Op goederen zoals sigaretten, alcohol en hoogwaardige apparatuur (computers, stereo's) rusten, bij invoer,
hoge accijnzen en andere belastingen. Maar bij doorvoer hoeven deze bedragen uiteraard niet te worden
betaald. Ook hier wordt er vaak met het land van bestemming gerommeld. Een voorbeeld: sigaretten uit de VS
komen in Rotterdam aan. De formele bestemming is Noord-Afrika, dus hoeven er geen heffingen te worden
betaald. De sloffen komen echter toch op de Europese markt terecht. Daar komt de Nederlandse fiscus
gemiddeld pas acht maanden later achter, wanneer blijkt dat de documenten niet aangezuiverd zijn. De partij
is nooit in Noord-Afrika aangekomen en is dus zoek. Soms blijken de stempels van de grensposten te zijn
vervalst. Duidelijk is, dat in deze gevallen de werkelijke goederenstroom en de officile route volgens het
document niets met elkaar van doen hebben. Aansprakelijk voor de schade is de aanvrager van het
douanedocument, meestal een expediteur. Die probeert de claim te verhalen op zijn opdrachtgever.
Soms heeft de transporteur de documenten zelf geregeld en draait voor de schade op. Maar ook als dat niet
het geval is, loopt de transportondernemer schade: vooral als de fraude onderweg wordt ontdekt. Een
genterviewde van de werkgeversorganisatie vertelt dat hij regelmatig signalen krijgt van - vooral - kleine
ondernemers die navraag doen over een bepaalde opdrachtgever. Ze zijn gevraagd om een vracht te
verzorgen op totaal onbekend terrein, bijvoorbeeld om computers te brengen naar Oost-Europa, terwijl dat
bedrijf normaliter andere produkten naar andere bestemmingen rijdt. Volgens de woordvoerder is dat een
signaal dat fraudeurs op zoek zijn naar een naeve vervoerder die om een opdracht verlegen zit. Transport en
Logistiek Nederland raadt een dergelijke opdracht altijd af. Maar vaker bellen de ondernemers niet van tevoren
met hun werkgeversorganisatie, zegt de woordvoerder. En dan is de kans groot dat het bedrijf in de val wordt
gelokt: in het land van bestemming wordt de chauffeur in een caf of onderweg aangesproken door een
aardige Pool of Rus die voor honderd mark aanbiedt de transportpapieren in orde te maken. De chauffeur
spreekt de taal nauwelijks en is allang blij. Hij krijgt valse stempels. Op de terugweg wordt hij aangehouden
door de douane en die zet de wagen vast: de invoerrechten moeten worden betaald plus 150 % boete, de
wagen moet blijven staan en dat kost staangeld, de chauffeur moet naar Nederland reizen en al wat dies meer
zij. Een klein transportbedrijf is dan in n klap failliet, vertelt de genterviewde.
Voorbeelden uit de praktijk van de sigarettensmokkel wijzen opvallend vaak in de richting van Itali en
Zwitserland. De fraude wordt dan vanuit Itali bestuurd en via Zwiterserland uitgevoerd. Als er Nederlanders
betrokken zijn, is dit vaak in de rol van tussenpersoon als vervoerder of expediteur. De tabaksfabrikanten spelen
een dubieuze rol, want zij profiteren van de smokkel: zij verkopen grote partijen aan duistere tussenhandelaren
en zien hun omzet stijgen - doordat de lage prijs van hun produkt op de zwarte markt voor een grote afname
zorgt, terwijl de winstmarges gelijk blijven (De Volkskrant, 6 mei 1995).
vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken