6.6 Samenwerking

Kernteams worden geacht zelfstandig en herkenbaar georganiseerd te zijn. Kernteam-zaken betreffen vaak complexe onderzoeken naar georganiseerde criminaliteit, waarbij de politie, ook intern, een zekere mate van geheimhouding wil garanderen. Dit is bijvoorbeeld begrijpelijk als van de onderzochte criminele groep verwacht wordt dat deze corrumptieve contacten aangaat. Zowel de organisatievorm van de kernteams als de aard van hun onderzoeken leiden ertoe dat informatie zodanig vertrouwelijk is dat deze zeer beperkt wordt uitgewisseld.

De geheimhouding brengt met zich mee dat de samenwerking van een kernteam met de reguliere politie soms moeizaam verloopt. In gevallen waarin een kernteam reeds over informatie beschikt die voor een ander onderzoeksteam van belang was, maar deze informatie niet doorspeelt, vat dat andere team deze vertrouwelijkheid van informatie ofwel het embargo-karakter ervan op als een belemmering van de eigen werkzaamheden.

De voorzitter :
U bent gebleken een verklaard tegenstander te zijn van het gebruik van zogenaamde embargoteams, waar alles in feite gecompartimenteerd geheim wordt gehouden.
De heer Wilzing:
Ja.
De voorzitter:
Kunt u dat toelichten?
De heer Wilzing:
Ik heb wel eens gezegd: de embargoteams zijn de dood in de pot. Embargoteams zijn heel gevaarlijk. Als je je informatiepositie te veel op deze manier afsluit, dan betekent het dat je niet meer communiceert met je collega's. Dan kan het zijn dat je met twee teams op een deel van hetzelfde onderzoek gaat zitten en je activiteiten op dezelfde groepering richt. Dat is levensgevaarlijk. Het is ook heel simpel op te lossen. Het betekent gewoon dat je per dag de subjecten, de namen van de verdachten doortoetst naar de zogenaamde CIDSI, de CID-subjectenindex. Dat is een heel simpele verwijzingsindex, waarbij collega's kunnen checken of anderen met hetzelfde bezig zijn. Dat is de winst van de laatste jaren die wij samen met de Nederlandse politie hebben weten te bereiken. Ik heb het idee dat bij mijn collega's - in ieder geval geldt dat voor mijn eigen gebied; daar kan ik voor spreken - hetzelfde gevoel leeft: stoppen met embargoteams en zorgen dat je die ene databank met elkaar goed vult, zodat een ieder weet waar hij mee bezig is. Voor de CRI is het dan niet anders dan elkaar in contact brengen, ervoor zorgen dat je met elkaar communiceert en afspraken maken. Noot
De vertrouwelijkheid bemoeilijkt ook de mogelijkheden tot samenwerking in andere onderzoeken. Ook medewerkers van kernteams die hun onderzoek nadrukkelijk als vertrouwelijk kwalificeren, zijn zich hiervan bewust.

De heer De Graaf:
De heer Woelders vertelde ons dat u ondanks alle goede contacten die er tussen u, de heer Woelders en de kernteamofficieren zijn, niet bepaald scheutig bent met informatie; dat zijn mijn woorden. U zou bepaalde informatie afschermen.
De heer Dros:
Dat is juist.
De heer De Graaf:
Doet u dat bewust ten opzichte van Amsterdam?
De heer Dros:
Nee, wij doen het bewust ten opzichte van Nederland. Wij doen bijzonder loyaal mee aan de CRI-systemen. Wij melden onze CID-subjecten aan. Wij melden onze onderzoeken aan. Wij maken gebruik van de verbindingsambtenaar van de CRI. Wij doen er dus alles aan om te voorkomen dat wij in het vaarwater van andere onderzoeken zitten. Wij doen er alles aan om te voorkomen dat wij anderen informatie onthouden of dat ons informatie onthouden wordt. Het heeft in mijn optiek echter alles met professionaliteit te maken dat wij de strategie die wij in ons onderzoek gekozen hebben, en de concrete invulling ervan binnen de muren van het team houden. Noot
Geprobeerd wordt de nadelen in dit opzicht zoveel mogelijk te beperken. Dat is vooral noodzakelijk in gevallen waarin meer kernteams of regiokorpsen zich op de dezelfde onderzoekssubjecten richten.

De voorzitter:
In ons onderzoek stuitten wij op in ieder geval de mogelijkheid dat in n ressort, waar u ook toe behoort, kernteams bijna dezelfde onderzoeken of op dezelfde groepen lijken te zitten. Is dat goed met elkaar afgestemd?
De heer Vrakking:
Ja. De CID-mensen van het kernteam Haarlem en het kernteam Amsterdam hebben overleg. De zaak van het kernteam Haarlem is een Amsterdamse officier. Ik bespreek met mijn collega uit Haarlem de voortgang van dat onderzoek.
De voorzitter:
Er zijn dus geen overlappen?

De heer Vrakking:
Dat is niet helemaal uit te sluiten, maar dan wordt wel goed met elkaar gecommuniceerd. Noot

vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken