5.4. De heersende eigendomsverhoudingen

Het is bepaald opmerkelijk dat er geen echt grote seksbedrijven in de buurt actief zijn. Er zijn twee (Nederlandse) combinaties die ieder ongeveer 20 hokken exploiteren en die de zaak, inclusief bescherming met camera's, commercieel aanpakken. Zij zijn de grootsten. Een van hen, Hans Brouns, heeft zojuist (1993) een goed overzicht gepubliceerd van de (recente) geschiedenis van de Zeedijk. De auteur stelt zijn relaas voor als een ooggetuigenverslag van een buurtbewoner. Ook hieruit blijkt dat er geen sprake is van concentratie of monopolievorming in deze bedrijfstak. De raamprostitutie in andere steden zoals Utrecht en Den Haag is grotendeels in handen van enkelingen. Is er in Amsterdam dan voldoende ruimte voor iedereen? Is deze sector in vergelijking met andere economische activiteiten in de rosse buurt niet voldoende interessant? Dat er geen sprake is van de vorming van monopolies blijkt ook uit het feit dat de bordeelbazen zelf geen security firma's hebben opgericht, maar de beveiliging uitbesteden aan specialisten van het particuliere geweld: de Hells Angels. De ramen waar dezen protectie aanbieden zijn met een sticker gemerkt. Ofschoon een bedrijfstak als die van de prostitutie onconventionele ondernemers aantrekt die niet gemakkelijk tot samenwerking zijn te brengen, is dit er toch een paar maal van gekomen. Het ging toen om het keren van een gemeenschappelijke bedreiging van buitenaf. Joegoslavische bendes en de Russische mafia hebben serieuze pogingen gedaan om de prostitutie binnen en buiten de Wallen in handen te krijgen, maar dit is ze mede door toedoen van de Hollandse bordeelhouders niet gelukt.

Welke individuen of groepen hebben dan eventueel aanmerkelijke belangen verworven in de horeca en het gokwezen van de Wallen, en dus in het onroerend goed in deze buurt? De politie heeft 16 ondernemers kunnen identificeren met, volgens haar, min of meer ernstige criminele antecedenten en/of duidelijke criminele connecties. Zeven daarvan zijn van buitenlandse herkomst. En dan gaat het in geen enkel geval om leden van gevestigde etnische minderheden, maar om mensen die uit landen afkomstig zijn waarvan maar weinig inwoners in Nederland verblijven, of die rechtstreeks zijn aangesloten op echte transnationale misdaadorganisaties. Van deze laatste organisaties zijn er recentelijk drie weer minder belangrijk geworden:
Joegoslavische misdadigers komen nog wel in de buurt, maken zich nog wel schuldig aan afpersing, zijn ook bedrijvig in de vrouwenhandel, maar hebben er geen institutionele belangen verworven; een poging van de Oost-mafia om de prostitutie onder controle te brengen, is doodgebloed nadat de politie hard tegen haar was opgetreden; een groep Engelsen en Ieren, die er onder meer van werden verdacht voor de IRA bedrijven af te persen, maar die momenteel in combinatie met horeca-activiteiten in allerlei soorten drugs handelen. Van al degenen die wel duidelijk belangen in de buurt hebben, kan worden gezegd dat ze allerlei criminele activiteiten tegelijkertijd (en meestal in ieder geval de handel in verdovende middelen) ondernemen. Voorts werken ze, als het zo uitkomt, goed samen, omdat er ook allerlei vertrouwde persoonlijke relaties bestaan. Zo worden er gemeenschappelijk investeringen gedaan, worden er voor het transport van drugs gezamenlijk dingen geregeld, enzovoort. En dan is er het beetje wonderlijke gegeven dat - op n uitzondering na - al de betrokken ondernemers, die toch een belangrijke rol spelen in de Amsterdamse georganiseerde misdaad, op het eerste gezicht nette zakenlieden zijn en volgens politiemensen die ze goed kennen, ook innemende personen. (Overigens, in Rob van Hulsts recente galerij van portretten van markante mensen op de Amsterdamse Wallen, komen zij geen van allen voor (Van Hulst, 1993)). Deze omstandigheid levert natuurlijk een aanzienlijk gevaar op voor corruptie. Onder de eigenaren van de Wallen bevinden zich bijvoorbeeld toch ook de voormalige ontvoerders van Heineken. Alle politiemensen zijn ervan doordrongen dat je daar natuurlijk geen zaken mee moet doen. Maar met de andere ondernemers worden in zakelijk opzicht vaste relaties onderhouden. Er zijn door de leiding van het bureau Warmoesstraat niettemin reeksen waarschuwingen uitgedeeld aan politiemensen die te gemakkelijk de personen in kwestie bezochten. En niet zonder reden, want in n geval heeft een politieman (met zijn politiewapen op zak) een geldzending van zo'n ondernemer naar het buitenland gescorteerd! Thans is de situatie evenwel beter onder controle dan enkele jaren terug. Van de 16 personen respectievelijk organisaties/groepen die duidelijke belangen op de Wallen hebben, zijn er al vijf genoemd. Naast de Joegoslavische bendes, de Oost-mafia en de Engels-Ierse groep, de ex-ontvoerders van Heineken die het bedrijf van wijlen Jopie de Vries, Casa Rosso, hebben overgenomen en die thans in de horeca, de seksbusiness en het onroerend goed zitten, en de Hells Angels die zich profileren in de protectie, maar zich (zie .3.2.2.2 van dit rapport) met meer bezighouden, onder meer de drugshandel. Verder gaat het om de roemruchte A, ooit porno-koning. Hij zit thans in het onroerend goed en mogelijk in veel meer. Voorts is de plaatselijk onroerend goed-handelaar B, die zijn hoofdkwartier eerder in de buurt van het Rembrandtplein had, tegenwoordig ook duidelijk in de buurt actief. C, vooral bekend als drugshandelaar, heeft eveneens grote belangen in de buurt. Zijn positie is er nochtans niet sterker op geworden nadat hij, zo wordt althans gezegd, is gezwicht voor grove afpersing door de Joego's. Tot de andere belanghebbenden die ook in crimineel verband opereren, behoort op het eerste oog een Irakees, die men als vluchteling zonder schoenen de buurt binnen heeft zien komen, maar die nu een coffeeshop runt. In wezen is hij echter een soort van stroman van een Amsterdamse ondernemer die voortkomt uit het confectie-industrie en die illegale naaiateliers heeft gehad; wanneer deze man zich in de buurt vertoont, is hij zeer nadrukkelijk aanwezig. Er is verder een stel Egyptische broers die reeds 20 jaar een shoarma-zaak runnen, maar die ook in allerlei verboden businesses te vinden zijn; in het criminele netwerk van de Wallen functioneren zij als spinnen in het web. Voorts is er een Hollandse coffeeshophouder, met het voorkomen van een snelle yup, die enorm carrire op de Wallen maakt. Het grootste gok- en speelautomatenbedrijf van Amsterdam heeft eveneens zeer grote belangen in de buurt. Ook een goudhandelaar met internationale contacten, die in de omgeving van de Wallen juwelierswinkels bezit, is hier een man van gewicht. Een onverwachte nieuwkomer in dit gezelschap is een kleine middenstander uit de buurt die zich heeft opgewerkt via de ontduiking van importheffingen, de investering in zgn. telehouses en die verder de woonruimten boven zijn zaken ook zo op z'n eigen manier exploiteert. Tenslotte zijn er twee grote Isralische firma's die ervan worden verdacht om via wisselkantoortjes geld wit te wassen en weg te sluizen. Het zijn orthodoxe joden die in Amsterdam en in het buitenland geld hebben belegd in hotels. Voorzover de politie het kan overzien, zijn de drie belangrijkste figuren uit deze reeks de handelaar in onroerend goed, de speelautomatenfirma en het bedrijf van de Heineken-ontvoerders. Uit dit alles wordt duidelijk dat niet zozeer de prostitutie-business en ook niet de verkoop van cannabis (op een gereglementeerde manier) op de Wallen het probleem vormen, maar de belegging en het beheer van (ook illegaal verkregen) vermogens door personen en organisaties/groepen die deel uitmaken van het criminele milieu. Hiermee verwerven de ondernemers/ondernemingen in kwestie immers heel wat macht in de buurt, zoveel macht zelfs dat zij legale en normale ondernemers buiten spel kunnen zetten, bijvoorbeeld door aankopen te doen tegen een prijs die sterk boven de marktprijs uitgaat. In het verslag van een interessante discussie die onder leiding van leden van de Faculteit der Technische Bestuurskunde te Delft, door ambtenaren, vertegenwoordigers van belangenverenigingen en praktijkdeskundigen in Amsterdam in 1994 is gehouden over de beheersing van georganiseerde criminaliteit, werd ook deze conclusie getrokken. Maar hier werd terecht een interessante opmerking aan toegevoegd die betrekking heeft op de kwaliteit van het bestuur in de stad. Als gevolg van discussies in het gemeentebestuur worden binnen en buiten de Wallen allerlei problemen niet opgelost of blijft onduidelijk hoe ze zullen worden opgelost. Worden bijvoorbeeld de
wisselkantoren nu wel of niet allemaal aangepakt? En dit gebrek aan bestuurlijke slagkracht biedt de georganiseerde misdaad nu juist goede mogelijkheden om zich te nestelen. Met name in de sfeer van de horeca en de wereld van het onroerend goed (er wordt niet genformeerd naar de herkomst van geld, de eventuele criminele antecedenten worden niet onderzocht) zijn bestuurders niet vlug tegen economische machtsconcentraties opgewassen. De vertegenwoordigers van deze belangengroepen nemen deel aan overlegstructuren van de gemeente en van de buurt en verwerven zich zo aanzien. Zo voeren bordeelhouders regulier overleg met de politie over brandende buurtproblemen als de berovingen en de diefstal van fietsen. De directeur van een van de grootste coffeeshopketens en een machtige oude penosefiguur plegen in het kader van het Economisch Herstelplan Zeedijk overleg met de gemeente en met vertegenwoordigers van het internationale bedrijfsleven, en dwingen langs deze weg gunstige voorwaarden af voor hun eigen bedrijvigheid in ruil voor de verkoop van panden die voor de uitvoering van het reconstructieplan nodig zijn. Veel beslissingen worden in dit verband ook genomen door individuele ambtenaren. En hierin schuilt dan weer gevaar voor corruptie. Een ambtenaar die namens het gemeentelijk grondbedrijf onderhandelde met de penose onderhield in zijn vrije tijd contacten met dezelfde figuren. Het was niet eenvoudig te bewijzen dat hij hier zelf voordeel bij had gehad - anders dan dat hij zich gaarne door de onderwereld liet fteren - maar zijn optreden was toch voldoende reden om hem de wacht aan te zeggen.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken