1. INLEIDING:
ACHTERGRONDEN EN OPZET VAN HET ONDERZOEK

Recentelijk is een nieuwe, aantrekkelijke illegale markt ontdekt waar met crimineel gedrag geld valt te verdienen. Die markt bestaat uit het illegaal weghalen van allerlei bedreigde en beschermde dieren en planten uit hun natuurlijke omgeving om ze vervolgens met grote winst te verkopen aan klanten uit de westerse wereld die om diverse redenen willen pronken met het bezit van exotische dieren of planten. Als de berichten in de media waar zijn, dan is hierin in de afgelopen jaren op internationale schaal een levendige handel ontstaan. De handelaren bekommeren zich niet om het behoud van de natuur en verrijken zich ten koste van flora en fauna van landen als Madagaskar, Nigeria, Indonesi, Brazili, om maar enkele leveranciers te noemen. Reptielen, papegaaien, apen, schildpadden worden uit hun natuurlijke omgeving weggeroofd en vervolgens onder veelal erbarmelijke omstandigheden per schip of per vliegtuig naar het rijke westen op transport gezet. Veel dieren sterven voor zij hun eindbestemming hebben bereikt of anders spoedig nadat zij bij de natuurliefhebber in een te kleine kooi zijn neergezet en ondeskundig zijn verzorgd. Deze illegale handel in planten en dieren wordt ook wel de groene drugshandel genoemd omdat hierin veel geld valt te verdienen. Volgens diverse berichten in de media en in politievakbladen zou deze wildlifebranche volledig in handen zijn van de georganiseerde misdaad. De verdiensten zouden volgens diverse schattingen enorm zijn. Organisaties als het Wereld Natuur Fonds en Greenpeace hebben de noodklok geluid over het leegplunderen van de natuur. Hoe exotischer een dier of een plant en hoe zeldzamer, des te groter de bedragen die door klanten worden betaald. Weliswaar bestaan er internationale verdragen op dit gebied maar de illegale handel in dieren en planten zou nog steeds blijven groeien en wel in zo'n aard en omvang dat vele dier- en plantesoorten op korte termijn met uitsterven worden bedreigd. Al deze berichten vormen voldoende reden om in Nederland na te gaan wat de eventuele betrokkenheid van de georganiseerde misdaad in de wildlifebranche is. In deze deelstudie staan de volgende drie onderzoeksvragen centraal: 1. welke criminele groepen maken zich in Nederland schuldig aan de illegale handel in bedreigde dier- en plantsoorten? 2. Op wat voor manieren wordt deze vorm van illegale handel gepleegd? 3. Hoe worden de opbrengsten uit deze illegale handel besteed? Om deze drie vragen te kunnen beantwoorden is als volgt te werk gegaan. Eerst is een aantal gesprekken
gevoerd met experts op het gebied van de wildlifehandel. Vervolgens is bestaand statistisch materiaal geraadpleegd waarmee vermoedelijk de omvang van deze vormen van illegale handel kan worden geschat. Daarnaast is gebruik gemaakt van vijftien dossiers over pro-actieve opsporingsonderzoeken die afkomstig zijn van diverse regiokorpsen en van de CRI. Bovendien stelde de CRI enkele andere analyses en dossiers over de genoemde onderwerpen ter beschikking. Ten slotte is door de Algemene Inspectie Dienst van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij informatie ter beschikking gesteld over de aard en de omvang van de uitgevoerde controles op dit gebied. Dit deelrapport is als volgt opgebouwd. In het volgende hoofdstuk worden de achtergronden van de wildlifebranche geschilderd. Wij beperken ons noodgedwongen tot het beschrijven van enkele facetten van deze internationale markt. Daarna wordt de handelsketen beschreven. Vervolgens komt in het derde hoofdstuk de officieel geregistreerde criminaliteit op het gebied van de wildlife aan bod. In .3.2 wordt ingegaan op de manieren waarop deze illegale handel in dieren en planten wordt uitgevoerd (de smokkel). In de daarop volgende paragraaf (3.3) worden aan de hand van het analyseschema de daders beschreven en de wijze waarop zij hun criminele activiteiten organiseren op basis van de dossiers van de Nederlandse politie. Het rapport wordt afgesloten met enkele conclusies.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken