3.3. Verschijningsvormen

3.3.1. De harddrugs

De handel in herone en cocane in Enschede wordt niet beheerst door n groep. Er zijn vele personen en kleine groepen actief die voor de levering aan dealers verantwoordelijk zijn. Ieder heeft een deel van deze gefragmenteerde markt en dat lijkt tot ieders tevredenheid te gebeuren. Sommige samenwerkingsverbanden tussen leveranciers zijn duurzaam van karakter, andere kennen meer incidentele werkverbanden. De grootste plaats in de heronehandel en -verkoop Noot wordt ingenomen door twee Turkse families, maar een deel van de lokale markt wordt mede voorzien door autochtone Enscheders, een woonwagenfamilie Noot en door enkele kleine zelfstandigen van Turkse en Marokkaanse origine. Over Chinese, Italiaanse en (ex-)Joegoslavische betrokkenheid in deze handel is niets bekend.

Wij hebben gepoogd het aandeel van de Turkse gemeenschap bij allerlei vormen van harddrughandel wat nauwkeuriger vast te stellen. Uit de bestanden van HKS en CID zijn alle volwassen mannen uitgedraaid, van wie in de periode 1990-1995 betrokkenheid is vastgesteld (HKS, deels CID) of wordt vermoed (CID) bij harddrugs. Dit leverde de namen van 90 Turkse mannen op.

Het aantal verslaafden in Enschede wordt door het CAD geschat op ruim 200 personen en is qua samenstelling de afgelopen tijd nauwelijks veranderd. Een aantal van hen is van Duitse origine die de klopjachten van de Duitse politie ontvlucht zijn en in Enschede hun rust proberen te vinden. De prijzen van herone zijn gedaald tot ongeveer f.100 per gram. Dit wijst op een goed aanbod van herone, al is de prijs nog altijd het dubbele van die van Arnhem (f.40 tot f.60). Er zijn ongeveer 90 dealerpanden die verspreid liggen over de stad, maar meestal wel in de sociaal zwakke wijken. De levering van herone vindt plaats in sociale huurwoningen van de gemeente of woningbouwverenigingen. In een straal van ongeveer 800 meter ondervindt de bevolking erg veel overlast van de junks. Het aantal inbraken binnen die straal rond het drugspand is hoog, evenals andere vormen van overlast. De politie voert thans een sterk repressief beleid tegen de panden om vooral die overlast te reduceren. Daardoor komt langzaam een verandering in de aard van het dealen in Enschede. Niet meer alleen via vaste panden of woningen, maar door runners die de bestellingen via semafoons en GSM's naar de verslaafden op straat brengen. Veel van de klanten zijn Duitsers die om de lage drugprijs naar Enschede komen. Door het wegvallen van de grenscontroles durven de Duitse klanten tegenwoordig meer dan een paar gram per keer terug de grens over te nemen.

Over hoe de herone naar Enschede wordt aangevoerd, bestaat bij de politie en andere organisaties een beperkt zicht. De herone van de Turkse families is vermoedelijk afkomstig van Koerdische Turken uit Arnhem en van Turken uit Nijmegen of Amsterdam. In een geval bleek een familie herone en softdrugs rechtstreeks uit Turkije of via Spanje uit Marokko per vrachtauto aan te voeren. De handel is niet piramidaal, maar geconcentreerd rond broers van twee families die allerlei Turken uit de stad inschakelen voor voorkomende werkzaamheden. De ene Turkse familie houdt zich bezig met het voorzien van de lokale en regionale heronemarkt en het Duitse achterland. De kernleden brengen zelf Noot of laten dat door anderen doen vanuit twee coffeeshops in Enschede. Als het uitkomt, laten zij zich in met de handel in softdrugs. Zij hebben een aantal jongere Turken en autochtonen Noot om zich heen verzameld, die zo nu en dan voor distributie van
cocane een rol spelen en fungeren als hun bodyguard. Vooral toen een van deze kring van personen door een Enscheder en een Marokkaan werd geript, opende de familie de jacht op deze rippers. De groep opereert nog weinig professioneel, verkeert volledig in de illegaliteit en trekt door het plegen van geweld geregeld de aandacht van de politie.

De andere Turkse familie opereert professioneler. Deze familie is groter in aantal en regelt zelf de import van herone uit Turkije waarbij de taken zijn verdeeld. Een persoon beheert de zaken in Turkije (aankoop, betalingen, e.d.), een ander verzorgt het transport met eigen vrachtauto's naar Nederland en begeleidt dat en weer een ander houdt zich met de distributie in Nederland bezig, waarvan Enschede als basis dient. Bestellingen worden aan de contactpersoon in Turkije per mobiele telefoon opgegeven. De groep is in het bezit van een groot aantal coffeeshops en enkele winkels en kleine bedrijven. De groep verzorgt de leverantie aan de lokale markt (kleinschalig) en aan Duitsland (grotere schaal). Men heeft contacten met Amsterdamse Turken. Een van de leden verblijft thans in het Huis van Bewaring in verband met zijn betrokkenheid bij de liquidatie van een Hengelose Turk in Amsterdam, die een jaar geleden plaatsvond. Naast deze twee Turkse groepen wordt de herone- en cocanehandel in Enschede verzorgd door zelfstandigen die, de een op grotere, de andere op kleinere schaal, de harddrugs leveren. Deze personen werken solistisch en dealen de ene keer en zijn dan weer eens betrokken bij de tussenhandel op kiloniveau. Het feit dat deze zelfstandigen redelijk ongestoord hun activiteiten mogen ontplooien van andere criminele groepen, geeft aan dat er voldoende markt is voor meer aanbieders.

De laatste tijd is te zien dat veel Enschedese dealers en junks (het laagste echelon van de heronemarkt dus) zelf de herone rechtstreeks uit Amsterdam of Arnhem halen omdat de prijs daar lager ligt. Een aantal junks kan door middel van straathandel royaal in hun levensonderhoud voorzien en ook hun eigen verslaving verzorgen. De cocane neemt in Enschede een minder grote plaats in dan de herone. De levering wordt voor een klein deel verzorgd door dezelfde bovengenoemde personen en groepen. Een andere Turkse groep, onder leiding van een Turk met een autochtone Enschedese, richt zich voornamelijk op de cocaneverstrekking in de stad aan lokale bewoners en aan Duitsers. De cocane wordt afgezet via coffeeshops, die in het bezit zijn van de groep. Dealers halen daar op bestelling hun voorraad op. Leden van de organisatie brengen onder toezicht van de leider cocane in kilo's naar Duitsland.

Een andere cocaneleverancier is een gewelddadige kamper die zich bezighoudt met de distributie van cocane over de stad via een netwerkje van dealers. De omvang van de handel beperkt zich tot tientallen grammen per week. Ook een Twentenaar die weinig contacten heeft met lokale leveranciers, zorgt voor een kleine hoeveelheid cocane. Hij had als oud-woonwagenbewoner veel landelijke contacten waarin hij als tussenhandelaar respectievelijk koerier actief was, maar na enkele mislukte financile transacties wordt met hem door handelaren uit het westen geen zaken meer gedaan. Samen met zijn broer elders uit Nederland probeert hij zich weer een positie te verwerven in de handel van verdovende middelen door aansluiting te zoeken bij andere lokale handelaren.

Naast lokale Enscheders zijn ook personen uit de regio actief binnen de stad. Een aantal oud-Enscheders woont vandaag de dag buiten in riante optrekjes van waaruit zij een deel van de stad en een deel van de regio voorzien van herone en cocane. Zo wordt het dorp Nijverdal met ongeveer 10.000 inwoners waarvan ongeveer 100 verslaafden (de helft van Enschede!) vanuit Enschede en de regio voorzien. Ook de leverantie van herone en cocane naar plaatsen als Oldenzaal, Hengelo, Almelo wordt vanuit Enschede geregeld. Zoals gezegd, is de tussenhandel op leveranciersniveau van herone en cocane een rustig werkterrein, maar op het niveau van dealers en junks is dat veel minder het geval. Mede omdat er geen duidelijk aanwijsbare leidende groepen in de stad actief zijn gaat het aantal ripdeals onverminderd door. Een van de rippers staat al tijden op de dodenlijst van enkele Turkse families Noot . Daarbij gaat het niet alleen om gewelddadige acties, maar vaker om gevallen van niet betalen, met vals geld betalen en snelle berovingen onder bedreiging van geweld. Hierbij zijn Turken, Marokkanen, ex-Joegoslaven en (oud-)woonwagenbewoners en enkele lokale criminelen betrokken. Meestal zijn zij niet zelf in staat een positie in de handel van herone en cocane te ontwikkelen zodat zij de harddrugs van anderen (dealers) afnemen.

3.3.2. De softdrugs

Enschede heeft in de jaren zeventig grote bekendheid gekregen in binnen- en buitenland door de Kokerjuffer, een jeugdwelzijnsinstelling die uit idealistische overwegingen op een legale en openlijke wijze probeerde hasj en marihuana aan een voornamelijk jong publiek te verkopen. Zweden heeft naar aanleiding van berichten in de media zelfs overwogen Nederlandse produkten economisch te boycotten. De tijd van de idealistische welzijnswerker is, zeker voor Enschede, voorbij. De aanvoer en distributie van softdrugs is nu in handen van criminele groepen die via coffeeshops de verkoop verzorgen aan het, voornamelijk jonge, gebruikerspubliek.
Er zijn 22 coffeeshops in Enschede. Overlast en de verkoop van harddrugs zijn redenen om een coffeeshop te sluiten. De politie voert in samenwerking met de gemeente daarin een sterfhuisbeleid: bij elke sluiting komt er geen andere coffeeshop voor in de plaats. Door dat strikte beleid zijn er de afgelopen jaren zeven gesloten. De prijzen voor softdrugs liggen nu rond de 12 tot 15 gulden per gram. Bijna 60% van alle kopers zijn Duitsers die in Enschede hun drugs komen halen (niet alleen per gram, maar in grotere hoeveelheden per keer). Het CAD schat het aantal kopers op ongeveer 1.000 per dag. De politie heeft zich de laatste jaren vooral gericht op de voorkant van de coffeeshops. Zij moest er in samenwerking met de gemeente voor zorgen dat de openbare orde zo min mogelijk werd verstoord door de verkoop. Daarin is de politie in overleg met de coffeeshops goed geslaagd. De verkoop geschiedt doorgaans geruisloos en zonder noemenswaardige overlast. De politie heeft minder gelet op de achterkant van de coffeeshops waar de softdrugs met kilo's elke morgen wordt aangevoerd. De handel in softdrugs is evenals die van de herone en cocane in handen van verscheidene groepen en personen. Geen van hen heeft een zodanige positie dat anderen zich niet (meer) op de markt durven begeven of niet worden geduld. Alle handelaren van klein tot groot hebben een stukje van de lokale softdrugmarkt en leveren de softdrugs aan Duitsers en in sommige gevallen aan het westen van Nederland, in het bijzonder het Gooi en Amsterdam. In die laatste gevallen moeten de Enscheders worden gezien als toezichthouders annex tussenhandelaars voor de internationale aanvoer naar het westen van Nederland. Het is mogelijk, zo vertellen ons enkele experts, dat het oosten van Nederland tegenwoordig vaker wordt gebruikt als route om geijkte aanvoerroutes naar de randstad te vermijden. Enschede fungeert in die route als tijdelijke opslagplaats.

Onder de grootste leveranciers van softdrugs in Enschede behoren enkele broers, die in de jaren tachtig hun handelspositie onbekommerd hebben kunnen versterken. Zij zijn, zoals de politie het uitdrukt, kampers en gaan momenteel als zakenlui door het leven. Zij zouden via stromannen een flink aantal coffeeshops bezitten. Zij zijn, zoals eerder kort is aangegeven, ook betrokken bij de levering van herone en cocane in Enschede. De broers, die van kindsbeen af een lang strafblad hebben opgebouwd, hebben diverse nationale en internationale contacten. In het westen hebben zij contacten met Amsterdamse autochtone groepen in de hasjhandel. Via opslagplaatsen in Enschede bevoorraden zij dagelijks de coffeeshops. De broers zijn van origine Enscheders. Hoewel woonwagenbewoners, wonen zij nu al tijden in een sociaal zwakkere buurt in Enschede. Zij hebben een gewelddadige reputatie, die ervoor zorgt dat weinigen tegen hen in durven te gaan. Intimidatie is voldoende. Na de strijd om de heronehandel in Enschede met de Turken, hebben de broers zich toegelegd op de softdrugs. Daarnaast beschikken zij over enkele kleine bedrijven. Ook zou er sprake zijn van het, op kleine schaal, opkopen van onroerend goed in de stad. Alle zaken worden binnen de familie besproken. Er is niet sprake van n leider, maar wel zijn er taakverdelingen; de een zorgt bijvoorbeeld voor de regeling van de financile zaken, de ander voor de bevoorrading van de shops, enz. Op groothandelsniveau handelen enkele Enscheders in marihuana. In containers laten zij uit Colombia soms meer dan 17.000 kilo naar Twente exporteren. De haven van Amsterdam wordt als doorvoerhaven gebruikt waarna vrachtauto's de containers naar Twente brengen. De marihuana is afkomstig uit Colombia en verscheept vanuit de haven Buenaventura. Ook haalde de groep hasj uit Marokko en Spanje die via Frankrijk naar Enschede werd gebracht. De marihuana was voor een klein deel voor de lokale markt ingekocht en voor het merendeel voor doorvoer naar andere landen. De hasj was afkomstig uit Marokko. Ook hier is weer sprake van directe contacten. De groep bestaat uit acht hoofdpersonen onder wie een aantal (oud-)woonwagenbewoners, twee Pakistani en een Duitser en 13 andere personen die een ondergeschikte rol speelden en voor kleine werkzaamheden worden ingezet. De hoofdfiguren zijn mannen tussen de 30 en 40 jaar oud en hebben allemaal een lang strafblad. De groep beschikt over een zakenpand in de stad waar enkele tientallen rechtspersonen (bv's) zijn gevestigd. Een van de hoofdpersonen is eigenaar van die BV's. Deze BV's worden gebruikt om de transactie vanuit Colombia een legaal uiterlijk te geven. Met dit land bestaan directe contacten. De containers worden te Amsterdam opgehaald door een vrachtwagen die de marihuana vervolgens naar een opslagplaats op het platteland rond Enschede brengt. Bij dat vervoer wordt vooral aan alles gedacht om de kans op opsporing zo veel mogelijk te verkleinen (door bijvoorbeeld steeds op parkeerplaatsen te wachten, de vrachtauto staat continu in verbinding via mobiele telefoons met enkele leden, er wordt in codes gepraat en in drukke wegrestaurants en wegcafs met elkaar afgesproken) Noot . In de opslagplaats wordt de marihuana overgezet in dozen die daarna in kleine aantallen naar twee opslagplaatsen in de stad worden gebracht. Daarvoor wordt een bouwmaterialenbedrijf gebruikt.

De groep is zo georganiseerd dat niet iedereen op de hoogte is van alle activiteiten. Er is sprake van een bewuste strategie van compartimentering van kennis. Ieder had een bepaalde taak te vervullen, zoals de contacten in Colombia, het regelen van het transport, het gereedmaken van de opslagplaatsen. De chauffeurs worden tot op het laatst in het ongewisse gelaten waar zij hun lading moeten lossen. Een heel bijzondere plaats in de handel in softdrugs wordt ingenomen door een zakenman uit Enschede die geen roots heeft in de onderwereld van Enschede. Hij koopt op grotere schaal softdrugs in en voert ze ook weer uit. Deze persoon is al langer actief in de hasj- en XTC-handel. Vastgesteld is dat hij levert aan Engeland,
Spanje en Rusland. Hij was vroeger een alom gerespecteerd zakenman in Enschede die vandaag de dag per container zijn hasj direct uit Pakistan en Marokko laat overkomen. Een deel daarvan is voor de lokale en regionale markt, een ander deel is, zoals aangegeven, voor markten in Engeland, Tsjechi en Rusland. Dat het om grotere hoeveelheden gaat, kan worden afgeleid aan het grote aantal MOT-meldingen waarbij hij betrokken is. Door zijn illegale handel onderhoudt hij nu wel diverse contacten met andere belangrijke criminele uit Twente en, door zijn oude beroep, nog steeds met de legale zakenwereld in stad en regio.

3.3.3. De fraude

In Enschede zijn enkele groepen op het gebied van fraude actief. Hun werkterrein blijft overigens niet beperkt tot hun woonplaats Enschede. Wij zullen aan de hand van een van de hoofdfiguren, de heer A, een beschrijving van de verschijningsvormen van dergelijke fraudes geven.

Hoofdverdachte A richtte begin jaren tachtig een schoonmaakbedrijf op. Naast de schoonmaakbranche ging A zich in zijn expansiedrift op andere terreinen begeven, met als filosofie dat zijn bedrijven alle werkzaamheden moesten kunnen verrichten die in verband stonden met het onderhoud van een woning of gebouw, zoals stoffering, tuinonderhoud en schilderwerk. In dat kader nam hij een aantal bedrijven over en bouwde het geheel om tot een concern. De groei was explosief: op een gegeven moment waren er 200 vaste en 900 deeltijdwerkers in dienst. A ging vervolgens bedrijven overnemen die buiten de bovengenoemde dienstverlening vielen, zoals de grafische branche, groente en fruit.

Tot dan toe was er waarschijnlijk van een echte fraudecarrire nog geen sprake, maar het grote ondernemerschap groeide hem boven het hoofd. Een aantal bedrijven bleken slechte aankopen en er ontstonden ernstige financieringsproblemen. En financier legde beslag op vermogensbestanddelen van bedrijven en op het vermogen van A priv. Een andere financier droeg hem op een organisatiebureau in huis te halen om de bedrijven door te lichten. Het rapport van dat bureau gaf aan hoe de gezonde delen van het bedrijf via sterfhuisconstructies gered konden worden. Enige tijd daarna ging het eerste bedrijf failliet en er zouden nog vele volgen.

Werkwijze

Vanaf het moment dat de financieringsproblemen ontstonden, was A voornamelijk doende de verliezen voor hemzelf te beperken door zo veel mogelijk te onttrekken aan de bedrijven die toch niet meer te redden waren en de activiteiten voort te zetten in andere bedrijven. Naast de reddingsoperaties van zijn eigen bedrijven begon A zich te manifesteren als trouble shooter of crisismanager. Zo kwam hij, veelal via organisatie-adviesbureaus, binnen bij in moeilijkheden verkerende BV's. Omdat het water hen tot aan de lippen stond en A overtuigingskracht en deskundigheid uitstraalde en relaties in de financile sfeer had, gaven de oorspronkelijke directeuren hem carte blanche bij de sanering. De sanering bleek achteraf in te houden dat hij de BV uitkleedde door de activa en activiteiten over te brengen naar eigen bedrijven. Het gesaneerde bedrijf bleef met grote schulden achter met als enig uitzicht een faillissement. Bij de uitkleedoperaties maakte hij gebruik van de kennis en de relaties die hij als ondernemer opgebouwd had. Hij had het nodige opgestoken van het eerste grote faillissement en in het bijzonder van het door het organisatiebureau opgestelde handboek sterfhuisconstructies. Hij zag hoe makkelijk het was activa uit rechtspersonen die op de rand van het faillissement balanceren, over te hevelen en hij leerde dat Nederland bureaucratisch in hokjes verdeeld was, zodat de ene regio niet wist wat er in de andere gebeurde. Hij kwam tot de conclusie dat het verstandiger was zelf meer buiten beeld te blijven en bijvoorbeeld niet zichtbaar te zijn als aandeelhouder/bestuurder. Als gevolg van de beslagen bracht hij zijn aandelen onder bij familie en relaties, zodat hij zelf, op een enkele uitzondering na, als directeur van het toneel kon verdwijnen. Zoals gezegd, hevelde A activa van noodlijdende bedrijven over naar BV's waar hij de zeggenschap over had, veelal de activiteiten van de oorspronkelijke BV voortzettend in zijn eigen BV. Hij maakte voor dat doel gebruik van ondoorzichtige rekening-courantverhoudingen en lage taxaties van activa, zoals onroerende goederen en machines. De taxatieopdrachten verstrekte hij altijd aan hetzelfde bureau, waar hij telkens dezelfde persoon benaderde, die een goede kennis van hem was. Aangezien taxaties ruimte laten voor een behoorlijke bandbreedte, is het niet 100% duidelijk of daarbij de grenzen van het betamelijke zijn overschreden of dat men nog juist daarbinnen is gebleven. Debiteuren werden afgewaardeerd en doorverkocht aan eigen BV's of werden via die BV's gend. Hij bewoog banken meer geld te steken in de noodlijdende bedrijven onder het voorwendsel van de ultieme reddingspoging. Hij gebruikte daarvoor verkeerde jaarcijfers en/of prognoses. In de tussentijd werden preferente crediteuren, waaronder de belastingdienst en bedrijfsverenigingen niet voldaan of trof hij betalingsregelingen met hen die hij niet nakwam, eveneens door een verkeerde voorstelling van zaken te geven. Ten slotte zorgde hij ervoor de beoogde faillissementsdatum zodanig ver verwijderd van de
onttrekkingsactiviteiten te laten vallen, dat zij niet op eenvoudige wijze op grond van de faillissementspauliana zouden kunnen worden herroepen.
Bij dit alles maakte hij, zoals vermeld, gebruik van BV's waar anderen aandeelhouder/directeur van waren. Zo bleven hijzelf en zijn vermogensbestanddelen buiten beeld. Om toch de greep daarop te behouden, sloot hij vaak optiecontracten met deze aandeelhouders. A bedong daarin dat hij tot een bepaalde datum het recht tot (terug)koop van de aandelen had tegen de nominale waarde. Feitelijk kwam de inhoud van deze contracten erop neer dat hij de volledige beschikkingsbevoegdheid hield over de aandelen en dat de vermogensaanwas ten goede van hem zou komen. Ook wanneer hij geen optiecontract had, bleek hij het beleid van die onderneming te bepalen, omdat er een stroman tot directeur was aangesteld die niets te vertellen had. Een van de aspecten van deze fraude was naast het grote aantal BV's (in het opsporingsonderzoek komen meer dan 60 BV's aan de orde), het veelvuldig wisselen van naam en adres van de gebruikte rechtspersonen. Vaak vond naamswijziging plaats in verband met een naderend faillissement. Door de vele naamswijzigingen, adreswijzigingen en wisselingen van directie en aandeelhouders is er een ondoorzichtig rookgordijn ontstaan ten aanzien van de verhoudingen tussen vennootschappen en aansprakelijkheden. Rekening-courantverhoudingen onderling, ook tussen bedrijven die niet tot dezelfde holding behoorden, en rekening-courantverhoudingen met A en met andere directeuren maakten het geheel nog ondoorzichtiger. Ter indicatie van het ingewikkelde en ondoorzichtige karakter van deze fraude is het vermeldenswaard dat zonder de vondst van de optiecontracten bij een huiszoeking en zonder de verklaring van medeverdachten, de systematische fraude zeer moeilijk hard te maken was geweest. Overigens is er nog geen onherroepelijke rechterlijke uitspraak.

Personen en organisatie

In het onderzoek zijn in eerste instantie 35 personen als verdachte aangemerkt. A was buiten twijfel de sturende en leidinggevende kracht in bovengenoemde fraude. Hij heeft geen strafrechtelijke antecedenten. Wel komen uit de verhoren van hemzelf en andere verdachten en/of getuigen enkele karaktereigenschappen naar voren die ertoe bijdroegen dat A het als directeur/beleidsbepaler van BV's niet zo nauw nam met de regels om zijn eigen doelstellingen te verwezenlijken. Het ging hem niet zozeer om het rijk worden op zich. Hij wilde in de eerste plaats geliefd zijn in zijn nabije omgeving. Geld is daarin een middel en hij keek niet op een paar centen. Tevens was hij uit op aanzien: hij heeft altijd bij de groten willen horen en wanneer hij door hen niet geaccepteerd werd, stak hem dat geweldig. In dat kader nam hij de sponsoring op zich van een sportevenement, een geldverslindende bezigheid. Kort gezegd, hij had veel geld nodig.

Voor zijn manier van zaken doen had hij de hulp van anderen als adviseur of als loopjongen nodig. Daarnaast diende hij banken, belastingdienst en zakelijke partners om te praten. Hij slaagde hierin omdat hij een charismatisch persoon was met een hele goede babbel. Hij had een enorme overtuigingskracht om partijen voor zijn scenario's te winnen. Een voorbeeld van de wijze waarop hij mensen kon bepraten, vormde een telefoontje met een financier, die op stel en sprong aflossing van een lening verlangde. In plaats van betaling wist A deze tot het verstrekken van een extra krediet te bewegen. Mensen die in zijn invloedssfeer verkeerden, konden moeilijk van hem loskomen. Hij bereikte dat niet via geweld. Weliswaar dreigde hij wel eens met fysiek geweld als de zaken niet zo liepen als hij wenste, maar tot uitvoering kwam het nooit. Hij maakte hun van hem afhankelijk via psychische druk of in financile zin.

Omvang van de fraude

Hoeveel geld met deze fraude gemoeid is, is ook bij benadering niet vast te stellen. Bij fiscus en bedrijfsverenigingen gaat het om harde schulden van een kleine 15 miljoen. Via onttrekkingen zouden enkele miljoenen zijn verdwenen. Hoeveel er onterecht naar A in priv is gegaan, is ook onduidelijk. De andere medeplichtigen kregen een ruim salaris. Zoals gezegd, is het geld onder andere gebruikt om de activiteiten van zijn eigen en andere ondernemingen in enige vorm te continueren, bij welke operaties hijzelf het meeste baat had.

Zelf bleek hij nog een reservepotje van 3,5 miljoen, waarvan 1,9 miljoen over was, op een afgeschermde rekening in het buitenland te hebben. Er is, voorzover bekend, geen geld gegaan naar andere criminele activiteiten. In totaal is van hem priv ongeveer 4,3 miljoen in beslag genomen ter ontneming. De maatschappelijke schade was groot in de vorm van vele werknemers die op straat kwamen te staan, concurrentievervalsing, schulden bij de fiscus, bedrijfsverenigingen en handelscrediteuren. Het is onmogelijk uit te rekenen welk deel van die schade op het conto van de fraude is te plaatsen: vele, zo niet alle, bedrijven zouden toch failliet zijn gegaan.

3.3.4. Overige verschijningsvormen

Autodiefstallen

Enschede heeft weliswaar geen hoog aantal autodiefstallen, maar toch zijn er geregeld professionele daders actief die een tijdelijke hausse in diefstallen bewerkstelligen. In de beginjaren negentig had Enschede last van een groep Joegoslaven (Kroaten) die stelselmatig vanuit Hengelo auto's stalen. De gestolen auto's werden met valse kentekens en valse nummerborden naar Joegoslavi gebracht. Nadat hun arrestatie in 1993 in samenwerking met andere regiokorpsen had plaatsgevonden, schatte de politie dat deze groep in Nederland ongeveer 500 auto's had gestolen. Tevens werden bij aanhouding veel vuurwapens aangetroffen. Hoewel de groep bij de diefstallen zeer professioneel te werk ging (met inbraken in woningen om ook de originele papieren en autosleutels te krijgen), werden als afscherming tegen de politie weinig maatregelen ondernomen. Alles werd openlijk besproken en de daders hielden geen rekening met taps of observatie. In 1994 kreeg de streek rond Enschede in een week te maken met opnieuw een sterke stijging van het aantal autodiefstallen. Nu bleek een groep Russen actief, maar die verlegde al snel haar werkterrein naar heel Nederland. Na die beginperiode zijn door deze groep geen auto's meer gestolen in Enschede. Deze groep werkte gedisciplineerder en had voor ieder duidelijk omschreven taken. De afscherming was beter geregeld (zie ook het deelrapport van Bruinsma over autodiefstallen). In november van het vorig jaar is deze Russische groep door de Twentse politie gearresteerd. Het wegvallen van de grenscontroles met Duitsland heeft (voorlopig) niet geleid tot een hoger aantal autodiefstallen in de stad.

Mensenhandel

Als grensstad heeft Enschede te maken met illegalen die na het oversteken van de Duits-Nederlandse grens naar de stad komen. Het aantal assistenties ten behoeve van de vreemdelingendienst is het afgelopen jaar verdubbeld. De komst van illegalen wordt doorgaans georganiseerd. De Enschedese politie heeft met een aantal criminele groepen te maken gehad die zich inlieten met mensenhandel. In 1990 en 1991 kwam de politie ter ore dat een groep in Enschede en Hengelo gevestigde Syrisch-Orthodoxen uit Syri en Turkije allerlei geloofs- en landgenoten illegaal lieten overkomen. Er bestond een landlijn en een luchtlijn waarmee de illegalen tegen betaling van ongeveer 6.000 DM per persoon Nederland werden binnengesluisd. De illegalen vonden een plaats binnen de hier al langer woonachtige Syrisch-Orthodoxe gemeenschap. Wanneer zij om de een of andere reden werden geweigerd aan de grens, werd ter plekke besloten een doorreisvisum aan te vragen naar Canada, Zweden of Belgi. De paspoorten waren van Syrische makelij en werden met verdovende middelen of wapens betaald. De landroute was vanuit Syri via Jordani, Turkije, Roemeni, Hongarije, Oostenrijk, Duitsland naar Nederland. Het laatste deel van de reis werd verzorgd door de leden van de gemeenschap en geschiedde met kleine busjes. De luchtroute ging via het vliegveld Zaventhem (Belgi) en vervolgens per busje. In totaal zijn ongeveer 900 illegalen op deze wijze naar Enschede gebracht. Recentelijk werd een groep gearresteerd wegens grootschalige hasjhandel. Een tak van deze groep hield zich onder leiding van een Pakistaan bezig met de smokkel van Sikhs uit Pakistan en India naar Engeland. Daar konden zij gemakkelijk illegaal binnen een grote gemeenschap van Sikhs onderduiken. Voor de tocht moest flink worden betaald en in veel gevallen werd met vervalste of valse reisdocumenten gereisd. De oversteek naar Engeland werd met een zeilboot gedaan (zie ook het hoofdstuk over de Rotterdamse haven in het deelrapport over de branches).

Prostitutie en vrouwenhandel

Begin 1995 overleed op natuurlijke wijze de grootste exploitant van Enschede op 43-jarige leeftijd. Met hem werd een tijdperk afgesloten waarbij vrijwel de hele prostitutie in een stad door n persoon werd gedomineerd. Hij was een ouderwetse pooier die, met zoon en een bodyguard, al zijn vrouwen als zijn bezit zag. Hij was eigenaar (soms als medevennoot, meestal alleen) van de meerderheid van de 14 sexinrichtingen die de stad, volgens de politie, rijk is. Iedereen kende hem en op zomeravonden liet hij zich geregeld met een aantal dames in een Amerikaanse auto door de stad rijden. Hij kocht zijn vrouwen zelf in en heeft voor vrouwenhandel een tijd in Brazili vastgezeten.

In Enschede zijn ongeveer 120-130 vrouwen in de prostitutie werkzaam. Het aanbod van vrouwen wordt bepaald door de vraag die seizoengebonden lijkt. De meesten (ongeveer 70) zijn afkomstig uit Brazili. Dit op zich genomen merkwaardige verschijnsel - vrouwen uit Brazili zijn er in Nederland historisch gezien nooit in de prostitutie geweest - heeft zeker te maken met deze Enschedese pooier. Reislustig als hij was, bezocht hij
vanuit Suriname waar hij te gast was bij een collega sex-exploitant te Paramaribo, geregeld het buurland en ronselde daar vrouwen voor de Enschedese prostitutie. Hij is een aantal keren aangehouden voor vrouwenhandel maar tot veroordelingen hebben deze aanhoudingen niet geleid. De overige vrouwen zijn afkomstig uit heel Nederland, Azi en enkelen uit Oost-Europa. De Nederlandse prostitues zijn vaker werkzaam in escortbureaus en als zelfstandige op priv-adressen. De meeste buitenlandse vrouwen zijn Nederland binnengekomen via een toeristenvisum. Na verloop van enkele (drie) maanden worden deze weer doorgestuurd naar bordelen in Duitsland en Limburg. Een uitgebreide gayprostitutie bestaat er niet. Naast de clubs zijn enkele kleine escortbureaus actief.

Enschede kent in tegenstelling tot bijna alle steden in Nederland geen raamprostitutie en geen tippelhoeren. Alle prostitutie speelt zich af in besloten clubs, die zijn gelegen aan de invalswegen van de stad. In vergelijking met andere steden in Nederland is dat opmerkelijk te noemen. De politie heeft zich van oudsher stevig bemoeid met de prostitutie in Enschede. Om onbekende redenen wilden de korpsleiding en het college van B&W nooit dat raamprostitutie of tippelprostitutie voet aan de grond kreeg in de stad. Vanaf de jaren zestig is hard opgetreden tegen elke poging een van deze vormen van prostitutie gevestigd te krijgen. Tippelaarsters werd het werken door een intensieve surveillance vrijwel onmogelijk gemaakt, zodat zij na kort tijd het tippelen maar weer opgaven. De politie heeft ook aan de plaats van de sexclubs aan de invalswegen een constructieve bijdrage geleverd.

Enkele jaren geleden probeerden Joegoslaven met geweld een plaats in de prostitutie te veroveren. De pooier met zijn companen hebben die slag kunnen pareren maar na zijn overlijden vreest de politie dat Oosteuropeanen (vooral Russen) opnieuw zullen proberen een plaats in de prostitutie te verwerven. De politie heeft altijd een goede verstandhouding met de prostitutie in Enschede gehad. Met betrokkenen werden afspraken gemaakt om overlast te voorkomen en de politie vervulde een soort vertrouwensfunctie voor de prostitues om hen enige bescherming te bieden.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken