VII.3. De Colombiaanse cocanehandel in de Verenigde Staten

Zelden heeft een exportprodukt uit de Derde Wereld zo snel en zo overtuigend een markt veroverd als de cocane dat heeft gedaan met de Amerikaanse markt in de jaren zeventig en tachtig en nog nooit is een relatief kleine groep ondernemers zo snel zo schandelijk rijk geworden als de drugslords van Colombia. De Zuidamerikaanse boom-industrie van de jaren twintig in rubber is er niets bij. De drugs werden Amerika binnengebracht op alle mogelijke manieren. Toeristen namen cocane mee terug. Individuele muilezels ( mulas) werden erop uitgezonden om op of in hun lichaam kilo's wit poeder mee te nemen. De echte grote overtocht begon in de helft van de jaren zeventig met vliegtuigjes die vlogen over het Carabische gebied en die gingen via de Westkust of de Oost langs Florida. De honderden kilo's tegelijk die ze meenamen, werden aanvankelijk nog niet scherp door de kustwacht waargenomen. De transporteurs waren Amerikaanse piloten, maar zij deden het samen met immigranten uit Colombia die de weg in de sociale en politieke verhoudingen van hun geboorteland goed kenden. Tussen alle grote en minder grote migratiebewegingen in de wereld is die van de Colombianen misschien aanvankelijk niet zo opgemerkt, maar zij ontwikkelde zich al in de jaren dertig (Pearse, 1990). In die jaren trokken Colombianen naar Venezuela, in de jaren vijftig van deze eeuw gingen zij naar de Verenigde Staten en Europa. Het waren niet alleen mannen, maar juist ook vrouwen die wegtrokken om als huisbedienden elders in hun levensonderhoud te voorzien en hun geluk te beproeven. In het jaar 1980 woonden en werkten niet minder dan een miljoen Colombianen buiten hun land van herkomst en dat is niet gering op een totale bevolking van ruim 30 miljoen. De regering moedigde emigratie aan om via geldzendingen deviezen te ontvangen en binnen de gezinnen hadden mensen die het was gelukt elders aan de slag te komen, flink in aanzien gewonnen. Juist de agrarische gebieden die later zouden overgaan op de drugseconomie, zoals de Valle del Cauca waarin Cali ligt, ondergingen een snel proces van modernisering dat mensen afstootte en deed emigreren. Colombianen vestigden zich in de grote steden van Amerika, aan de Westkust en de Oostkust. In de grote stroom van Hispanics , tussen al de havelozen uit Puerto Rico, de Dominicaanse Republiek, Guatemala en Honduras vielen zij als aparte groep nauwelijks op. Er is geen twijfel mogelijk of het begon met de Amerikanen die het transport in drugs organiseerden, maar de emigranten speelden in toenemende mate een rol. Veel van de grote Colombiaanse drugshandelaars zijn in de Verenigde Staten begonnen of hebben daar in ieder geval een tijd als emigrant doorgebracht. Ze hebben zoveel cocane naar dat land getransporteerd dat de groothandelsprijs kelderde van 50 60 duizend dollars de kilo tot 16 20.000 dollars in de jaren tachtig en de verzadiging van de markt blijkt verder uit het feit dat de prijs vanaf dat ogenblik min of meer constant is gebleven. Voor Amerikaanse regeringen was het reden om de oorlog aan de drugs te verklaren. President Bush stelde zich in 1990 ten doel de import binnen twee jaar met 10% te reduceren en na tien jaar zou niet meer mogen binnenkomen dan de helft van wat nu in Amerika arriveert. In
een genformeerd artikel in The Economist dat is vertaald in het Nederlandse weekblad Intermediair van 7 april 1995, staat dat de Amerikaanse regering daar tot nu toe 50 miljard dollar aan heeft gespendeerd. Veel opgeleverd heeft deze inspanning niet en in tal van wetenschappelijke publikaties (McCoy en Block, 1992) en artikelen in de pers is deze oorlog al snel verklaard tot hopeloos en verloren. De Amerikaanse controle-instanties hebben de strijd enorm opgevoerd, maar in de wapenwedloop die is ontstaan en waarin zelfs doorzichtige onderzeeboten en straalvliegtuigen zijn ingezet door de smokkelaars, hebben de Amerikanen het geenszins kunnen winnen. Er zijn belangrijke successen geboekt door de DEA (vergelijk McKlintick, 1993) in de operatie Zwaardvis en in 1992 in de operatie Green Ice waarbij niet minder dan 200 mensen over de gehele wereld werden aangehouden en 40 miljoen dollars cash in beslag werden genomen (Bovenkerk (b), 1995) maar op het in de Verenigde Staten aanwezig volume en de prijs van de cocane hebben deze acties geen enkele invloed gehad.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken