De commissie verzoekt de Kamer een oordeel uit te spraken over alle navolgende aanbevelingen voor de
normering van opsporingsmethoden.
A. Aftappen telecommunicatie
Voor het aftappen van telecommunicatie (telefoontap, fax, semafoons) volgt de commissie in grote lijnen het
wetsvoorstel herziening gerechtelijk vooronderzoek. Noodzakelijk is +een redelijk vermoeden van een gepleegd
ernstig misdrijf, waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en dat gezien zijn aard of het georganiseerd
verband waarin het is begaan een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert;. Wel meent de commissie dat
het vermoeden dient te bestaan dat de verdachte aan de telecommunicatie deelneemt (fasen III B en C).
Tevens acht de commissie het mogelijk dat tappen van telecommunicatie toegestaan wordt in fase II, als er
sprake is van feiten en omstandigheden die een redelijk vermoeden opleveren van een te plegen ernstig
misdrijf, en dan alleen tegen de personen tegen wie dit vermoeden zich richt. Deze voorwaarden zijn strenger
dan voorgesteld in het oorspronkelijk wetsvoorstel herziening gerechtelijk vooronderzoek.
De rechter-commissaris moet toestemming geven voor het aftappen van telecommunicatie voor een periode
van vier weken. Op vordering van de officier van justitie kan deze termijn verlengd worden.
Het gebruik van gegevens in andere zaken of tegen andere personen is slechts mogelijk met toestemming van
de rechter-commissaris. In de politieregisters moeten gegevens met bronvermelding worden opgeslagen. Zij
kunnen niet als CID-informatie versluierd worden. Gezien de voorgestelde regeling voor het
telecommunicatieonderzoek kan de rechter-commissaris ook bij inzage in computerbestanden beslissen dat
gegevens ten behoeve van andere onderzoeken gebruikt kunnen worden.
Alle telecommunicatieverkeer via de ether dat niet bestemd is voor vrije ontvangst, dus ook scannen, autotelefoons en dergelijke, valt onder de regeling van de telecommunicatietap. Het zogeheten +printen;, het opvragen van telefoon-, fax- en andere telecommunicatienummers, is toegestaan onder dezelfde voorwaarden als de telecommunicatietap, met dien verstande dat de officier van justitie in eerste instantie toestemming geeft voor vier weken. Na vier weken dienen de gegevens vernietigd te worden of dient een rechter-commissaris een vordering tot verlenging van het printen te toetsen.
B. Direct afluisteren
Bij het direct afluisteren als methode dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het direct afluisteren +met goedkeuring van een van de deelnemers aan het gesprek; en direct afluisteren zonder meer. Beide methoden vormen een inbreuk op de privacy van betrokkenen. Ook het heimelijk afluisteren en opnemen van gesprekken +met goedkeuring van een van de deelnemers aan een gesprek; acht de commissie onrechtmatig indien het vertrouwen van betrokkenen wordt geschaad, ook al is deze vorm van afluisteren niet strafbaar. Dit ligt niet anders bij het door de overheid zonder wettelijke basis opnemen van gevoerde telefoongesprekken. Voor direct afluisteren zonder meer wil de commissie het ingediende wetsvoorstel volgen met de volgende toevoegingen. Direct afluisteren is alleen mogelijk in fasen III B en III C. Er moet sprake zijn van een redelijk vermoeden van een gepleegd ernstig misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en dat gezien zijn aard of het georganiseerd verband waarin het is begaan, een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert. Het vermoeden dient te bestaan dat de verdachte aan de afgeluisterde gesprekken deelneemt. Direct afluisteren in een woning is conform het wetsvoorstel slechts mogelijk bij misdrijven waarop een strafmaximum van acht jaar of meer staat.
De commissie meent dat direct afluisteren niet moet worden toegestaan in fase II, omdat het een zwaardere inbreuk is dan het tappen van telecommunicatie en omdat het gepaard kan gaan met het heimelijk betreden van afgesloten ruimten en woningen. Daarvoor acht de commissie het bestaan van een verdenking noodzakelijk. Direct afluisteren op basis van alleen duidelijke aanwijzingen van een gepleegd strafbaar feit (fase III A) is evenmin toegestaan.
De vordering van de officier van justitie tot direct afluisteren dient ter goedkeuring aan het College van procureurs-generaal te worden voorgelegd. De rechter-commissaris dient vervolgens te beoordelen of hij een machtiging tot direct afluisteren afgeeft. De machtiging van de rechter-commissaris geldt voor maximaal vier weken. Verlengingen dienen ter goedkeuring aan zowel het College van procureurs-generaal als aan de rechter-commissaris te worden voorgelegd.
Direct afluisteren +met goedkeuring van een van de deelnemers; is een andere zaak. Deze methode wordt vaak gebruikt bij politikle infiltratie. Deze methode en het door de overheid opnemen van gevoerde telefoongesprekken als methode mogen worden toegepast onder dezelfde voorwaarden als gelden voor het aftappen van telecommunicatie. Deze vorm van direct afluisteren is daarmee wel mogelijk in fase II. Het nu voorkomende direct afluisteren in huizen van bewaring en gevangenissen dient onder het hier beschreven regime gebracht te worden.
C. Observeren en volgen
De methode observatie is in het geheel niet geregeld in de wet. De commissie wil een onderscheid
aanbrengen tussen kortstondige observatie en intensieve observatie, waarbij langer op bepaalde personen
uring van de officier van justitie vereist; duurt zij langer dan een maand, dan is tevens
goedkeuring van de rechter-commissaris vereist.
Voor het gebruik van andere technische hulpmiddelen (in de toekomst ook satellieten) dan verrekijkers en handmatig bediende fototoestellen is altijd toestemming vereist van de officier van justitie. Video-apparatuur kan geplaatst worden indien zich situaties voordoen als omschreven in fasen II en III. De officier van justitie moet daarvoor toestemming verlenen gewerkt wordt. Zij acht de inbreuk op de grondrechten van burgers in beide gevallen van verschillende aard. Korte observatie van zes uur of minder behoeft geen toestemming en kan ook toegepast worden in fase I. Langere observatie van hoogstens een week kan worden toegepast in fasen II en III. Goedkeuring van de hulpofficier van justitie is voldoende. Observatie van langer dan een week is ook mogelijk in fasen II en III. Voor deze methode is goedkevoor maximaal 4 weken. Video-apparatuur mag niet geplaatst worden in woningen dan met toestemming van de daadwerkelijke bewoner. Gericht op een woning is video-apparatuur toegestaan in de proactieve fase II, en in fasen III B en C indien sprake is van een verdenking van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten). Opnames/banden verkregen door technische hulpmiddelen worden vernietigd na iin maand of na bekindiging van een zaak. Ook hier kan de rechter-commissaris toestemming verlenen om deze gegevens in andere zaken te gebruiken c.q. op te slaan in andere registers.
Scan-apparatuur mag gebruikt worden voor observatiedoeleinden in fasen II, III B en C onder dezelfde
voorwaarden als het aftappen van telecommunicatie.
D. Plaatsbepalingsapparatuur
Hierbij gaat het om de zogenaamde peilbakens die aan of in voer- en vaartuigen worden aangebracht. Te denken valt aan plakzenders, geotach en dergelijke. Deze technische middelen mogen niet worden aangebracht op, aan of in personen.
Aan en in voertuigen op de openbare weg is plaatsing toegestaan in de fasen II en III en bij verdenking van misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan. Toestemming van de officier van justitie is vereist voor maximaal 4 weken, waarna de officier van justitie over verlenging dient te beslissen. Het aanbrengen van deze apparatuur door middel van betreden van erven, loodsen en garages zijnde geen woningen is alleen mogelijk bij verdenking van ernstige misdrijven in georganiseerd verband (alleen in fasen III B en C). Deze methode is te beschouwen als inkijkoperatie en wordt daar genormeerd. Voor het aanbrengen van plaatsbepalingsapparatuur op en in vaartuigen en vliegtuigen dienen vergelijkbare regels te gelden.
E. Inkijkoperaties
De commissie is van oordeel dat inkijkoperaties, dat wil zeggen het heimelijk betreden van afgesloten ruimtes, erven en dergelijke met het doel de situatie te gaan bekijken om later in de wet geregelde dwangmiddelen eventueel te gaan toepassen, onvoldoende basis in de huidige wet vinden. Ook de toepassing van artikel 9 Opiumwet als wettelijke basis voor een inkijkoperatie, door de jurisprudentie gebillijkt, acht de commissie niet bevredigend. De wetgever heeft bij het redigeren van dit artikel niet gedacht aan het doel inkijkoperatie. De schouw, die nu geregeld is in artikel 150 Sv, is niet voor inkijken geschreven. De doelstelling van een inkijkoperatie moet worden genormeerd.
De commissie ziet twee mogelijke varianten van de inkijkoperatie.
a. Het heimelijk betreden van afgesloten ruimten zoals loodsen, erven en garages, niet zijnde woonruimten om
plaatsbepalingsapparatuur aan te brengen is mogelijk bij verdenking van ernstige misdrijven, gepleegd in
georganiseerd verband (fasen III B en C). De officier van justitie dient toestemming te geven en de
rechter-commissaris dient, nadat de plaatsbepalingsapparatuur iin maand is ingezet, toestemming te verlenen
voor een nader te bepalen periode.
b. Het heimelijk betreden van afgesloten ruimten zoals loodsen, erven en garages, zijnde niet-woonruimten, ter
opneming van de situatie is mogelijk op grond van een verdenking van misdrijven zoals genoemd in de
Opiumwet en de Wet wapens en munitie. In dit geval zijn toestemming van de officier van justitie en de
machtiging van de rechter-commissaris vereist. Ook dienen inkijkoperaties in de processtukken vermeld te
worden, zoals volgt uit het vereiste van het opmaken van proces-verbaal.
Inkijkoperaties in woningen en vergelijkbare ruimten zijn in elk geval niet toegestaan. Daarvoor gelden de
bepalingen van de Algemene wet binnentreden. Tevens is te overwegen duidelijker in de desbetreffende
bijzondere wetten aan te geven welk doel betredingsbepalingen hebben en of bij de betredingsbepalingen in
bijzondere wetten toestemming van een hogere autoriteit noodzakelijk is.
Voorwaarden observatiemethoden
Fase | Ernst | Autoriteit | Termijn | Aanvullende voorwaarden | |
---|---|---|---|---|---|
Aftappen telecommunicatie | II en III B en C | - voorlopige hechtenis - door aard of georganiseerd verband ernstige inbreuk rechtsorde |
rechter- commissaris |
4 weken | - vermoeden moet bestaan dat persoon op wie onderzoek is gericht aan telecommunicatie deelneemt - gebruik van gegevens in andere zaken of tegen andere personen alleen na toestemming rechter-commissaris |
Printen nummers | II en III C | - voorlopige hechtenis - door aard of georganiseerd verband ernstige inbreuk rechtsorde |
officier van justitie | 4 weken, voor verlenging goedkeuring rechter -commissaris nodig |
|
Direct afluisteren | III B en C | - voorlopige hechtenis - door aard of georganiseerd verband ernstige inbreuk rechtsorde |
rechter- commissaris/ college van procureurs- generaal |
4 weken | het vermoeden dient te bestaan dat de verdachte aan de afgeluisterde gesprekken deelneemt |
Direct afluisteren in woning | III B en C | - voorlopige hechtenis - door aard of georganiseerd verband ernstige inbreuk rechtsorde - misdrijven met strafmaximum van acht jaar en meer |
rechter- commissaris/ college van procureurs- generaal |
4 weken | het vermoeden dient te bestaan dat de verdachte aan de afgeluisterde gesprekken deelneemt |
Direct afluisteren met medeweten van een van de deelnemers | II en III B en C | - voorlopige hechtenis - door aard en georganiseerd verband ernstige inbreuk rechtsorde |
rechter- commissaris |
4 weken | - vermoeden moet bestaan dat persoon op wie onderzoek is gericht aan telecommunicatie deelneemt - gebruik van gegevens in andere zaken of tegen andere personen alleen na toestemming rechter-commissaris |
Korte observatie (korter dan zes uur) | I, II en III | geen aanvullende voorwaarden | politie | maximaal 6 uur | |
Observatie (korter dan een week) | II en III | geen aanvullende voorwaarden | hulpofficier van justitie | maximaal een week | |
Observatie (korter dan een maand) | II en III | geen aanvullende voorwaarden | officier van justitie | 4 weken | |
Observatie (langer dan een maand) | II en III | geen aanvullende voorwaarden | rechter- commissaris |
na 4 weken | |
Video- apparatuur |
II en III | geen aanvullende voorwaarden officier van justitie | 4 weken | video-apparatuur in woningen niet dan na toestemming van de daadwerkelijke bewoner | |
Video- apparatuur op woning |
II en III B en C | voorlopige hechtenis | officier van justitie | 4 weken | |
Scannen | II en III B en C | - voorlopige hechtenis - door aard en georganiseerd verband ernstige inbreuk rechtsorde |
rechter- commissaris |
4 weken | |
Plaatsbepalingsapparatuur aan of in voertuigen op de openbare weg | II en III | voorlopige hechtenis | officier van justitie | 4 weken | deze middelen mogen niet worden aangebracht op, aan of in personen |
Inkijken t.b.v. plakken plaatsbepalings- apparatuur |
III B en C | - voorlopige hechtenis - georganiseerd verband |
officier van justitie | 4 weken | - inkijken alleen in afgesloten ruimten zoals loodsen, erven en garages - in woningen en vergelijkbare ruimten is inkijken niet toegestaan |
Inkijken ter opneming situatie | III B en C | alleen verdenking misdrijven Opiumwet en Wet Wapen en munitie | officier van justitie en rechter- commissaris |
eenmalig | - inkijken alleen in afgesloten ruimten zoals loodsen, erven en garages - in woningen en vergelijkbare ruimten is inkijken niet toegestaan |
vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken