IV.8. Georganiseerde misdaad begint op de hoek: een voorbeeld van Marokkaanse bendes

We blijven bij de kwestie van het wegsluizen en het gebruik van de revenuen toch langer staan omdat in Nederland een groot strafrechtelijk onderzoek is uitgevoerd dat weliswaar niet representatief is voor de handel zelf, maar dat wel een interessant licht werpt op de maatschappelijke habitus van de betrokken drugshandelaren. Het gaat hier om de zogenaamde Ramola-zaak die in 1993 en 1994 door de Rotterdamse politie is gedraaid. Plaats van handeling is de Rotterdamse wijk Spangen die ooit, vlak na de Eerste Wereldoorlog door niemand minder dan de architecten M. Brinkman en P. Oud is ontworpen als modelwijk voor vooruitstrevende arbeiders. Een echt rood nest werd het en het hoofdkwartier van de voetbalclub Sparta. Nu is het echter een van de laatste wijken waarvan althans een deel in aanmerking komt voor renovatie en hier heeft het door de stadsvernieuwing opgejaagde legertje van drugsdealers zich op dit moment gevestigd. De overlast is groot, het broeit in de buurt. De wijk is aan de voet van een afrit van de A16 gunstig gelegen voor drugstoeristen uit Frankrijk en Belgi die goedkope drugs komen kopen in grote hoeveelheden, van goede kwaliteit en zonder het risico te worden aangepakt zoals door de politie in eigen land. Drugsrunners lokken de klanten al aan de grens, langs de weg en in de wijk en daar zijn jonge kinderen onder. Helsdingen en De Kleuver (1995) maakten op grond van een analyse van honderden waargenomen personen het profiel van drugsrunners en komen tot de conclusie dat in het jaar 1992 en 1993 niet minder dan 93% van Marokkaanse origine was. De buitenlanders kopen hier cocane die een Marokkaanse groep weer afneemt van mensen die afkomstig zijn uit de Dominicaanse Republiek en herone van een Turkse groep. Als mensen van een etnische groep die vertrouwd zijn met de klanten uit francofone landen, zijn Marokkanen de voor de hand liggende dealers.

De politie krijgt zicht op deze groepen als gevolg van een melding bij het bureau voor de Melding van Ongebruikelijke Transacties (MOT). In dit geval wisselde een onopvallende Marokkaanse man wekelijks grote hoeveelheden van allerlei Europese bankbiljetten en Amerikaanse dollars bij een filiaal van de Rabo-bank op de automarkt te Utrecht. Het onderzoek werd Ramola genoemd omdat het ging over Money Laundering bij de Rabo-bank. De hoeveelheid buitenlandse valuta was zo omvangrijk dat de filiaalhouder het niet meer aankon en de man die ze aanbood, verzocht voortaan op het hoofdkantoor in Utrecht te komen. De bank speelde het spel van de politie mee onder voorwaarde van vrijwaring en liet hem met steeds grotere sommen geld binnenkomen via een aparte zijingang. Nadat de man werd gevolgd naar Rotterdam, stelde de politie vast dat hij adressen in Spangen aandeed die bekend waren als drugspanden. Toen pas werd de politie en justitie duidelijk hoeveel geld er in de verdovende-middelen-handel in zo'n volksbuurt omging. Na het weekend had de bank geen voldoende tegenwaarde aan duizend-gulden-biljetten voor drie miljoen per dag! Dat het geld terechtkwam in Marokko bleek duidelijk via afgeluisterde telefoongesprekken, maar hoe dat precies ging heeft
men niet waar kunnen nemen. De Nederlandse biljetten waren waarschijnlijk als baar geld door koeriers overgebracht. Op zichzelf waren die telefoongesprekken weer niet zo lastig te ontcijferen, de gesprekspartners hadden het over cassettes, biggetjes en tapijten en dat deze dingen er niet letterlijk mee konden zijn bedoeld, bleek toen iemand bijvoorbeeld drieneenhalve cassette bestelde. Wanneer er politie in de straat was gesignaleerd zei iemand per telefoon: de insekten zijn in de straat. Na verloop van een jaar had de politie de groepen beter in beeld. Het ging om twee drugsorganisaties en een geldwisselorganisatie. In totaal leverde dat ongeveer 40 verdachten op. Er waren ook regelmatige handelskontacten met mensen in grote steden van Duitsland, Belgi en Frankrijk.

Wie waren dat nu precies? De witwasser was een voormalige gastarbeider uit Casablanca die reeds lang was afgekeurd en een WAO-uitkering genoot. De ene drugs-organisatie bestond uit enkele jongemannen van de anderhalve immigrantengeneratie die afkomstig was uit het gastarbeiders-recruteringsgebied van de Rif. Ook in cultureel opzicht waren ze anderhalf: de opbrengsten van de drugshandel werden wel overwegend naar Marokko gezonden maar ze reden toch al in een mooie BMW, droegen snelle kleren en hielden er vriendinnen op na. De tweede drugsorganisatie was een uitermate gesloten en traditioneel Berbers gezin met een man aan het hoofd die op het moment van aanhouding 35 jaar oud was, maar er uitzag als een verweerde grijsaard van 60. Bij huiszoeking wist de politie niet wat zij zag. Volgens de meest conservatieve berekeningen moet deze familie die vanaf 1986 met drugshandel bezig was geweest, tot 1994 tientallen miljoenen guldens naar Marokko hebben overgemaakt. Deze uitkeringstrekkers die een huurhuis bewoonden en tien kinderen rijk zijn, bleken hun (niet ontwikkelde) kinderen geen betere slaapplaats aan te bieden dan een kartonnen doos. Volgens oude Nederlandse maatstaven moet je dit wel een onmaatschappelijk gezin noemen en de politie zag zich gedwongen om de kinderbescherming in te schakelen. Er was echter sprake van volledige scheiding van twee systemen, sociologische schizofrenie. Als de familie met Air Maroc naar huis vloog was dit altijd eerste klas. Er werd een bouwtekening aangetroffen van hun riante huis in Marokko met een zwembad op het dak. De drie families (twee drugsverkopers en een witwasser) samen hebben dankzij de opbrengst van hun buurthandel in drugs aantoonbaar over een reeks van jaren in Nederland en Belgi vele miljoenen guldens naar Marokko overgemaakt. In deze Ramola-zaak komt het syndroom van criminele en deviante verschijnselen in volle omvang over het voetlicht. De bewoners van Spangen lopen te hoop tegen overlast in de buurt: er is lawaai, agressief optreden van klanten en dealers, huizen en straten krijgen een haveloos aanzien; Marokkaanse kinderen worden uitgebuit en verwaarloosd; er is sprake van ongeassimileerde buitenlanders die nochtans zo zijn aangepast dat ze het systeem in hun voordeel gebruiken; hun onwaarschijnlijk grote criminele winsten kunnen niet anders dan de concurrentie vervalsen binnen de economie van Marokko; hun geldzendingen veroorzaken zonder twijfel corruptie in de ambtenarij en dragen bij tot de verloedering van de politiek. Er is wel iets te zeggen voor de slogan van de Rotterdamse recherche dat de georganiseerde misdaad begint op de hoek van de straat.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken