6. DE INVLOED VAN DE GEORGANISEERDE MISDAAD OP DE STAD

6.1. Benvloeding van de overheid en vrije-beroepsbeoefenaars


In welke mate wordt de integriteit van het overheidsgezag en van de vrije-beroepsbeoefenaars in de drie steden bedreigd? Welke aanwijzingen zijn er dat criminele organisaties pogen informatie te verkrijgen waarmee zij hun voordeel kunnen doen of zelfs beslissingen ten gunste van zichzelf kunnen benvloeden? Wij zullen bij het beschrijven van de gesignaleerde gevallen overigens geen onderscheid naar stad maken. Een tweede opmerking vooraf is dat de meeste gevallen zich bij de politie afspeelden. Alle gevallen hebben zich afgespeeld in de periode 1990-1994.

Een probleem bij de drie korpsen is dat nu en dan belangrijke informatie uitlekt. Soms is dit het gevolg van onzorgvuldig handelen: een verdachte doet zich telefonisch voor als collega-rechercheur en krijgt alle informatie te horen over de stand van zaken in het onderzoek tegen hem. In andere gevallen wijzen de lekken vermoedelijk op het bestaan van onoorbare relaties tussen politie en criminele organisaties. Over enkele bekende lokale criminelen wordt opgemerkt dat er te vaak met hen iets is misgegaan. Hiermee wordt bedoeld dat deze personen er iedere keer weer in slagen om op de hoogte te zijn van de aan de gang zijnde politie-acties. Maar iedereen is er onzeker over in welke omvang deze relaties zich voordoen. Deze onzekerheid wordt versterkt door de vage meldingen die via informanten of incidentele tipgevers bij de politie (CID) binnenkomen. Wat te doen met de info dat een kalende politieman met de naam Jan plat is? Het is niet uitgesloten dat criminelen bewust twijfel en verdeeldheid zaaien in de gelederen van de politie door verzonnen meldingen. Als gevolg van de toenemende lekkages stijgt het aantal embargoteams. Laten wij beginnen met de meest verregaande vorm van infiltratie: de man die feitelijk in dienst is van een criminele organisatie en zich als mol in een overheidsdienst of vrije-beroepsgroep heeft ingegraven. Een duidelijk voorbeeld van een dergelijk welbewuste infiltratie is ons niet ter ore gekomen. Enkele door onze zegslieden aangedragen voorbeelden blijven steken in de sfeer van vermoedens. Het eerste voorbeeld hiervan is een cateringbedrijf dat zich aanbood om de restauratieve voorzieningen van de politiekantine te verzorgen. Dit bedrijf bleek verknoopt te zijn met een criminele organisatie en is om die reden geweerd. In het tweede voorbeeld is wel sprake van een lek maar niet van welbewuste infiltratie. Het betreft een hoofd van een afdeling binnen de (toenmalige) gemeentepolitie, van wie bekend werd dat hij nauwe contacten onderhield met een criminele organisatie. De man was goed op de hoogte van lopende politie-onderzoeken op het gebied van de drugs en de fraude. Aanvankelijk gaf hij adviezen aan een familielid dat handelde in softdrugs, naderhand ging de betrokkene zelf aan de handel deelnemen. Het is niet bekend geraakt hoeveel informatie de man heeft doorgespeeld en aan wie. Hij is op staande voet ontslagen. Vermoedelijk is in het derde voorbeeld een poging gedaan door een criminele organisatie (drugsbende) om enkelen van hun mensen binnen de politie werkzaam te laten zijn.

De betrokken aspirant-infiltranten volgden een politie-opleiding. Bij toeval werd geconstateerd dat deze jonge agenten geregeld in enkele verdachte coffeeshops kwamen. Zij bleken deel uit te maken van een grote Turkse familie die zich met de handel in herone bezighield.

Er is een groter aantal gevallen bekend waarin geconstateerd werd dat er goede persoonlijke verhoudingen bestonden tussen een functionaris en een criminele organisatie. Maar het is in deze gevallen onbekend gebleven in hoeverre daadwerkelijk informatie is doorgespeeld. De voorbeelden: Van enkele politiemensen uit de drie steden is geconstateerd dat zij op goede voet verkeren met mensen uit het milieu. Zij bezoeken beruchte coffeeshops en cafs, terwijl het niet duidelijk is in welke hoedanigheid zij daar zitten (particulier of in functie?). In enkele gevallen is geconstateerd of wordt vermoed dat de betrokkenen strategische informatie hebben laten uitlekken. Niet in alle gevallen is tegen de betrokkenen opgetreden, omdat de aanwezigheid van onoorbare kontakten niet hard gemaakt kon worden. Dat geldt ook voor het bijwonen van een groots feest van iemand die CID-subject is van het korps en waarvan de betrokken politiemensen dat konden weten.

Een bekende crimineel uit de stad heeft een goede relatie met een medewerkster van de Burgerlijke Stand van de gemeente. De medewerkster is uit dien hoofde op de hoogte van alle verzoeken van de politie om verificatie van persoonsgegevens. Op deze wijze is de crimineel ervan op de hoogte tegen wie een onderzoek loopt.

Op het gebied van het milieu zijn enkele gevallen van corruptie of belangenverstrengeling naar voren gekomen. Deze deden zich voor in de relatie tussen vergunningplichtige bedrijven en het bevoegde gezag. Enkele ambtenaren blijken betaald advieswerk te verrichten voor bedrijven waarmee zij ook ambtelijke kontakten onderhouden. In een geval is een overheidsbestuurder lid van het bestuur van een onderneming (overheidsbedrijf). De winstmarge wordt onder meer door het plegen van milieu-overtredingen verruimd. Een
deel van de winst komt in de vorm van een forse gratificatie ten goede aan deze bestuurder, die met zijn ambtelijke pet op, de genoemde overtredingen gedoogt. Bij dit voorbeeld dient te worden aangetekend dat de onderneming niet als een criminele organisatie kan worden beschouwd.

In de volgende gevallen is ook sprake van een zuivere corruptierelatie. In ruil voor geld handelt de functionaris in strijd met wat zijn beroepsplicht hem voorschrijft.
Enkele gevallen zijn bekend geworden van douaniers die ten behoeve van drughandelaren ervoor zorgden dat sommige containerladingen niet werden gecontroleerd.
Eveneens zijn enkele gevallen bekend waarin gevangenisbewaarders actief en passief meehielpen met het invoeren van drugs in de gevangenis.
Een politieman geeft een tip over een op handen zijnde huiszoeking.
Problematischer om te beoordelen zijn de gevallen die gekarakteriseerd kunnen worden als het exploiteren van loyaliteitsgevoelens.
Een Turkse agent wordt door een Turkse criminele groep onder druk gezet om informatie te leveren. De criminele groep bazuint in de stad (de gemeenschap) rond dat betrokkene bij de politie werkt. Een Turks gemeenteraadslid blijkt zijn huis als opslagplaats te gebruiken voor de herone van een belangrijke Turkse groep. Hij heeft een gevangenisstraf opgelegd gekregen.

Een Koerdisch gemeenteraadslid heeft enkele gezinsleden die in de heronehandel actief zijn. Vermoed wordt dat ook hij banden heeft met de heronehandel. De betrokkene is niet herkozen. Enkele administratieve medewerkers van de politie in de drie steden worden verplaatst, omdat vermoed wordt dat Turkse criminelen met een appel op verre familiebanden het verzoek doen om informatie door te spelen. Deze gevallen zijn problematisch omdat niet altijd duidelijk is of de betrokkenen onder de druk zijn bezweken. Naar het oordeel van de respondenten zijn de voorvallen wel duidelijke voorbeelden van de aanwezigheid van grote integriteitsrisico's.

In de voorbeelden die tot dusverre zijn gegeven, heeft de ander min of meer vrijwillig diensten verleend aan een criminele organisatie. De methode van benvloeding kan ook veel grimmiger zijn: Een belangrijke drugsbende, tegen wie al jarenlang een opsporingsonderzoek loopt, laat weten dat het hoofd van het opsporingsteam, de RC en de OvJ op hun dodenlijst staan.

Een woonwagenbewoner, die ontslagen is uit detentie en normaliter inkomen heeft uit autosloopwerkzaamheden, eist een bijstandsuitkering. Hij zet zijn eis kracht bij door te dreigen met fysiek geweld. De betrokkene krijgt de gevraagde uitkering.

De vrije-beroepsbeoefenaars

Het aantal vrije-beroepsbeoefenaars van wie verwijtbare betrokkenheid is vastgesteld bij georganiseerde criminaliteit, is volgens de ons beschikbare gegevens beperkt. Wellicht is het beperkte aantal toe te schrijven aan het feit dat de politiegegevens in dit opzicht een zeer beperkte bron zijn. Ook is het moeilijk om het verwijtbare karakter van relaties tussen criminele organisaties en de vrije-beroepsbeoefenaar vast te stellen. Een drughandelaar uit een van onze steden maakte bij de oprichting van zijn 45 BV's steevast gebruik van dezelfde notaris uit een andere stad. Maakt dit enkele gegeven de notaris verdacht? De aanwezigheid van steeds dezelfde advocaten bij bepaalde criminele organisaties kan gemakkelijk worden uitgelegd als een vorm van verwijtbare betrokkenheid. De verdenkingen tegen de criminele groepen stralen dan als het ware ten onrechte ook op de juridische hulpverleners af.

Dergelijke voorbeelden, waarvan niet aannemelijk kan worden gemaakt dat er sprake is van verwijtbare betrokkenheid, hebben wij -uiteraard- buiten beschouwing gelaten. In het deelrapport over de vrije-beroepsbeoefenaars worden alle gevallen van verwijtbare betrokkenheid beschreven, ook de gevallen die wij in het kader van het onderhavige onderzoek signaleerden. Hieronder volgt om deze reden een verkorte weergave van de gevallen uit de drie steden, die in het rapport over de vrije-beroepsbeoefenaars iets uitvoeriger staan beschreven:

Een advocaat intimideert getuigen om hen verklaringen te doen afleggen die gunstig zijn voor zijn client. Een advocaat wordt ervan verdacht voor enkele druggroepen financile hand- en spandiensten te verlenen. Hij zou onder meer persoonlijk betrokken zijn geweest bij het omwisselen van een groot bedrag aan buitenlandse valuta in Nederlands geld.
Een advocaat wordt ervan verdacht (hij is overigens geen verdachte in strafrechtelijke zin geweest) mee te hebben geholpen bij het verzinnen van een plan om confiscatie van het onroerend goed-bezit van een verdachte te verhinderen. Op instigatie van de advocaat heeft de verdachte een geantedateerde verklaring opgesteld waarin gesteld wordt dat alle eigendom is overgedragen aan de familie van verdachte. Een advocaat betaalt namens de verdachte aan justitie het bedrag om conservatoir beslag op de auto op te heffen. Doordat op naam van de advocaat wordt betaald, blijft de bankrekening van de verdachte afgeschermd. De pleger van een grootscheepse fraude maakt gebruik van twee accountants die hem met raad en daad terzijde staan om zijn vermogen af te schermen van benadeelden en de justitie. Recapitulerend, de gevallen van corruptie zijn niet zozeer door de omvang maar door de aard verontrustend. Enkele criminele organisaties hebben bewust gepoogd bij de politie een voet tussen de deur te krijgen. Naar het zich laat aanzien, is de betrokkenheid van de vrije-beroepsbeoefenaars bij de georganiseerde criminaliteit een wat minder klemmend probleem.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken