In hoofdstuk 2 hebben we de volgende typen verzekeringen onderscheiden: levensverzekeringen en
hypotheken, motorrijtuigenverzekeringen, zorgverzekeringen zoals verzekeringen tegen ongevallen en ziekte,
transportverzekeringen voor zee-, wegen luchtvaarttransport, brandverzekeringen, inboedelverzekeringen en
reisverzekeringen. Van al deze typen verzekeringen zullen we hierna aangeven wat er op basis van de
literatuur, de zaakanalyses en de interviews bekend is over de omvang van fraude en de eventuele
betrokkenheid van criminele groepen hierbij.
Levensverzekeringen en hypotheken
Wat betreft de levensverzekeringen is sprake van een zeer gering fraudepercentage. Mensen brengen niet zelden hun partner, vriend of anderen om met het doel de verzekeringspenningen op te strijken (Cressey en Sutherland, 1967), maar zulke zaken spelen zich in Nederland slechts sporadisch af. Er is n fraudezaak bekend waarbij de betrokkenheid van frauderende dokters is vastgesteld om een claim te ondersteunen voor een valse aangifte van het overlijden van diverse personen in n familie. Deze Surinaamse artsen leverden valse overlijdensaktes voor een in Nederland wonende vriend met het doel de verzekeringspenningen op te strijken. Met betrekking tot hypotheken is ook n zaak bekend waarbij een persoon is betrokken die een lang strafblad had. Het ging hier om een zaak met de omvang van enkele tientallen miljoenen aan hypotheken die niet door waardevaste panden werden gezekerd. Over eventuele activiteiten van de georganiseerde misdaad is niets bekend.
Motorrijtuigenverzekering
De motorrijtuigenverzekering wordt zowel in de literatuur als tijdens de interviews met experts verschillende keren een fraudegevoelige verzekering genoemd. De aangeleverde zaken bevestigen dat beeld. Enkele dossiers van het CIS gaan over fraudes van deze verzekering door mannen en vrouwen. Mensen ensceneren, majoreren en fingeren om een claim uitbetaald te krijgen. Ook hiervoor geldt weer dat over de werkelijke omvang geen feitelijke en openbare gegevens bestaan. In n dossier wordt melding gemaakt van een zogenaamde autocarrousel die als volgt werkt.
Over andere schadeverzekeringen als de zorgverzekeringen, transportverzekeringen, brandverzekeringen, inboedelverzekeringen en reisverzekeringen bestaat geen inzicht over de aard en de omvang van de fraudes daarvan en ook niet over de daders. Of, en zo ja, in hoeverre criminele groepen met deze schadeverzekeringen frauderen is niets bekend.
Concluderend kan worden gesteld dat er weinig zicht is op de eventuele betrokkenheid van criminele groepen bij verzekeringsfraude. Een probleem waar de onderzoeker tegenaan is gelopen is dat door de meest belanghebbenden, de verzekeringsmaatschappijen, telkens wordt gemeld dat er geen enkele analyse van fraudezaken wordt uitgevoerd! De reden van deze op het eerste gezicht onbegrijpelijke zaak, is gelegen in het feit dat fraudes nog altijd door de maatschappijen als iets vanzelfsprekends worden geaccepteerd, dat inherent is aan de branche. Eventuele tekorten kunnen toch op alle premiebetalers worden verhaald. Premiestijgingen zijn in de schadebranche om die reden aan de orde van de dag. Deze worden meestal aan de klant verkocht met als reden dat de georganiseerde misdaad op grote schaal steelt en fraudeert of dat zeer veel burgers in Nederland frauderen met hun reisverzekeringen. Deze beweringen zijn niet op enige openbare empirische analyse gebaseerd.
Omdat zowel wetenschappelijke gegevens ontbreken, er vanuit de verzekeringsbranche zelf geen relevante
informatie kan worden verkregen, er in de Nederlandse politiegegevens geen verzekeringsfraudes voorkomen
(althans niet op grote schaal en met grote bedragen) kan de vraag of georganiseerde misdaadgroepen
betrokken zijn bij verzekeringsfraudes niet door de onderzoeker worden beantwoord.
vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken