VI. DE ITALIAANSE MAFIA:
HAAR AANWEZIGHEID OP NEDERLANDSE BODEM

In de voorbije jaren is bij herhaling de vraag opgeworpen of er sprake is van penetratie van de Italiaanse mafia

- in de ruime zin van het woord: de Siciliaanse mafia, de Napolitaanse camorra, de Calabrese 'ndrangheta en de Apulische sacra corona unita - op Nederlandse bodem, of althans in hoeverre in Nederland de voorwaarden zijn vervuld voor haar bedrijvigheid in dit deel van West-Europa (Fijnaut, 1993; Van Dijk, 1993). Een ondubbelzinnig antwoord op deze vraag is tot nu toe niet en plein public gegeven, zodat nog altijd aan twijfel onderhevig is of de stellige beweringen die dienaangaande in buitenlandse persberichten en rapporten zijn gedaan, op waarheid berusten dan wel uit de lucht zijn gegrepen (Leyendekker, Rickelmann en Bnisch, 1992; Rapport etc, 1993; Fijnaut, 1994).

Om de vraag naar de aanwezigheid van de Italiaanse mafia op Nederlandse bodem te beantwoorden, zijn de volgende onderzoeksactiviteiten ontplooid. Ten eerste werd kennisgenomen van diverse overzichtsrapporten die in de voorbije jaren in politiekring zijn vervaardigd. In de tweede plaats is een aanzienlijke hoeveelheid vertrouwelijke losse informatie over activiteiten van de Italiaanse mafia op Nederlands grondgebied geraadpleegd. En ten derde zijn gesprekken gevoerd met enkele politiespecialisten terzake. De gegevens die op deze drie manieren zijn vergaard, bieden zeker enig zicht op de situatie. Maar we zijn er ons meer dan wie ook van bewust dat juist ook in dit geval nader onderzoek in het buitenland, met name Itali, Duitsland en Belgi, van belang zou zijn geweest. Om de redenen die in de algemene inleiding zijn uiteengezet, is zulk onderzoek echter achterwege gebleven.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken