3.2 Duur van het onderzoek

Ingevolge het instellingsbesluit van 6 december 1994 is de termijn waarbinnen het onderzoek van de commissie moet zijn afgerond, gesteld op 1 jaar of zoveel eerder als mogelijk. Derhalve zou de commissie uiterlijk 6 december 1995 haar eindrapportage aan de Kamer moeten aanbieden. Begin november bleek echter dat het de commissie niet zou lukken binnen de gestelde termijn te rapporteren. Een tweetal omstandigheden was hier debet aan. Ten eerste leverde de analyse van de 93 openbare verhoren een aantal zaken op die nader onderzoek vergden. Ten tweede was de tussenrapportage van het rijksrecherche-onderzoek naar het functioneren van de regionale criminele inlichtingendienst Kennemerland nog niet gereed. De voorlopige resultaten van dit onderzoek waren van belang voor de eindrapportage van de commissie. Zodoende verzocht zij op 13 november 1995 Noot de Kamer haar mandaat met enkele weken te verlengen, opdat zij na ommekomst van het kerstreces haar eindrapportage zou kunnen aanbieden.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken