3. DE NEDERLANDSE VERVOERSBRANCHE:
NOG MEER CIJFERS

3.1. Ondernemingen in aantal en grootte

Nederland telt in 1994 totaal 9700 ondernemingen in het beroepsgoederenvervoer over de weg. Het gaat vooral om kleine en middelgrote bedrijven. Bijna een kwart van alle Nederlandse transportondernemingen heeft maar n voertuig; dit zijn bijna allemaal eenmansbedrijfjes. Ruim negentig procent van alle Nederlandse transportondernemingen heeft minder dan twintig voertuigen en nog geen tien procent van alle bedrijven heeft een groter wagenpark. Zuid-Holland en Noord-Brabant zijn de belangrijkste provincies qua
laden en lossen van goederen.

De ontwikkeling van het aantal ondernemingen

Het aantal bedrijven met een vergunning voor grensoverschrijdend vervoer is sinds 1980 overigens zonder onderbreking toegenomen. Dus, in de jaren dat het totaal aantal bedrijven afnam, steeg het aantal internationaal actieve ondernemingen. En die toename groeit meer dan evenredig mee in de stijging van het aantal ondernemingen vanaf 1990. Terwijl het totale aantal vergunninghouders sinds die tijd met ruim 21 procent toenam, steeg het aantal bedrijven met een internationale vergunning met 105 procent (NIWO, 1994). In 1994 nam het aantal internationaal actieve bedrijven met 16 procent toe, vergeleken met 1993 (TLN, 1995). Het gevolg is dat een steeds groter percentage van de Nederlandse transportondernemingen ook op het buitenland mag rijden; nu heeft ruim vijfenzestig procent een vergunning voor internationaal vervoer. In 1990 was dat nog maar 42 procent en in 1985 slechts 25 procent van het totaal aantal bedrijven (CBS, 1994). De recente toename van het aantal transportbedrijven komt geheel voor rekening van de kleine ondernemingen met een wagenpark van maximaal drie vrachtauto's (NIWO, 1994). Vanaf 1992 neemt vooral het aantal eenmansbedrijven sterk toe. In 1995 is ruim n kwart van alle transportondernemers eigen rijder.

vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken