4.6. Tot besluit

Het besluit van deze rondgang door vier voor ons onderzoek zeer relevante economische branches kan betrekkelijk kort zijn. In drie van de vier sectoren vallen er geen sporen van georganiseerde criminaliteit te ontdekken. In n sector daarentegen - die van de horeca en het gokwezen - is volgens de politie en andere overheidsdiensten kennelijk een hele bedenkelijke ontwikkeling aan de gang. Hier zijn enkele criminele groepen, hoogstwaarschijnlijk door middel van geld dat vooral via de drugshandel is verdiend, monopolies aan het opbouwen die de gewone economische orde in een sector als deze in het gedrang brengen. En dit laatste niet alleen langs financile weg - door concurrenten gewoonweg uit de markt te prijzen -, maar ook door de toepassing van intimidatie. Deze ontwikkeling beantwoordt nog wel niet helemaal aan het model van racketeering, zoals we dat in Amerikaanse grootsteden kennen, maar zij is er niet veel minder discutabel om. Niet alleen op grond van principile overwegingen betreffende de relatie tussen vrije economie en democratische rechtsstaat, maar ook op grond van meer beleidsmatige overwegingen. Immers, criminele groepen die belangrijke delen van de horeca in een stad als Amsterdam in handen hebben, beschikken meteen ook over de nodige infrastructuur om allerhande (andere) criminele activiteiten te ontplooien - juist ook die activiteiten waaruit de geldmiddelen zijn voortgevloeid om zich in de horeca in te kopen: drugshandel, uitbuiting van prostitutie, illegale praktijken in verband met speelautomaten, koop en verkoop van gestolen goederen, witwassen van criminele gelden, ontduiking van belastingen en sociale premies, enzovoort. Deze vaststelling impliceert de erkenning dat ook in een stad als Amsterdam de georganiseerde criminaliteit niet als vanzelf beperkt blijft tot de (illegale) levering van (illegale) goederen en diensten, maar ook hier in n (of meer) economische sectoren vormen kan aannemen die gewoonlijk worden geassocieerd met steden waar deze criminaliteit algemeen als een ernstig maatschappelijk probleem wordt gekwalificeerd. Dit is dus niet per definitie uitgesloten. Wie nog meent dat dit wel zo is, strooit zichzelf zand in de ogen. De hiervoor beschreven ontwikkeling in de horeca toont naar onze mening in elk geval aan dat een dergelijk negatief scenario beslist tot de rele mogelijkheden behoort. En dus is het zaak om een ontwikkeling als deze scherp in het oog te houden. Speciaal ook om op langere termijn te kunnen bezien of zij toch ook niet de voorbode vormt van een veel bredere evolutie die de georganiseerde criminaliteit in de stad doormaakt, namelijk een evolutie waarbij vooral de drugshandelaren van vroeger zich (ook) ontpoppen als quasi-legale ondernemers, juist ook buiten de sector van de horeca.

Overigens is het opmerkelijk dat de horeca-ondernemers waarover wij het hier hebben, nagenoeg allemaal Nederlanders zijn. Dit laat zien dat echte georganiseerde criminaliteit heus niet alleen een zaak van allochtone en/of buitenlandse criminele groepen is. Hollandse, Amsterdamse, netwerken kunnen (bepaalde vormen van) zulke criminaliteit in hun eigen omgeving even goed als, zo niet beter dan, vreemde groepen organiseren. Gewoon om de reden dat zij hier thuis zijn, hier de weg kennen, hier hun succes willen demonstreren, enzovoort. Zoals Turkse, Marokkaanse en andere buitenlandse respectievelijk allochtone criminele groepen het vermogen dat zij hier illegaal hebben verworven, om de genoemde redenen meestal ook bij voorkeur investeren in hun land of streek van herkomst.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken