II.8. Conclusie

De sociologische gegevens die voorhanden zijn over de ontwikkeling van de maatschappelijke positie van Surinamers in Nederland, laten er geen twijfel over bestaan dat een ruime meerderheid zijn weg in de Nederlandse samenleving heel goed heeft gevonden. Dat geldt ook voor Antillianen en Arubanen. Over die meerderheid gaat het hier niet. In de afgelopen twintig jaar is er echter tegelijkertijd een categorie Carabische immigranten ontstaan die in allerlei opzichten het risico loopt om verzeild te raken in criminaliteit. Hoe groot die categorie precies is, valt niet met zekerheid te zeggen maar de dertig veertig procent langdurig werklozen zijn kandidaat voor de vorming van een bijzondere Carabische onderklasse op langere termijn. De sociale omstandigheden die tot de vorming van deze onderklasse leiden, zijn wel min of meer duidelijk: deze categorie heeft weinig onderwijs doorlopen; ze is slecht voorbereid op de eisen die op de Nederlandse arbeidsmarkt worden gesteld; deze groep is gearriveerd in de jaren zeventig en tachtig toen er geen werkgelegenheid voor nieuwkomers bijkwam; gekleurde immigranten lopen op verschillende fronten aan tegen rassendiscriminatie.

De militaire coup in Suriname van 1980 en de aansluiting die de toenmalige militaire leiders en ook zakenlieden hebben gevonden bij de Colombiaanse drugshandelaren die de Europese markt opgingen, hebben de politieke en sociale verhoudingen binnen Suriname zelf, maar ook binnen de Carabische gemeenschap in Nederland, ingrijpend veranderd. Binnen de geschetste risicogroep in Nederland heeft zich een grijze en een zwarte economie ontwikkeld en er zijn ook vormen van misdaad waargenomen, zoals georganiseerd souteneurschap, het stelen van automobielen en huisjesmelkerij op enige schaal. De mate waarin deze delicten worden gepleegd lijkt evenwel klein vergeleken bij de entree in de internationale drugshandel die mogelijk is geworden door de geschetste ontwikkeling in Suriname en in veel mindere mate ook de Antillen en Aruba. Zowel in Suriname als onder Surinamers in Nederland loopt de betrokkenheid aan de handel in cocane door alle etnische groepen heen die dat land rijk is. Anders dan in Suriname waar grote handelaren en duidelijke machtsgroeperingen zijn aan te wijzen die de handel in drugs organiseren, neemt de politie in Nederland, voor zover die er iets van ziet, een diffuus beeld waar. Cocane wordt door Surinamers en
Antillianen zowel op de Europese markt gebracht in grote partijen en door duidelijk gemarkeerde groeperingen, als door mensen die als reizigers of importeurs van (tropische) goederen allemaal kleine hoeveelheden meenemen. Er zijn onderlinge verzekeringssystemen gesignaleerd waarbij kleine netwerken van smokkelaars de gecalculeerde risico's om te worden aangehouden, samen delen. Omdat er in de voorbije jaren niet op grote schaal politie-onderzoek is gedaan naar drugshandel uit Suriname, valt over de omvang ervan eigenlijk niets te zeggen.

In zekere zin is de smokkel van drugs door talrijke individuen ernstiger dan die welke zich afspeelt binnen scherp omlijnde en dus ook in omvang beperkte groepen. Nu kan men zeggen dat allerlei vormen van betrokkenheid bij drugshandel een segment van een bepaalde bevolkingsgroep in economische zin helpen. Het verlost een aantal mensen op korte termijn zonder twijfel van hun financile problemen, sommigen leven er goed van in Nederland en anderen investeren in het Carabisch gebied. Op langere termijn leidt steeds verdergaande betrokkenheid bij georganiseerde misdaad echter tot grote sociale problemen. Deze ongunstige ontwikkeling kwam zeer sterk - en wat ons betreft volkomen onverwacht - naar voren in het probleem dat corruptie onder bepaalde overheidsdienaren van Surinaamse afkomst (met name in de politie) significant veel voorkwam. Die corruptie stond niet alleen, maar wel grotendeels ten dienste van organisatie van handel in verdovende middelen. Aan de ene kant kan men zich afvragen of de antecedenten van Surinaamse sollicitanten wel altijd voldoende waren gecontroleerd, aan de andere kant wees dit probleem in sociologische zin op het voorkomen van dubbele loyaliteiten bij overheidsfunctionarissen die uit etnische of uitheemse nationale groepen afkomstig zijn.

In Suriname heeft de handel in drugs bijgedragen tot een ingrijpende verandering in de klassenstructuur. De voorheen goed gevulde middenklasse is weggevaagd en boven een arme massa torent een kleine nieuwe klasse uit van superrijken die de opbrengsten van zijn bedrijvigheid belegt in zeer luxueuze huizen en ander onroerend goed, in bedrijven, in grond en in winkels. De militairen die zonder twijfel met de handel in drugs zijn begonnen, door hem ten minste te faciliteren, hebben hun kapitaal nu vooral in het bedrijfsleven belegd. Thans wordt getracht deze macht, mede via het winnen van de volksgunst in de vorm van weldadigheid zoals drugsbaronnen dat in heel Zuid-Amerika doen, om te zetten in een politieke overwinning bij de aanstaande verkiezingen.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken