10.3 Aard, ernst en omvang van de georganiseerde criminaliteit

A. Definitie

De commissie neemt de definitie van georganiseerde criminaliteit van de onderzoeksgroep-Fijnaut over. Van georganiseerde criminaliteit is sprake wanneer groepen van personen die

De commissie concludeert dat aan het beleid ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit van de afgelopen jaren een beter kwalitatief en kwantitatief onderbouwd inzicht ten grondslag had moeten liggen. De analyses van de CRI hebben dat inzicht niet kunnen geven. Dat had veel discussie en verschil van inzicht kunnen voorkomen, en had de centrale prioriteitenstelling van de onderzoeken door de kernteams kunnen versterken. De verantwoordelijke ministers en het parlement zouden dan in staat zijn geweest tot een betere beoordeling van de ernst van de situatie en tot effectiever beleid.

De commissie meent dan ook dat het de voorkeur verdient in de toekomst op vergelijkbare wijze als de onderzoeksgroep Fijnaut heeft gedaan, het beeld van de georganiseerde criminaliteit te verfijnen. Daarbij zijn zowel landelijke studies als lokale of sectorgewijze analyses van belang.

C. Differentiatie

De commissie concludeert uit het onderzoek dat het karakter van de georganiseerde criminaliteit sterk gedifferentieerd is. De georganiseerde criminaliteit bestaat niet, net zo min als in Nederland enige indicatie is gevonden voor alles overheersende en zeer grootschalige misdaadondernemingen van een octopus-achtig karakter, die vergelijkbaar zijn met de Italiaanse mafia.

Desondanks meent de commissie dat er zeer zeker redenen zijn voor zorg en verontrusting. Er zijn in Nederland verschillende typen georganiseerde criminaliteit aangetoond, evenals verschillende soorten criminele organisaties. De effecten van de georganiseerde criminaliteit verschillen zeer en zijn afhankelijk van de aard van de organisaties, de markten waarop wordt geopereerd, en zelfs van de stad en regio waar de criminaliteit zich voordoet.

D. Handel in drugs

De georganiseerde criminaliteit in Nederland bestaat voor het overgrote deel uit handel in drugs. Andere illegale markten, zoals wapenhandel en vrouwenhandel, komen zeker voor en vormen op zichzelf een ernstig probleem, maar de omvang en omzet zijn veel geringer.

Bij de drugcriminaliteit gaat het om illegaal geld en geweld als functie van de illegale markt. De investeringen van crimineel verdiend geld worden gedaan rond de illegale markten in de horeca of het onroerend goed (zoals in Amsterdam en Arnhem). Buitenlandse groepen investeren het crimineel verdiende geld vooral in het buitenland. De grootste bedreigingen gaan uit van de macht van witgewassen en illegaal geld, het gebruik van afpersing en geweld, en de pogingen tot corruptie van de overheid.

Georganiseerde fraudecriminaliteit levert soms ook miljoenen guldens op en gaat gepaard met meer verweving van onderwereld en bovenwereld. Bij de georganiseerde fraudecriminaliteit spelen geweld en gewelddadige afscherming een geringere rol.

E. Hollandse netwerken

De betrokkenheid van de Hollandse netwerken bij de drugeconomie is voor een deel terug te voeren op de traditie van smokkelaars. De Nederlandse netwerken handelen en smokkelen maar hebben de produktie niet in handen, met uitzondering van amfetamine, syntetische drugs en in geringe mate nederweed. Het merendeel van deze smokkelwaar is niet bestemd voor de Nederlandse markt. De Nederlandse groepen zijn in meer of mindere mate georganiseerd, werken soms samen en bestrijden elkaar ook met geweld. Binnen dit milieu komen liquidaties voor, maar in mindere mate dan binnen etnische criminele groepen in Nederland. Er is geen Nederlandse supermafiabaas in de onderwereld en al helemaal niet in de bovenwereld. De schatting van enkele tientallen autochtone criminele groepen (tussen de dertig en de veertig) die in Nederland goed georganiseerd actief zijn, acht de commissie reel.

F. Allochtone en buitenlandse groepen

Allochtone en buitenlandse groepen spelen een grote rol in de drughandel die direct verbonden is met de drugeconomie in de landen van herkomst. Dat geldt in het bijzonder groepen in de Surinaamse, Marokkaanse
en Turkse gemeenschap. Zij zijn gespecialiseerd in respectievelijk handel in cocane, hasj en herone. Winsten worden veelal niet witgewassen in Nederland maar genvesteerd in de landen van herkomst en op de internationale markt.

De commissie heeft voorts moeten constateren dat de verwevenheid van allochtone en buitenlandse groepen met politieke en economische machthebbers in de herkomstlanden in sommige gevallen verontrustend groot is. De commissie wijst in het bijzonder op Surinaamse en in mindere mate op Marokkaanse relaties. De commissie is van oordeel dat de internationale betrekkingen de intensieve bestrijding van georganiseerde criminaliteit niet in de weg mogen staan.

De commissie constateert dat politie en justitie aanmerkelijk minder informatie hebben over allochtone en buitenlandse groepen dan over Nederlandse netwerken. Dit heeft tot gevolg dat minder onderzoek van politie en justitie naar deze groepen gedaan wordt. Dat is zorgelijk, nu uit het onderzoek en de verhoren is gebleken, zelfs wanneer precieze getallen niet te geven zijn, dat in de Surinaamse, Marokkaanse en Turkse gemeenschappen in Nederland de directe of indirecte betrokkenheid bij georganiseerde criminaliteit uit het herkomstland onrustbarend groot is. Deze feiten mogen niet gebagatelliseerd worden, want zij kunnen leiden tot marginalisering, die in de eerste plaats de etnische gemeenschappen zelf grote schade toebrengen. Het gaat naar het oordeel van de commissie niet aan dat de politie zou berusten in dit probleem (in politiekringen is gesproken over Turkenmoeheid) in plaats van het te bestrijden.

G. Drugbeleid

Hoewel het drugbeleid als zodanig buiten het kader van het onderzoek valt, heeft de commissie wel enige aandacht geschonken aan de relatie tussen het drugbeleid en de georganiseerde criminaliteit. Vast staat dat de hasjhandel in de jaren zeventig en tachtig relatief ongemoeid is gelaten, waardoor de handelaren toen meer ruimte hebben gekregen. De groothandel om de coffeeshops te bevoorraden kwam mede daardoor in handen van criminelen. Ondanks intensivering van de opsporing van hasjhandel sinds het eind van de jaren tachtig, is Nederland een belangrijke schakel in de internationale drugeconomie gebleven. Over de vraag of vanuit deze optiek verdere regulering of zelfs legalisering van het gebruik van en de handel in softdrugs en moglijk XTC wenselijk en/of noodzakelijk is, is de commissie verdeeld.

Ten aanzien van de effecten van liberalisering van het beleid voor de volksgezondheid, internationale betrekkingen en verschuivingen naar andere illegale markten en activiteiten, lopen de inschattingen en opvattingen binnen de commissie uiteen.

Een deel van de commissie meent dat verantwoorde liberalisering een groot positief effect zal hebben op de aard, ernst en omvang van de georganiseerde criminaliteit. Het andere deel van de commissie is hiervan niet overtuigd. Dat neemt niet weg dat de gehele commissie oog heeft voor de paradox in de drugbestrijding: een verbod schept, zolang de vraag blijft bestaan, illegale handel en vormt aldus een voedingsbodem voor georganiseerde criminaliteit.

H. Verwevenheid onderwereld en bovenwereld

Van verwevenheid van de legale bovenwereld in het algemeen en de criminele onderwereld is niet gebleken. De legale branches in ons land blijken in het algemeen niet door de georganiseerde criminaliteit te zijn genfiltreerd.

Een uitzondering moet gemaakt worden voor de horeca-sector. De horeca-sector is doelwit van crimineel wit te wassen geld, het investeren van criminele vermogens en afpersingspraktijken. Ook de kwetsbaarheid van de transportsector voor de smokkel van illegale goederen is opvallend. De gelegenheidsstructuur die de afvalbranche, de autobranche en de bouwnijverheid bieden, is verontrustend. Voor de branches geldt dat de scheidslijn tussen organisatiecriminaliteit (ondernemers die binnen hun legale beroep of bedrijf illegaal handelen) en georganiseerde criminaliteit soms flinterdun is.

I. Fraude

De meeste grote fraude- en milieuzaken behoren volgens de commissie niet tot de georganiseerde criminaliteit, maar zijn voorbeelden van organisatiecriminaliteit. Daarmee is organisatiecriminaliteit niet minder ernstig, maar wel van een andere aard. In de onderzochte zaken is sprake van honderden miljoenen guldens schade aan het algemeen belang. De vermenging met de bovenwereld is duidelijker aanwezig dan in de klassieke drugcriminaliteit.

De commissie is verontrust over het gebleken gebrek aan zicht op financieel-economische criminaliteit van de kant van criminele groepen. Vormen van zeer professionele fraude en witwas-constructies zijn nog grotendeels
onbekend terrein voor politie en justitie. Uit het onderzoek van de commissie is gebleken dat deze verschijningsvorm van georganiseerde criminaliteit buitengemeen schadelijk kan zijn voor het functioneren van de economie en de concurrentieverhoudingen ernstig in kan benvloeden.

J. Vrije beroepsgroepen

Advocaten, notarissen en accountants zijn niet structureel betrokken bij deze vorm van criminaliteit. Verwijtbare betrokkenheid bij georganiseerde criminaliteit komt incidenteel voor. Deze incidenten zijn serieus te nemen. Deze beroepsgroepen hebben inmiddels maatregelen genomen om verwijtbare betrokkenheid tegen te gaan.

K. Contra-strategien

Een aantal, voornamelijk Hollandse, groepen en netwerken probeert het werk van politie en justitie actief te frustreren met contra-strategien. Het observeren, intimideren, afluisteren, bedreigen en corrumperen van functionarissen van politie en justitie vormen een bedreiging voor de rechtshandhaving. Van mediamanipulatie is de commissie niet gebleken. De commissie heeft geen van afhankelijkheidsrelaties of ongewenste contacten tussen journalisten en de criminele wereld aangetroffen. Dat geldt ook voor de twee journalisten van de Telegraaf naar wie door officier van justitie Gonzales en teamleider Dros van het kernteam Randstad Noord en Midden onderzoek is gedaan. Het was onjuist de belastingdossiers van de journalisten te lichten. Wel bestaat wederzijdse benvloeding van journalisten en criminelen. Ongetwijfeld tracht het criminele milieu informatie te verspreiden om het werk van politie en justitie te bemoeilijken. Van corruptie is incidenteel gebleken op het lagere en middenniveau van de overheid, te weten bij politie, gemeentelijke diensten en het gevangeniswezen. Binnen de politie blijven gevallen van ongewenste contacten en corruptie voorkomen. Van corruptie in de top van het politieel, bestuurlijk of justitieel apparaat is niet gebleken. Tegen een enkele officier van justitie is een onderzoek gestart dat niet geleid heeft tot een vermoeden van corruptie. Geuite verdenkingen tegen gemeentebestuurders, rechters en andere officieren van justitie zijn bij enige criminele inlichtingendiensten aangetroffen maar zijn wegens gebrek aan enig overtuigend bewijs terzijde gelegd. Er hebben de commissie enkele verhalen over corrupte rechters en officieren van justitie bereikt, maar enig redelijk vermoeden dat terzake werkelijk sprake is van corruptie, heeft de commissie niet.

Criminelen blijken er soms van overtuigd te zijn ambtenaren te hebben omgekocht via tussenpersonen, terwijl in feite slechts een informant van de politie is betaald. Bij de toepassing van de Delta-methode blijkt door de politie ook gewerkt te zijn met informanten/infiltranten die in het milieu het verhaal moesten uitzetten dat ze gebruik maakten van platte douane-en politieambtenaren. Door deze handelingen heeft de overheid voedsel gegeven aan het idee dat de crimineel graag voor geloofwaardig houdt: de overheid is voor geld te koop. Die suggestie van de kant van de overheid is onaanvaardbaar.

L. Aard, omvang en ernst

De aard van de georganiseerde criminaliteit is gedifferentieerder dan werd aangenomen. De groepen opereren op zeer uiteenlopende wijzen. Van strakke hirarchische lijnen is minder sprake dan werd aangenomen. De georganiseerde criminaliteit in Nederland bestaat voor het merendeel uit handel in drugs. De ernst van de georganiseerde criminaliteit is vooral gelegen in het grote illegale gewin van honderden miljoenen guldens, de economische macht die daaruit voortkomt, de afpersing, het geweld en de geslaagde pogingen zich van de overheidsmacht af te schermen. Daarnaast speelt schade in andere opzichten een rol. In delen van Amsterdam en Arnhem dreigt de georganiseerde criminaliteit teveel macht in bepaalde wijken te krijgen. Dat geldt in het bijzonder voor de horeca-sector.

De omvang van de georganiseerde criminaliteit laat zich niet verantwoord in harde cijfers uitdrukken - noch naar omzet noch naar aantallen groepen. Daarvoor is het beeld te gedifferentieerd.

M. Prioriteiten

Alles overziende trekt de commissie de conclusie dat georganiseerde criminaliteit in Nederland een ernstig probleem vormt dat krachtige bestrijding verdient. De bestrijding van de georganiseerde criminaliteit dient niet alleen door politie en justitie plaats te vinden. Het is van minstens zo groot belang dat bestuurlijke en beleidsmatige maatregelen worden genomen tegen pogingen van criminele groepen om zich te nestelen in kwetsbare delen van de samenleving. Daarbij wijst de commissie onder meer op de etnische gemeenschappen in ons land.
De differentiatie in vormen van georganiseerde criminaliteit en typen criminele groepen dient naar het oordeel van de commissie ook gevolgen te hebben voor de prioriteitenstelling van politie en justitie. Het simpelweg opstellen van top-tien of top-honderd-lijstjes, die gebaseerd zijn op niet meer dan een aantal algemene criteria, volstaat volgens de commissie niet.

De commissie meent dat aanmerkelijk meer aandacht moet worden geschonken aan vormen van financieel-economische criminaliteit die voor de economische en sociale orde zeer schadelijk kunnen zijn. Tevens dient veel meer aandacht te worden besteed aan georganiseerde criminaliteit binnen etnische groepen, die een desastreuze uitwerking kan hebben op de maatschappelijke positie van minderheden in onze samenleving. Bovendien is de commissie van oordeel dat naast het bestrijden van de top van criminele organisaties meer aandacht moet worden besteed aan de opsporing en vervolging van de uitvoerders en de middengroepen in de georganiseerde criminaliteit.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken