2.1. De Rotterdamse haven

De aan- en afvoer over zee van goederen in West-Europa verloopt via negen havens die liggen in de
Hamburg-Le Havre range. Rotterdam neemt onder de goederenoverslaghavens de eerste plaats in, met een marktaandeel van 44%. Mondiaal gezien staat Rotterdam op de vierde plaats in de top 20 als het gaat om het overslaan van containers. Haar uitstekende marktpositie heeft de haven van Rotterdam onder andere te danken aan de centrale ligging in Europa; een grote afvoercapaciteit naar het achterland via binnenvaart, wegvervoer, pijpleiding en wellicht binnenkort ook per spoor; het relatief lage zeehavengeld voor grote schepen; de hoge afvaartfrequentie en goede kustvaartverbindingen en het grote aantal service-verlenende bedrijven in de petrochemie in Rotterdam (GHR, Havenplan 2010).

In 1993 bedroeg de totale goederenstroom 282 miljoen ton en bezochten 30.735 zeeschepen de Rotterdamse haven. Daaronder waren 20.535 zeeschepen, 7.038 massagoedschepen, 1.817 passagierschepen en 1.345 overige schepen (GHR, Jaarverslag 1993). Onder massagoed wordt verstaan losgestorte lading (nat en droog) die overgeslagen wordt door middel van pompen, grijpers en continulossers/beladers. De tegenhanger van massagoed is stukgoed. Stukgoed wordt onderverdeeld in containers, roll-on/roll-off (ro-ro) en overig stukgoed (GHR, 1990). Elke minuut komen er in de Rotterdamse haven 6 containers en 600 ton goederen binnen (Politie Rotterdam-Rijnmond, Rivierpolitie, 1994. In 1990 bood de Rotterdamse haven aan 70.200 personen direct en aan 295.000 personen indirect werkgelegenheid: 1.4%, respectievelijk 5.8% van de totale nationale werkgelegenheid. Bijna 10 procent van het Bruto Nationaal Produkt wordt in de Rotterdamse haven gegenereerd (GHR, Havenplan 2010).

De wereldhandel van goederen vertoont weer een stijgende lijn. Het Gemeentelijk Havenbedrijf maakte over 1993 een winst van 32.2 miljoen gulden (GHR, Jaarverslag 1993). De intra-Europese handel alsmede de handel met de Aziatische landen maken een belangrijke groei door. Dit zijn beide handels- en vaargebieden waarin de haven van Rotterdam een belangrijke positie inneemt (GHR, Trendrapport 1994). Voor de toekomst wordt dan ook een verdere groei verwacht in de overslag van industrile goederen, chemische produkten, voedingsmiddelen, fruit, kolen, cellulose en oud papier. De groei hangt samen met de ontwikkeling van het welvaartsniveau. De overslag van veevoeder- en mestgrondstoffen zal naar verwachting dalen, onder andere in verband met de milieuproblematiek en het gebruik van alternatieve veevoeders van Europese bodem. Ruwe olie, olieprodukten en ijzererts blijven voor de haven van zeer groot belang (GHR, 1990).


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken