10. WEGSLUIZEN ZONDER WITWASSEN

10.1. Fasen in het proces van witwassen

Het proces van het witwassen doorloopt een aantal fasen, dat in de literatuur als volgt worden omschreven (Baldwin en Munro, 1993; Bosworth-Davies en Saltmarsh, 1994; Savona en Defeo, 1994):

Het proces begint met placement, het uitermate belangrijke moment waarop het contante geld voor het eerst in het legale geldcircuit plonst. Meestal komt deze placement neer op het storten van contant geld op een bankrekening. Op deze fase richt de MOT-wetgeving zich in eerste instantie. Voorafgaand aan de placement kan het contante geld ook al worden omgewisseld in andere valuta (zie 10.4 De rol van wisselkantoren) en fysiek worden verplaatst naar andere gebieden.

Vervolgens vindt er een verhullingsfase plaats (layering) van opsplitsing, omwisselen en giraal overboeken om de oorspronkelijke herkomst (van wie, welke oorsprong) te verdoezelen. Soms wordt tijdens het layering-traject tijdelijk teruggestapt naar de eerste fase door het geld weer contant op te nemen om het daarna ergens anders weer op een bankrekening te storten. Het woord layering, dat letterlijk op elkaar stapelen betekent, verwijst naar het grote aantal girale overboekingen dat in deze fase plaatsvindt om eventuele achtervolgers op een dwaalspoor te brengen. Hierbij wordt getracht de audit trail (het boekhoudkundig spoor) te doorbreken of te verbergen achter juridische deuren (zoals bankgeheimen, het ontbreken van rechtshulpverdragen) zodat achtervolgers moeten afhaken.

Een volgende fase, die overigens in de bovenvermelde literatuur vaak als onderdeel van de layering wordt gezien, is de rechtvaardiging van het geld. Dat wil zeggen: het geld moet een ogenschijnlijk legale herkomst verkrijgen. De mate waarin men erin slaagt het misdaadgeld een legaal aanzien te geven, bepaalt de vrije bestedingsruimte in de legale sectoren van de economie. Volledig afgedekt geld is vrij besteedbaar, waardoor het geld in deze laatste fase van het witwasproces gentegreerd of ingevlochten kan worden in de maatschappij (integration).

Lang niet alle criminele vermogens doorlopen alle fasen, of beter gezegd behoeven deze fasen te doorlopen. Naarmate er meer financile controle en opsporing plaats vindt in een land zal de noodzaak groter worden om alle drie fasen van het witwassen te doorlopen. Voor het investeren van misdaadgeld in Marokko, Turkije of landen in het Carabisch gebied volstaat eigenlijk al de fysieke verplaatsing van het contante geld. Het ontbreekt deze landen aan een adequate wetgeving tegen het misbruik van het bankstelsel en het investeren van criminele gelden in de economie. In dit hoofdstuk zullen voorbeelden worden gegeven van het wegsluizen van misdaadgeld naar dergelijke landen.

Naarmate er meer maatregelen worden genomen om misdaadgeld uit de financile sector te weren, dient er dus in zekere zin meer te worden witgewassen. De methodiek van witwassen wordt niet alleen door de noodzaak bepaald om controlesystemen te ontwijken; ook praktische omstandigheden, zoals de aard, de omvang en het gewicht van het illegaal verdiende geld zijn bepalend voor de wijze waarop het witwassen wordt gerealiseerd. Indien er bijvoorbeeld sprake is van misdrijven waarmee veel chartaal geld in kleine coupures wordt verdiend, zal het witwastraject ongetwijfeld beginnen bij een wisselkantoor of een bank. Er ontstaat dan voor de criminele organisatie een precair moment waarop veel contant geld aan een loket moet worden aangeboden. De keuze voor wisselkantoren of banken in landen waar de controle minder stringent is, zal tot gevolg hebben dat veel contant geld allereerst fysiek naar deze gebieden wordt verplaatst. De signalering van deze ontwikkelingen ligt mede in de handen van de Centrale Banken die mede inzicht hebben in ervaringscijfers en economische ontwikkelingen. Bij omvangrijke fraudes bevindt het geld zich in girale vorm meestal al binnen financile instellingen (zie ook hoofdstuk 6). De noodzaak om het geld alsnog wit te wassen behoeft vaak niet meer aanwezig te zijn, omdat de rechtvaardiging voor het voorhanden hebben van de gelden in de fraude kan zijn ingebouwd. De oplichter verschuilt zich voor de buitenwereld achter zijn rechtmatige inkomsten, indien hij anderen op basis van valse facturen beweegt te betalen.

In dit hoofdstuk over verplaatsing worden drie onderwerpen behandeld:
1. het fysieke verplaatsen van chartaal geld of waardepapieren door personen of per post; 2. het verplaatsen via ondergrondse banken, rep-offices, pseudobanken en gewone banken; 3. de rol van wisselkantoren.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken