2.2. De onderhandeling- en overlegstructuur

De eerder geschetste fragmentatie in de bouwnijverheid in New York heeft ook consequenties voor de onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers in die bedrijfstak. Voor elke specialisatie is een afzonderlijke vakbond: een voor metselaars, een voor ijzervlechters, een voor sjouwers, enzovoorts. Wanneer een van deze vakbonden niet aan een overeenkomst wil meewerken ligt direct het bouwproces plat. De werkgevers ontwikkelen nauwelijks tegenkrachten tegen de machtige vakbonden. Werkgevers zijn verzwakt omdat zij slecht zijn georganiseerd en onderling grote belangentegenstellingen kennen, al was het alleen al omdat elk bedrijf keihard moet concurreren met de partners waarmee zij samen een werkgeversorganisatie vormt.

Ten slotte blijken de voorlieden op de bouw, die eigenlijk ter plekke namens de aannemers het bouwproces moeten leiden en in de gaten moeten houden, lid te zijn van diezelfde vakbonden als het personeel waarover zij de leiding hebben. Zij danken hun baan aan de vakbond, niet aan de aannemer en dienen derhalve eerder de belangen van de vakbonden en hun collega's dan die van de aannemer. Dat feit verzwakt de positie van de
werkgever in de onderhandelingen met de vakbonden nog meer, omdat zij niet de juiste informatie vanuit het veld krijgen.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken