IX.1. Opkomst, samenstelling en bedrijvigheid van de Russische mafia in Rusland

Om te beginnen moet worden gesteld dat wetenschappelijke literatuur over de opkomst, samenstelling en werkwijze van de rode mafia zo goed als onbestaand is. De redenen hiervan zijn niet ver te zoeken. Tot een paar jaar geleden bestond er in Rusland officieel geen georganiseerde criminaliteit en sinds haar bestaan wordt erkend zijn er nauwelijks onderzoekers die er in behoorlijke omstandigheden zelfstandig onderzoek naar hebben kunnen doen. Ook voor een relaas als dit moet noodgedwongen worden teruggevallen op politieberichten en journalistieke impressies.

Lezing van deze stukken leidt tot de conclusie dat de huidige rode mafia voor een belangrijk deel haar origine heeft in de hecht-georganiseerde dievenbendes die in de jaren twintig en dertig opbloeiden in en rond de strafkampen uit de Goelag-archipel, waarover Solzjenitsyn zo'n indrukwekkend boek heeft geschreven. De vorming van deze bendes was een uitvloeisel van het barbaarse regime in deze kampen: om dit regime te kunnen overleven was het welhaast noodzakelijk voor de gestraften om een illegale, een criminele, economie op gang te brengen n te houden. Toen dan in de jaren vijftig en zestig een einde kwam aan de Stalinistische terreur en een zekere liberalisering van het economische leven werd doorgevoerd, waren deze bendes uitermate goed geplaatst om de bevoorrading van de snel groeiende zwarte markten te organiseren. Niet alleen waren zij zeer bedreven in de illegale produktie en distributie van legale goederen en diensten, maar ook verstonden zij als geen ander de kunst om hiervoor de samenwerking met zowel het staatsapparaat als de nomenclatura, het partijbonzendom, te mobiliseren. Met als gevolg dat in de jaren zeventig en tachtig op tal van plaatsen in Rusland zeer lucratieve bondgenootschappen ontstonden tussen ambtenaren, met name politie-ambtenaren, partijgangers en criminele roergangers. De talrijke schandalen waarin leden van de Brezjnev-familie waren betrokken, zijn prototypisch voor deze tijd (Gurow, 1991). In de jaren tachtig - en vooral tegen het einde van dit decennium - kreeg de georganiseerde criminaliteit opnieuw ongehoorde kansen om zich verder te ontplooien. Aan de ene kant maakten de privatisering van de economie en de destabilisering van de politiek het niet alleen mogelijk dat talrijke bendes zowel legale bedrijven oprichtten als illegale diensten (prostitutie, gokspelen, drugs, pornografie) begonnen te organiseren, maar ook dat de bedrijven die niet door criminele groepen werden opgericht, systematisch werden onderworpen aan hardhandige protectie-praktijken van allerlei slag en soort: verplichte beveiliging, gedwongen aankopen, regelmatige afdracht van geld om niet, opgelegde plaatsing van personeel, enzovoort; daarenboven zetten veel bendes - vermomd als legale bedrijven of niet - hun geweldspotentieel in om voor weinig geld kostbaar onroerend goed in handen te krijgen. Aan de andere kant leidden de politiek-economische ontwikkelingen van de jaren tachtig er direct en indirect toe dat naast de van oorsprong Russische bendes ook alle mogelijke criminele groepen uit de Aziatische en Europese landen die eertijds met harde hand bij de Sovjet-Unie werden ingelijfd, in de grote steden van het oude Rusland machtsposities konden uitbouwen: uit de Oekrane, uit Georgi, uit Tsjetsjeni, uit Armeni. Waarbij overigens meer dan eens is gesteld dat tenminste een deel van deze groepen nog altijd nauwe bindingen onderhoudt met politieke
formaties in de landen van herkomst, zeker ook met zulke die in halve of hele burgeroorlogen zijn verwikkeld. Wat hier ook van zij, in een aantal Russische grote steden maken zij zich schuldig aan afpersing, zijn ze betrokken bij prostitutie, doen ze aan smokkel van levensmiddelen en zijn ze bezig met andere criminele ondernemingen (Waksberg, 1991; Illesch, 1991; Coulloudon, 1990).

Op het aantal georganiseerde misdaad-groepen dat in Rusland actief is, valt geen staat te maken. Alle mogelijke cijfers doen hierover de ronde. Ze variren van enkele tientallen (al dan niet op etnische basis stoelende) misdaadsyndicaten in Moskou tot 4.000 5.000 criminele organisaties in heel Rusland (Krause, 1995; Flormann, 1994). Belangrijker dan exacte cijfers hieromtrent is dan ook wellicht enerzijds het feit dat de betrokken groepen qua samenstelling, omvang, organisatiegraad en machtspositie zeer sterk uiteenlopen, en anderzijds het gegeven dat zij er met z'n allen in zijn geslaagd om in steden als Moskou en St. Petersburg de gewapende hand te leggen op heel het illegale en legale economische leven. Dit laatste wordt niet alleen geroepen door naar lezers snakkende journalisten en naar geld dorstende Westerse veiligheidsfirma's, maar het wordt ook beweerd door een van de weinige Russische wetenschappelijke onderzoekers op dit gebied: Prof. J. Gilinskij uit St. Petersburg (Gilinskij, 1994). Zijn onderzoek naar de georganiseerde criminaliteit in deze stad leverde de conclusie op dat The business sphere of Petersburg is divided between mafia groups. Excellently informational service enables them to track and monitor all the commercial structures and the moment, when the new commercial structure begins making profit and, consequently, arouses the interest of the mafia. As the businessmen - respondents asserted: 100% of commercial structures are embraced by racket, except the ones located in the premises of large-scale state-owned enterprises, or the ones, which have not yet begun making profit. Racket penetrated all the enterprises except those of military-industrial complex and some foreign firms. Dat de Russische steden, tenslotte, veelvuldig het toneel zijn van gewelddadige conflicten tussen criminele groepen, ligt, gelet op hun origine, hun aantal en hun diversiteit, voor de hand. Met name de Armeense, Tsjetsjeense en Aserbajdzjaanse groepen die elk met enkele honderden aanhangers in Moskou opereren, staan bekend om hun bereidheid grof geweld aan te wenden tegen iedereen die hun territoria respectievelijk activiteiten in het gedrang brengt. Of er ook een relatie bestaat tussen de gewelddadigheid van criminele groepen en hun corruptieve verwevenheid met bestuur en politie, is bij ons weten nooit nagegaan. Maar is het zo gek om te veronderstellen dat de genoemde en andere etnische criminele groepen - nog even afgezien van het krijgshaftige verleden van de volken waaruit zij stammen en hun mogelijke verbindingen met oorlogvoerende partijen in de landen van herkomst - ook zo gewelddadig opereren omdat zij, anders dan autochtone Russische criminele groepen, veel minder in staat zijn zich te verzekeren van de corruptieve ondersteuning door de stedelijke en nationale ambtenaren? Ons dunkt van niet. Hoe corrupt de ambtenarij in Rusland overigens is, moge blijken uit het feit dat in 1993 3.000 ambtenaren werden vervolgd voor corruptie, waaronder 250 uit de hoogste rangen. Dit aantal moet worden gehouden voor het spreekwoordelijke topje van de ijsberg (Krause, 1995).


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken