Tijdens de openbare verhoren heeft de commissie nog negen gesprekken gevoerd. Vijf van de negen gesprekspartners waren naar aanleiding van de verhoren aan de oorspronkelijke lijst van getuigen toegevoegd. Daarnaast heeft de commissie nog met drie getuigen gesprekken gevoerd, alvorens deze voor de tweede keer in het openbaar te horen.
Een van die gesprekken verdient bijzondere aandacht. Mr J.C.J.G. Barkman-Kuitert, landelijk CRI-officier, had
de commissie te kennen gegeven dat zij wegens persoonlijke omstandigheden niet in het openbaar wilde
worden verhoord. Omdat de commissie er weinig voor voelde een besloten verhoor af te nemen, werd het
volgende overeengekomen. Barkman-Kuitert zou een gesprek met de commissie hebben. Op basis van (het
stenografisch verslag van) dit gesprek zou zij een ambtsedig proces-verbaal opmaken en aan de commissie
doen toekomen. Dit proces-verbaal wordt openbaar gemaakt. Noot
Met elf getuigen heeft de commissie geen gesprek gevoerd. In al deze gevallen achtte de commissie het niet
strikt noodzakelijk ter voorbereiding van het verhoor een gesprek te houden en de betrokken getuigen hadden
daar evenmin behoefte aan. In n geval moest de commissie afzien van zowel een gesprek als een openbaar
verhoor. Het betrof C.H.J. de Jongh, werkzaam bij de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst, die wegens
ziekte niet in staat was voor de commissie te verschijnen. Als alternatief besloot de commissie de heer De
Jongh schriftelijke vragen te stellen. De heer De Jongh is echter niet in staat gebleken deze vragen te
beantwoorden.
Ook A.W.P. Augusteijn, chef van de criminele inlichtingendienst van het kernteam Randstad Noord en Midden,
bleek om gezondheidsredenen niet in staat in het openbaar voor de commissie te verschijnen. Met hem heeft
de commissie wel een gesprek gevoerd. W.J. ten Brinks, CID-rechercheur, kon tevens vanwege
gezondheidsredenen niet voor de commissie verschijnen. Voorts heeft de commissie geprobeerd in contact te
treden met A. Maske, de Duitse informant van de Douanerecherche Haarlem en chauffeur voor het
interregionaal rechercheteam Noord-Holland/Utrecht en verschillende regionale inlichtingendiensten. In een
gesprek met zijn advocaat bleek dat Maske niet bereid was een verklaring voor de commissie af te leggen.
Naast gesprekken heeft de commissie ook ter voorbereiding van verhoren andere activiteiten ontplooid. Zo werd
ter voorbereiding van het verhoren van Blok en mr C.V. van der Voort, officier van justitie te Den Haag, door T.
Driessen, teamleider van het kernteam Haaglanden/Hollands Midden, een presentatie over het COPA
-onderzoek verzorgd.
vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken