De situatie inzake de aard, ernst en omvang van de georganiseerde criminaliteit kan ook worden beschreven in
termen van wat niet
voorkomt. Noot Zoals gezegd, komen vormen van racketeering in legale branches
vermoedelijk niet voor. Ook de aan georganiseerde misdaad geparenteerde vormen van geweld komen slechts
op beperkte schaal voor. Van het voorkomen van andere activiteiten die kenmerkend zijn voor de
georganiseerde misdaad in andere landen, zoals loan-sharking, illegale loterijen en gokgelegenheden op
grote schaal, is ons weinig ter ore gekomen.
Het is van belang te onderstrepen dat sommige allochtone groepen, die vaak met georganiseerde misdaad in
verband worden gebracht, of allochtone groepen uit de buurlanden nauwelijks in de drie steden opereren.
Een van de opmerkelijke bevindingen is dat er geen Duitse criminele groepen actief zijn. Je zou op zijn minst
in grensgebieden toch wel enige grensoverschrijdende activiteiten van criminele groepen mogen verwachten.
Er zijn echter geen aanwijzingen dat Duitse misdadigers georganiseerd in groepen in de steden werkzaam zijn.
De reden zou kunnen zijn dat het Duitse achterland van Enschede, Arnhem en Nijmegen relatief dun bevolkt is
en dat Duitse criminele groepen voornamelijk hun aandacht richten op het dichtbevolkte Ruhrgebied.
Het Bundeskriminalambt wijst in haar rapportage op de concentratie van de georganiseerde misdaad in het
gebied met de steden Dsseldorf, Dortmund, Keulen waar de meeste kansen liggen om op illegale wijze geld
te verdienen (BKA, 1990). Politiemensen met een lange staat van dienst kunnen zich nog wel herinneren dat
er in de jaren zestig schuchtere pogingen zijn ondernomen door Duitsers om in de steden te penetreren. Na
enige schermutselingen schijnen zij zich snel weer op hun eigen grondgebied te hebben teruggetrokken. Het is
vermoedelijk eerder zo dat Duitsland meer te maken heeft met Nederlandse criminele groepen dan andersom.
Ook van de aanwezigheid van Belgische, Scandinavische, Engelse of Franse criminele groepen zijn nauwelijks
sporen aangetroffen. Er zijn wel drugtransporten naar die landen die door de Enschedese, Nijmeegse en
Arnhemse groepen worden georganiseerd, maar deze handel heeft niet geleid tot het overkomen van criminele
groepen uit die landen naar hier. Ook de Italiaanse mafia is niet aanwezig in deze steden. De expansie van de
Italiaanse mafia in Europa heeft de Italianen vrijwel direct naar Amsterdam geleid zonder eerst in de
grenssteden pogingen te ondernemen om de markt te verkennen. Opmerkelijk is wel dat de koppelbazen uit
Nijmegen nooit te maken hebben met hun Italiaanse collega's in de Duitse bouwnijverheid. Hoewel de
Italiaanse mafia koppelbazerij in Belgi en Frankrijk verricht, blijven deze activiteiten in Nederland en
Duitsland buiten haar werkterrein. Van andere, ons bekende Europese criminele groepen is wel de
aanwezigheid door ons gesignaleerd. Ex-Joegoslaven houden zich bezig met autodiefstallen (Enschede), met
ripdeals (Enschede en Nijmegen) en proberen Oosteuropese vrouwen te plaatsen binnen de lokale prostitutie
van de steden. In Enschede hebben ex-Joegoslaven, in het bijzonder Serven en Kroaten een aantal jaren
geleden geprobeerd de lokale exploitant te intimideren in een poging om de clubs over te nemen. Dat is toen
niet gelukt, maar na de dood van de grootste exploitant vreest de politie dat Joegoslaven nogmaals pogingen
zullen ondernemen. Hun gewelddadige imago bezorgt menigeen in de plaatselijke onderwereld en de politie
grote zorgen.
In Arnhem heeft de politie een, tot dusverre, succesvolle methode gebruikt om dat gevaar te keren. Omdat de politie vermoedt dat Joegoslaven als eerste stap voor een geslaagde penetratie proberen vrouwen (gedwongen) te plaatsen in de prostitutie, wordt elke prostitue uit Oost-Europa bij aanwezigheid direct het land uitgezet. Noot Er zijn hierover afspraken gemaakt met de exploitanten en de politie voert dit beleid stringent uit.
In Nijmegen zijn tot dusverre, op het geval van de Poolse vrouwenhandel na, geen Oosteuropese prostitues werkzaam en van de aanwezigheid van Joegoslaven is daar nog geen spoor aangetroffen. Andere, elders in Nederland wel actieve, buitenlandse groepen zijn niet opgemerkt in de drie steden. Colombianen hebben geen mensen in het oosten gestationeerd. De rol van hen blijft beperkt tot de levering van cocane aan Surinamers en Antillianen en marihuana aan diverse autochtone groepen. De Colombianen blijven op de achtergrond en regelen, zo wordt vermoed, hun zaken vanuit Amsterdam en Den Haag, waar diverse Colombianen woonachtig zijn. De Colombianen hoeven ook geen eigen mensen in het oosten te plaatsen (met alle risico's tot ontdekking die dat met zich meebrengt) omdat de lokale cocanemarkt te klein is. De Arnhemse Turks-Koerdische families ruilen met de Colombianen herone tegen cocane, maar de transacties worden voornamelijk in de Randstad afgewikkeld.
Van Nigerianen en Ghanezen of andere bekende Afrikaanse criminele groepen is geen teken van aanwezigheid aangetroffen. In Nijmegen is wel in zeer korte tijd een concentratie van Somalirs in de binnenstad opgekomen. De opening van een discotheek waar enkele Somalirs verse qat verkopen, heeft geleid tot een toestroom van enkele honderden Somalirs uit heel Nederland die zijn neergestreken in de stad en daar samenkomen. In hoeverre zij zich inlaten met georganiseerde criminele activiteiten is bij de politie onbekend.
De Chinese triades hebben in Nederland al een lange traditie (zie het deelrapport van Bovenkerk en Fijnaut
over de allochtone groepen). Volgens zegslieden houden de lokale Chinezen zich nog altijd bezig met drie
activiteiten: illegaal gokken, afpersing van landgenoten, leningen verstrekken tegen woekerrentes en
mensensmokkel. Over de aard en de omvang tast men in het duister omdat deze groep moeilijk is te
doorgronden en moeilijk op te sporen. Dat er allerlei zaken verkeerd zitten, leidt men af uit een aantal
liquidaties die in het Chinese milieu in het oosten van het land zijn uitgevoerd. De Chinezen spelen in Arnhem
verder geen enkele rol van betekenis. Ook daar zijn hun landgenoten hun slachtoffer. Voor Nijmegen en
Enschede geldt ongeveer hetzelfde. In deze steden heeft de politie weinig kijk op de kleine Chinese
gemeenschap die niet is gentegreerd met de Nederlandse samenleving. Bij diverse opsporingsinstanties heeft
men kennis van het feit dat illegalen werkzaam zijn in de keukens van de restaurants.
Als het grote toekomstige gevaar worden door alle korpsen de Russische mafiagroepen gezien. De dreiging is
voor de politie nog redelijk vaag. Slechts de basispolitiezorg in de wijkbureaus heeft te maken met Russische
en andere Oosteuropese daders. In alle drie korpsen worden steeds vaker inbrekers, fraudeurs, zakkenrollers en
autodieven uit die landen aangehouden. Vroeger, dat wil zeggen voor 1992, kwam dat nooit voor. De
overvallen op landgenoten langs de autosnelweg de A1 (Enschede-Amsterdam) en Russische groepen die zich
inlaten met autodiefstallen in het hele land, wijzen op een grotere betrokkenheid van Russen in het oosten van
Nederland. Verder kopen Russen met contant geld onroerend goed op in de buurt van Nijmegen en Enschede
en kopen zij bij boeren in de omgeving met dollars vee op tegen zeer aantrekkelijke prijzen. Maar al deze
gebeurtenissen wijzen op zich niet op de aanwezigheid van de Russische mafia in het oosten van het land. De
afdeling fenomeenonderzoek van het Kernteam Noord- en Oost-Nederland gaat thans na of, en zo ja in
hoeverre, Russische criminele groepen in Nederland actief zijn, of mogelijk op korte termijn worden. Het BKA te
Wiesbaden meldt in zijn rapporten dat steeds meer criminele groepen uit het voormalige oostblok in Duitsland
worden gesignaleerd. In het oosten van Nederland zullen vermoedelijk de eerste tekenen waargenomen
moeten worden (Bruinsma, 1994), omdat de Russische groepen tot dusverre via asielzoekerscentra aldaar
legaal Nederland proberen binnen te komen.
vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken