8. CONCLUSIE

In deze branche-beschrijving hebben we de nadruk gelegd op het voorkomen van criminaliteit en de connecties met de georganiseerde misdaad omdat deze vraag hier aan de orde is. De lezer zou uit de
opsomming van problemen gemakkelijk kunnen begrijpen dat de sectoren van de horeca en de gokautomaten geheel door de misdaad worden beheerst. Dat is niet zo. De overgrote meerderheid van ondernemers in beide branches hebben met georganiseerde misdaad hoegenaamd niets van doen en dat geldt zeker voor bepaalde deelsectoren zoals de hotels, restauranten en sociteiten. Maar tegelijkertijd is er wel een serieus probleem ontstaan en dat is, naar onze indruk, van betrekkelijk recente datum. De meeste gesignaleerde problemen van georganiseerde criminaliteit zijn vijf of hoogstens tien jaar oud. De branches als geheel lopen daardoor schade op en dan bedoelen we niet in de eerste plaats de materile schade van het slachtofferschap, maar veeleer het bezoedelen van de goede naam van de branche. De gokkasten-exploitanten zien zich geplaatst voor het probleem om de bedorven identiteit die de branche aankleeft van zich af te schudden (morele bezwaren tegen gokken en problemen van gokverslaving). De aanwezigheid van misdaadondernemers in hun gelederen maakt dit extra moeilijk. De horeca ondervindt in het algemeen ook hinder van de georganiseerde misdaad, doordat deze oneerlijke concurrentie met zich meebrengt.

Op zichzelf vormt de horeca in Nederland een goedlopende en bloeiende economische sector waarin veel geld omgaat en alleen al om die reden is hij voor de georganiseerde misdaad interessant. Bij de branche van speelautomaten ligt het niet anders. Beide branches lenen zich voor criminele infiltratie omdat ze bestaan uit naar verhouding veel kleine bedrijven; doordat ze publiekelijk toegankelijk zijn; doordat de drempel van toetreding voor ondernemers (en zaakwaarnemers!) laag is en doordat ondernemerskapitaal op de reguliere geldmarkt moeilijk te krijgen is. Er zijn horeca-exploitanten die samen met of in opdracht van criminele groepen bouwen aan ware imperia. Uit de stukken die wij hebben geraadpleegd, komt als het overheersende beeld echter naar voren dat kleine bedrijven die in de knoei zijn geraakt (doordat ze ten opzichte van hun geldschieters in gebreke blijven of de loden last van gemeentelijke heffingen niet kunnen dragen) een oplossing voor hun problemen kiezen door in te gaan op voorstellen uit de sfeer van de onderwereld. Sommigen stellen hun bedrijf open om er (hard-)drugs te verkopen, om gestolen goederen te verhandelen, om crimineel verworven vermogens wit te wassen of om zich te verzekeren van protectie. Het gebeurt echter ook dat eigenaren van goed lopende ondernemingen dusdanig bedreigd worden, dat zij de touwtjes uit handen moeten geven.

Het is duidelijk dat de horeca slachtoffer is van uiteenlopende soorten criminaliteit (van geweld in de zaak tot gedwongen overname) en ook dat de ondernemers in de branche de overheid in het algemeen bepaald niet beschouwen als steun en toeverlaat. Binnen de bedrijfstak van de speelautomaten wordt het als hypocriet ervaren dat de overheid, die hier strakke regels stelt, tegelijkertijd zelf optreedt als concurrent met casino's en loterijen. Daar komt nog eens bij dat de regels vaak hopeloos ingewikkeld zijn terwijl de controle op naleving gering is. Deze omstandigheden maken begrijpelijk waarom sommige ondernemers er geen bezwaar in zien om zelf in meerdere of mindere mate de regels te overtreden.

In een aantal gevallen worden horecabedrijven en speelautomaten-exploitanten overigens wel bewust door leden van criminele organisaties overgenomen. Ofschoon de infiltratie van de horeca door de georganiseerde misdaad op verschillende plaatsen ondubbelzinnig is vastgesteld, zouden wij op grond van het verzamelde materiaal geen uitspraak durven doen over de omvang van het probleem of het aantal bedrijven dat ermee te maken heeft. Zowel door de branchevereniging van de horeca als door de organisatie van speelautomaten-exploitanten wordt eraan gewerkt om leden met criminele antecedenten of een slechte reputatie uit de organisatie te weren of om leden van wie dit blijkt, te royeren. Dit lijkt de Koninklijke Horeca Nederland wat beter af te gaan dan de Vereniging Automatenhandel Nederland, maar beide branche-organisaties slagen er onvoldoende in. Het probleem is te nieuw en soms ook te zwaar om een effectieve oplossing te creren. Van de vijf grote organisaties die in Amsterdam meer dan de helft van alle gokkasten exploiteren en die zich overigens inlaten met drugshandel, witwassen, het genereren van zwart geld, gedwongen plaatsing van gokkasten en het aanbieden van zogenaamde wurgconstructies, is er nog steeds n lid van de branche-organisatie. Zonder strafrechtelijke veroordeling ziet men geen kans ze uit het ledenbestand te verwijderen.

De branches van de horeca en de speelautomaten zijn de enige twee in deze reeks van branche-onderzoeken waarbij een patroon van georganiseerde criminaliteit wordt aangetroffen dat het faciliteren van illegale handelingen (zelf plaats bieden voor de verkoop van drugs, heling, gelegenheid geven tot witwassen) te boven gaat. Er bestaan organisaties in de sfeer van opgedrongen protectie die de plaatselijke horeca beheersen of die reeksen van bedrijven hebben overgenomen op een manier die alles heeft van de uit Amerika bekende praktijk van racketeering. In het rapport over Amsterdam in deze reeks over de georganiseerde misdaad wordt duidelijk hoe - naast het aankopen van onroerend goed - criminele organisaties vooral en in de eerste plaats de horeca gebruiken om zich te verzekeren van een eigen territorium waar de controle-organen van de overheid weinig zicht meer op hebben.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken