7. SAMENVATTING EN CONCLUSIES

In deze deelstudie hebben wij kunnen zien dat de economische druk op de autobranche verder toeneemt. De automarkt lijkt verzadigd. De vraag naar nieuwe auto's zal als gevolg van de toenemende kosten afnemen en die naar gebruikte personenwagens zal stijgen. Om aan de druk van de omstandigheden het hoofd te kunnen bieden kunnen garages en dealers hun toevlucht nemen tot allerlei vormen van organisatiecriminaliteit waarmee een extra inkomen voor het bedrijf kan worden verkregen. De invoering van de Nationale Auto Pas zal het opschroeven van de prijs voor gebruikte personenwagens in de toekomst tegen moeten gaan. In deze deelstudie is beredeneerd dat een deel van de gestolen personenauto's zijn weg vindt via de legale branche naar de Nederlandse klant en een ander deel naar het buitenland, in het bijzonder naar het voormalig Oostblok.

De autobranche is ook slachtoffer van criminaliteit. Een groot risico blijft de afgifte van personenauto's aan klanten voor het maken van proefritten. Klanten stellen het op prijs te worden vertrouwd en de autobranche is nog altijd van mening dat het vertrouwen wordt beschaamd met een te scherpe identificatie op grond van papieren. Autoverhuurbedrijven zijn in dat opzicht het meest kwetsbare deel van de autobranche. Zij zijn vaak slachtoffer van autodiefstal tijdens verhuur. Autoverhuurbedrijven die zijn gelegen rond Schiphol en aan de grens hebben een grotere kans slachtoffer te worden. Het vermoeden is dat diefstallen van huurauto's worden gepleegd door professionele autodieven. Het exacte aantal verdwenen verhuurauto's wordt om bedrijfsredenen niet bekend gemaakt. Tegenwoordig wordt ook vaker de diefstal van waardevolle onderdelen uit huurauto's (motor) geconstateerd. Het plegen van autodiefstallen wordt steeds aantrekkelijker: auto's zijn relatief eenvoudig te stelen, de pakkans is heel klein (nog geen 10%), de opbrengsten zijn relatief hoog, er is een goede afzetmarkt in binnen- en buitenland (vooral Oost-Europa) en de bestrijding heeft in Nederland geen prioriteit bij politie en justitie. Desondanks heeft Nederland in vergelijking met andere landen in Europa het minst te maken met autodiefstallen. Hierbij moet wel de kanttekening worden gemaakt dat over het exacte aantal gestolen personenwagens in Nederland groot verschil van mening bestaat. De vele private en publieke instanties produceren uiteenlopende cijfers, die in een bepaald jaar soms variren van 28 tot 44 duizend. De verzekeringsmaatschappijen hebben de neiging het aantal gestolen auto's te majoreren en toe te schrijven aan de georganiseerde misdaad om daarmee, zo lijkt het, een reden te hebben om de verzekeringspremies te kunnen verhogen. Ongeveer 86% van alle gestolen auto's komt evenwel na enige tijd weer bij de rechtmatige eigenaar terug. Dit betekent dat de meeste autodiefstallen worden gepleegd om reden van joy-riding of om tijdelijke vervoersproblemen op te lossen. Tussen de 5.000 en 7.000 auto's (een schatting) worden per jaar in Nederland gestolen door professionele autodieven. Deze schatting is gebaseerd op de veronderstelling dat auto's die om financile redenen worden gestolen, meestal niet meer worden teruggevonden omdat zij worden omgekat of in onderdelen worden verkocht. Het zijn meestal duurdere merken en nieuwe auto's die niet meer worden teruggevonden.

In 1994 zijn er 147 vrachtauto's met lading gestolen, waarvan 17 in het buitenland van Nederlandse transportondernemingen. Deze worden zeer waarschijnlijk door professionele criminele groepen gestolen. Dit aantal van 147 is veel en veel lager dan op grond van de opwinding in de media over vrachtautodiefstallen zou kunnen worden verwacht. In diverse media verschenen berichten dat vrachtwagenchauffeurs in het buitenland aan grote gevaren worden blootgesteld omdat honderden vrachtwagencombinaties verdwenen op parkeerplaatsen, vaak zelfs onder dreiging van vuurwapens moesten worden afgestaan. De cijfers wijzen niet op zulke praktijken.

De totale schade in Nederland als gevolg van (vracht)autodiefstallen kan worden geraamd tussen de 205 en 240 miljoen gulden per jaar.
De bestudering van de ter beschikking gestelde dossiers laat het volgende beeld van de dadergroepen zien. Autodiefstallen zijn een klassieke vorm van groepscriminaliteit. De groepen betaan uit vier tot vijf personen die elkaar al heel lang persoonlijk kennen. Er is geen echte leider, maar wel een centraal persoon die alles regelt en vrijwel altijd in het bezit is van een garage, een autosloperij of een werkplaats. Het zijn altijd autochtone mannen tussen 30 en 50 jaar, waaronder relatief veel woonwagenbewoners. Zij hebben veel criminele antecedenten en zijn ook nu nog steeds betrokken bij diverse andere criminele activiteiten als inbraken en heling. Deze groepen werken sterk regionaal en soms zelf lokaal. Het verdiende geld wordt besteed aan een uitbundig leven. Er worden veel werkwijzen gebruikt die allemaal ten doel hebben de gestolen auto's zo snel mogelijk om te katten of te laten verdwijnen. De registratie- en signaleringssystemen van de politie werken traag en zijn in het voordeel van de dieven; zij hebben minimaal een voorsprong van twee dagen.

Na 1992 worden ook andere groepen actief in Nederland: internationale groepen (veelal uit Oost-Europa) die auto's op bestelling (laten) stelen en deze snel per koerier naar het oosten brengen. Zij zijn doorgaans professioneler en moeilijker op te sporen. Van een arbeidsverdeling is wel sprake, maar deze is niet strikt. Echte leiders die opdrachten geven, kunnen nauwelijks worden aangetroffen (wel opdrachten en bestellingen uit het thuisland). Deze internationale groepen dreigen vaker met geweld dan de autochtone groepen. De opbrengsten van de autodiefstallen gaan voor zover bekend naar Oost-Europa. Slechts een deel hiervan wordt gebruikt om legale bedrijven uit de autobranche als im- en exportbedrijven van gebruikte wagens op te kopen als dekmantel voor de illegale activiteiten. Deze groepen schakelen koeriers in (die per vliegtuig worden aangeleverd) of maken gebruik van de Rotterdamse, Amsterdamse en Antwerpse haven (verstopt tussen andere, legale autotransporten). Groepen die zich hebben gespecialiseerd in autodiefstallen werken traditioneel en gebruiken allerlei middelen en technieken om opsporing door de politie te vermijden. Er is en wordt geen confrontatie gezocht met politie en andere controlerende instanties. In Duitse bronnen wordt gerept over corruptie van politie en douane in het Oosten van Duitsland (om grens over te komen) en in heel Oost-Europa (oogluikend toestaan van handel in gestolen auto's). In Nederland worden keurmeesters van keuringsstations als een zwakke schakel van de overheid gezien waarlangs de levering van gestolen auto's aan de legale autobranche zou lopen. Feitelijke gegevens wijzen hierop overigens niet. Niettemin mag op grond van dit rapport worden aangenomen dat een (onbekend) deel van de gestolen auto's weer in de legale autobranche terecht komt. De diverse gegevens en bronnen wijzen op een actieve betrokkenheid van minstens een paar honderd legale garages, dealers en autosloperijen in Nederland in gestolen personenauto's. Hierbij blijft het overigens niet. Een aantal autoleasebedrijven wordt steeds vaker (zonder dat te weten) ingeschakeld door criminele groepen om logistieke problemen op te lossen. Voor criminele groepen zijn gehuurde of geleasde auto's aantrekkelijk omdat zij voor politie moeilijker grijpbaar zijn. De observatie teams van de politie maken overigens ook steeds vaker gebruik van lease-auto's. Er is n geval bekend van een leaseonderneming die bewust is opgericht om leden van criminele groepen van lease-auto's te voorzien. Door de scheiding tussen economisch en juridisch eigendom van leasemaatschappijen kan pluk-ze ook niet meer toeslaan (er valt niets te halen). De opsporing van gestolen vrachtauto's en personenauto's in Nederland is nog altijd niet goed geregeld. De meldingssystemen van gestolen auto's zijn in handen van verschillende private en publieke organisaties die allemaal in de race zijn voor het alleenrecht. Voorts is, omdat de politie geen prioriteit aan de opsporing van gestolen auto's toekent, de opsporing van gestolen auto's in een schimmig gebied terecht gekomen van carhunter bedrijfjes die opereren binnen een old-boys-netwerk van oud-politiemensen. Want de opsporing van gestolen auto's is commercieel aantrekkelijk. De verzekeringsmaatschappijen werken aan het voortbestaan van dat circuit bewust mee door goed te betalen voor auto's die worden terugbezorgd. De internationale overheidssamenwerking voor de opsporing van gestolen auto's komt moeizaam van de grond en wordt bemoeilijkt door corrupte ambtenaren in Oost-Europa en door internationaal opererende commercile bureaus.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken