2.2. De organisatie van de verzekeringsbranche

Binnen de verzekeringsbranche zijn verschillende (semi-)overheidsorganisaties en vele particuliere (belangen)organisaties actief (Assurantie Jaarboek, 1994, p. 15). Belangenbehartigers van de verzekeraars, pensioenfondsen, sociale verzekeringsorganen, tussenpersonen, gevolmachtigde agenten, experts, de overheid en de Verzekeringskamer zijn alle verantwoordelijk voor een specifiek facet binnen de verzekeringsbranche (Assurantiegids, 1994, p. 15-25). Het Verbond van Verzekeraars, de centrale overkoepelende bedrijfstakorganisatie van het Nederlands verzekeringsbedrijf voor zowel schadeals levensverzekeraars, behartigt de algemene en specifieke belangen van het levens- en schadeverzekeringsbedrijf en cordineert de verschillende belangen van de diverse branches. Verzekeringsmaatschappijen die bij het Verbond zijn aangesloten, zijn tevens lid van de geassocieerde verenigingen. Deze verenigingen behartigen de belangen op het gebied van specifieke verzekeringsbranches (levens- of motorrijtuigenbelasting). Een onderdeel van de belangenbehartiging krijgt gestalte door de rol die het Verbond speelt in CAO-onderhandelingen. Het Verbond treedt namens de verzekeringsmaatschappijen (werkgevers) op als gesprekspartner van de vakbonden. Het cordineren van contacten tussen verzekeringsmaatschappijen en de nationale en internationale overheden, consumentenorganisaties en andere maatschappelijke instellingen is een tweede taak van het Verbond. In de derde plaats zet het Verbond zich in voor de bevordering en instandhouding van de goede naam van het verzekeringsbedrijf. Het ingestelde klachteninstituut waarborgt een correcte afhandeling van bezwaren en geschillen tussen verzekerden en andere benadeelden en de verzekeringsmaatschappij. Tenslotte is het Verbond van Verzekeraars op centraal niveau, samen met de Stichting Centraal Informatie Systeem (CIS) en enkele brancheverenigingen, betrokken bij de ontwikkeling van instrumenten en indicatoren waarmee verzekeringsfraude kan worden herkend n voorkomen (Westerman, 1994, p. 61). Bij het CIS worden dagelijks ongeveer 10.000 schademeldingen geregistreerd. Het CIS registreert slechts en voert volgens eigen zeggen geen analyses uit op de databestanden.

De sterke zelfregulering die kenmerkend is voor de organisatie van de verzekeringsbranche is inherent aan de houding van de centrale overheid met betrekking tot de verzekeringsbranche: de overheid formuleert de randvoorwaarden waaraan de betrokkenen uit de verzekeringsbranche zich dienen te houden. In dat opzicht is zij nauw betrokken bij het Nederlandse verzekeringswezen. Als toezichthouder en regelgever stelt zij zich vooral volgend op. De indirecte bemoeienis van de Rijksoverheid met het verzekeringsbedrijf vindt plaats vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (regelgeving met betrekking tot het terrein van de sociale zekerheid en de pensioenverzekering), het ministerie van Justitie (toezicht op naleving van Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen) en de onder het ministerie van Economische Zaken ressorterende Economische Controle Dienst (toezicht op de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf: WABB). De ECD heeft in 1993 het zogenaamde WABB-team in het leven geroepen. Dit team bestaat uit 10 tactische rechercheurs en houdt zich bezig met ordenings Noot - en fraude-onderzoeken binnen de verzekeringsbranche. Cordinerend bewindspersoon voor het Nederlands verzekeringswezen is de minister van Financin. De ontwikkeling en uitvoering van het algemene beleid voor verzekerings- en assurantiebemiddeling is in handen van de Afdeling Verzekeringswezen van het ministerie van Financin (Assurantie Jaarboek 1994, p. 23). Het toezicht op verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen wordt uitgevoerd door de Verzekeringskamer. De Verzekeringskamer houdt, op grond van de bepalingen uit de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijven, toezicht op schade- en levensverzekeringsmaatschappijen en op pensioenfondsen. Deze toezichthoudende taak is in de eerste plaats noodzakelijk omdat men ervan op aan moet kunnen dat de verzekeraar aan zijn verplichtingen zal
voldoen. Daarnaast is toezicht nodig omdat de partijen die bij een verzekeringsovereenkomst betrokken zijn, zich veelal in een ongelijke positie bevinden. Toezicht vindt achteraf plaats aan de hand van de verslagstaten die verzekeraars en pensioenfondsen jaarlijks moeten aanleveren. De Verzekeringskamer zal met name letten op de solvabiliteit van verzekeraars en pensioenfondsen.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken