bevatte de volgende stappen.

* A regelt katvanger voor slechte BV.
* BV, inclusief schulden, naar katvanger.
* BV gestald op fictief adres (alleen kantoorruimte, zonder telefoon).
* BV binnen enkele maanden failliet.
* Eigenaar/bestuurder van slechte BV wordt eigenaar van een door A geregelde BV en kan zijn activiteiten voortzetten in nieuw schoon bedrijf.
* A krijgt aandeel in nieuw bedrijf.
Een van de ondernemingen die op bovenstaande wijze naar een faillissement werd geleid, was een bekend mailing- en automatiseringsbedrijf. Ondanks enkele financieel daadkrachtige opdrachtgevers raakte deze onderneming in aanzienlijke problemen. Het vermoeden bestaat dat het bedrijf is leeg getrokken door enkele bestuurders/aandeelhouders ten behoeve van de bekostiging van een uit de hand gelopen hobby. In een andere BV worden de bedrijfsactiviteiten onder leiding van een voormalige stafmedewerker momenteel voortgezet. Voor criminele groepen is bemiddeling van handelaren als A vooral interessant bij het oprichten van BV's met behulp van katvangers en bij de koop van plank-BV's. Bij de oprichting van nieuwe schone BV's ging A als volgt te werk.

Verdachten + rol:


1. A ---> dader, leidinggevende: * vult formulieren in, katvangers zetten alleen handtekening; * betaalt de kosten van de oprichting; * stort de stichtingskosten; * regelt alles op de bank; * conceptakte wordt naar A gestuurd; * voor het passeren van de akte waren de overschrijvingsformulieren al klaar; * betaalt de katvangers f.1000 per inschrijving. 2. Drie vrouwelijke katvangers --> daders, medeplichtigen: * ondertekenen alleen formulieren; * weten niets van BV; * krijgen per inschrijving f.1000; * doen alles in opdracht van A. 3. Notaris B --> medeplichtige: * bij hem passeerden 50 aktes; * verzond kopien van conceptakten naar A; * stuurt rekening naar A. Van een van de op bovenstaande wijze opgerichte BV's is bekend dat deze betrokken is geweest bij een omvangrijke fraude met onroerend goed op Aruba. Deze BV is inmiddels failliet verklaard. Hetzelfde lot ondergingen de meeste van de overige 49 BV's die door het opsporingsteam zijn onderzocht. In de bovenstaande zaak kon de verwijtbare betrokkenheid van notaris B ondubbelzinnig worden vastgesteld. Noot In de meeste zaken is dat niet het geval en kan de notaris hooguit verweten worden dat hij/zij eventuele vermoedens van malafide praktijken niet heeft doorgemeld. Het laatste kan overigens weer op gespannen voet komen te staan met de geheimhoudingsplicht die de notaris heeft ten opzichte van zijn clinten. Voor meer informatie omtrent de ambivalente positie van de notaris verwijzen we naar het deelrapport inzake de vrije beroepen. De voor de oprichting benodigde katvangers worden meestal geronseld in caf's of andere etablissementen. In de regel betreft het hier enigszins aan lager wal geraakte personen, die gaarne bereid zijn om tegen een - meestal geringe - vergoeding een handtekening te zetten of andere eenvoudige formaliteiten te vervullen. Veruit de meeste strolieden zijn niet van zins - laat staan bij machte - de rechtspersonen op een andere wijze aan te wenden dan hen door de leidinggevenden is opgedragen. Niettemin wensen sommige leidinggevenden zich in te dekken tegen de mogelijkheid dat de katvangers afwijken van de opgestelde gedragslijn en hen daarmee aanzienlijke schade berokkenen. Dat een dergelijke handelwijze niet altijd zonder risico's is, illustreert het volgende - in deel 1 van dit rapport reeds uitvoerig besproken - fraudegeval. CASUS 2 Bij bedrijven die in moeilijkheden verkeerden, introduceerde de hoofdverdachte zich als troubleshooter. De activa van deze bedrijven werden overgeheveld naar nieuw opgerichte rechtspersonen, waar een stroman van de hoofdverdachte was aangesteld als directeur en aandeelhouder. Tegelijkertijd met de overdracht van de aandelen aan de stroman werd onderhands een optiecontract getekend, waarin was vastgelegd dat de hoofdverdachte het recht had de aandelen van de betreffende bedrijven op enig moment (terug) te kopen. De optiecontracten werden tijdens de huiszoeking bij toeval aangetroffen in een geheime kluis. Zodoende werkte de constructie van de hoofdverdachte om zijn medewerkers zo veel mogelijk aan een touwtje te houden, uiteindelijk meer tegen dan voor hem. In het vorige hoofdstuk is geconstateerd dat voor criminele groepen vooral de aankoop van een rechtspersoon uit het bestand lege BV's aantrekkelijke opties biedt. De particuliere handelaren beschikken over honderden van dergelijke plank-BV's. Daarnaast hebben zij de nodige stichtingen en buitenlandse rechtspersonen in de aanbieding. De handel in rechtspersonen vormt de kernactiviteit van intermediairs als A, maar daarnaast verlenen zij ook bedrijfskundige adviezen (zoals in het bovengenoemde voorbeeld van de sterfhuisconstructie) en maken zij soms zelf deel uit van een fraudeconstructie. In het geval van A ging het om een zaak die zich afspeelde in de bouwnijverheid. A komt naar voren als de directeur van BV X. Hij verhandelt deze onderneming aan B, een katvanger. De laatste is ook in beeld als directeur van twee andere BV's. In de door het opsporingsteam aan het licht gebrachte fraude gaat het om de volgende strafbare feiten: * premiefraude: het verzwijgen van deel van door werknemers genoten loon, valsheid in geschrifte (ten aanzien van geleidestaten, jaaropgavekaarten, kasboek en kwartaalloonopgaven) en het onttrekken van geld aan de staat en de bedrijfsvereniging via de G-geldrekening; * uitkeringsfraude (voor een aantal verdachten); * heling van geld afkomstig van de geblokkeerde G-geldrekening door katvanger B. A en B hebben ten aanzien van deze fraude faciliterend opgetreden. Zo is door BV Y door middel van facturen van BV X een gedeelte van de gemaakte omzet c.q. gefactureerde arbeidsomzet ten laste van het laatstgenoemde bedrijf gebracht. BV X heeft echter bij geen enkele instantie de gemaakte omzetten c.q. produktie verantwoord. A c.s. stellen met andere woorden vervalste facturen ter beschikking en laten de factuurstroom lopen via de door hen gecontroleerde BV's. A komt ook in andere strafrechtelijke onderzoeken bovendrijven als een man die zijn diensten aanbiedt aan criminele ondernemers. Zo had de hoofdverdachte in een grootschalige vleesfraudezaak zijn rechtspersonen via A verkregen. Een ander voorbeeld van sterke verwevenheid met het criminele milieu vormen de contacten tussen A en enkele roemruchte BTW-fraudeurs. Ten slotte zijn er relaties vastgesteld tussen A en een criminele groepering die actief is op het gebied van de drughandel. In hoeverre de laatstgenoemde contacten onoorbaar zijn, is moeilijk vast te stellen. A heeft zich altijd achter het argument verscholen dat hij geen onderzoeksplicht heeft naar de achtergronden van zijn handelsrelaties. Hoe dit verder ook zij, feit is dat personen als A die criminele groepen iets belangrijks te bieden hebben, i.c. advies en rechtspersonen, in het criminele circuit al snel een graag geziene gast zijn. Via deze bemiddelaars lopen lijnen naar tal van criminele netwerken.

DEEL III WEGSLUIZEN VAN CRIMINEEL GELD IN DE LEGALE ECONOMIE


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken