9. INLEIDING

9.1. Van zwart geld naar misdaadgeld

Misdaad lijkt te lonen. De winsten die met georganiseerde criminaliteit worden behaald, zijn soms buitensporig hoog. Toch is de aandacht in Nederland voor het confisceren van deze winsten pas van recente datum.

In de jaren zeventig en tachtig werd, zoals ook in hoofdstuk 2 reeds is gesteld, veel aandacht gegeven aan de wijze waarop burgers en ondernemingen zich onrechtmatig ten koste van de fiscus wisten te verrijken. In 1976 verscheen een boek van De Kam onder de veelzeggende titel Betalen is voor de dommen. In het boek werd aangegeven dat de slimmeren gebruik maakten van de mazen in de fiscale wetgeving en zo belastingheffing ontgingen. Ook werd aandacht besteed aan de omvang van zwart geld, het voor de fiscus verzwegen inkomen, maar nergens in het boek wordt een verband met opbrengsten uit misdaad gelegd. Het bekende rapport van Van Bijsterveld uit 1980 en de daarop volgende rapportages van de Interdepartementale Stuurgroep Misbruik en Oneigenlijk Gebruik Overheidsgelden worden door dezelfde eenzijdigheid gekenmerkt (ISMO, 1985).

Terugkijkend met de ogen en inzichten van vandaag de dag, is het verwonderlijk hoe sterk in die tijd voorbij werd gegaan aan de wijze waarop misdaadgeld door de mazen van wet en de controle glipte. Het in de legale economie sluizen van winsten van georganiseerde misdaad is in internationaal verband onder het trefwoord money laundering eerder wel hoog op de politieke agenda terechtgekomen (zie: Van Zoest, 1995). In 1980 sprak de Raad van Europa zich al krachtig uit voor de bestrijding van witwassen. In de VS bestaat een nog langere traditie in de bestrijding van witwassen. In 1971 werd een wet van kracht (Bank Secrecy Act) die voor financile instellingen een meldplicht instelde voor bepaalde transacties met een waarde van 10.000 dollar of hoger. In 1986 nam de VS als eerste land ter wereld met de Money Laundering Control Act of 1986 een specifieke wet aan tegen witwassen (Baldwin en Munro, 1993). De maximumstraffen in deze wet zijn bijzonder hoog: een gevangenisstraf van 20 jaar of een boete van een half miljoen dollar.

De meest recente Nederlandse maatregelen zijn achtereenvolgens geweest:
naast handeling met chartaal geld ook girale verrichtingen met uit misdrijf afkomstig geld - Verandering van de helingbepalingen (voorwerp werd vervangen door goed), waardoor heling kunnen opleveren (Stb. 1991, 520). Een belangrijke beperking is dat heling niet toepasbaar is op de witwasser die geld witwast uit misdrijven die hij zelf heeft gepleegd. maart 1993 ingevoerde wet heeft nieuwe onderzoekmogelijkheden gentroduceerd (het - Verruiming van de mogelijkheden om wederrechtelijk genoten voordeel te ontnemen. Deze in strafrechtelijk financieel onderzoek) en een aparte voordeelontnemingsprocedure. Daarnaast zijn de criteria verruimd voor het ontnemen van voordeel en is de mogelijkheid van conservatoir beslag geschapen teneinde verhaal te hebben bij de naderhand op te leggen ontnemingsmaatregelen (Stb. 1993, 11). Het is op dit moment nog onduidelijk in hoeverre deze wet een belangrijk instrument zal worden bij het ontnemen van criminele winsten. Er blijken zich in de praktijk tal van juridische en organisatorische problemen voor te doen (Nelen e.a., 1994; Van der Neut, Simmelink 1994; Groenhuijsen en Van der Landen, 1995). trad, legt financile instellingen de verplichting op om bij een groot aantal financile diensten - Verplichte identificatie bij financile dienstverlening (WIF). Deze wet, die in 1993 in werking de identiteit van de clint vast te stellen en de gegevens van de clint en de transactie gedurende 5 jaar te bewaren (Stb. 1993, 704). Een beperking van deze wet is dat de identificatie van personen zeer moeizaam verloopt wanneer de clint een rechtspersoon is; ook via de zogenaamde rep offices konden de identificatie verplichtingen gemakkelijk omzeild worden (zie hieronder).

geworden, verplicht financile dienstverleners in brede zin (o.a. banken, commissionairs, - Melding van ongebruikelijke financile transacties (MOT). Deze wet, begin 1994 van kracht kredietmaatschappijen) om ongebruikelijke transacties te melden bij een onafhankelijk meldpunt dat beheersmatig onder het ministerie van Justitie valt. Voor de bepaling van wat ongebruikelijk is, zijn objectieve en subjectieve indicatoren ontwikkeld (Stb. 1993, 705). mogen alleen geregistreerde kantoren wisseltransacties uitvoeren. Hieraan zijn strenge - De Wet op de wisselkantoren, die sinds 1 januari 1995 van kracht is. Krachtens deze wet voorwaarden verbonden, die door De Nederlandsche Bank worden gecontroleerd. Voorwaarde is onder meer de toetsing van de betrouwbaarheid van bestuurders en beleidsbepalers (Stb. 1994, 903) (Van Soest, 1995).

In een recent artikel over het financile rechercheren stellen Groenhuijsen en Van der Landen dat money laundering slechts een symptoom is van het eigenlijke probleem, namelijk de onderliggende criminaliteit (1995, p. 621). De auteurs hebben in zoverre gelijk dat de aanpak van witwassen van crimineel geld zinloos is zonder een gelijktijdige ontmanteling van criminele groepen. Zij hebben ongelijk wanneer zij bedoelen te zeggen dat witwassen slechts een afgeleide is van het werkelijke probleem. Witwassen is naar onze mening een eigenstandig probleem geworden. Witwassen is de verbindende schakel tussen de illegaliteit en de legale sectoren van de economie; zij vraagt de betrokkenheid van integer geachte personen (advocaten, accountants e.a.) en systemen (bankstelsel, beurs e.a.) Niet zozeer door de criminele grondfeiten maar door het wegsluizen van crimineel geld in het legale circuit kan de zo gevreesde innesteling of infiltratie plaatsvinden. Vanwege de enorme geldbedragen, die hun weerga niet kennen in de geschiedenis van de misdaad, is witwassen geen symptoom maar is het een probleem op zichzelf geworden.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken