III.5. Turkse immigranten en drugshandel

Een mogelijke uitweg uit deze impasse die door velen en vaak ook met succes wordt beproefd, is om voor zichzelf te beginnen, als zelfstandige ondernemer. Turken worden kapper, bakker, ze richten wisselkantoren op, kledingreparatiebedrijven, delicatessenwinkels en administratiekantoren. Een aparte vermelding verdient de Turkse textielbedrijvigheid die voor een belangrijk deel werkt met illegale arbeidskrachten. De politie in Amsterdam en elders heeft recentelijk heel wat van deze ateliers gesloten. Slechte vooruitzichten op de algemene arbeidsmarkt kunnen het etnische bedrijfsleven stimuleren. Er is evenwel nog een andere reactie mogelijk op de plotseling in de jaren zeventig en tachtig verslechterde positie terwijl de groepsdruk om aanzien en rijkdom te verwerven onverminderd blijft bestaan: criminaliteit. Vooral deelname aan de drugshandel biedt perspectieven. Er is voldoende aanbod van drugs in Turkije, de infrastructuur voor vervoer en distributie bestaat en de pakkans is betrekkelijk gering. De morele neutraliserende redenering loopt als volgt. Ofschoon het handelen in drugs volgens de koran eigenlijk niet mag, zien veel Turken zonder economische perspectieven er toch geen bezwaar in omdat het niet henzelf en hun eigen kinderen betreft. Turken, ook in Turkije zelf, handelen in herone en cannabis, maar gebruiken die niet zelf. Dat er in Nederland en andere landen van West-Europa vraag naar verdovende middelen bestaat is een teken van ziekte van die maatschappijen, maar daarvoor kunnen zij geen verantwoordelijkheid op zich nemen. En verder werkt het uit de Amerikaanse sociologische literatuur (Merton, 1957 over anomie) bekende mechanisme dat eenmaal verworven rijkdom macht verschaft en dat als die machtspositie eenmaal is bereikt, naar de herkomst van het geld niet meer wordt genformeerd. Nadat in 1980 de Chinezen door de politiedruk uit de heronemarkt zijn verjaagd en de pogingen van Pakistanen in die richting afgeslagen, zagen de Turkse drugshandelaren kans om in het ontstane gat in de markt te duiken.

Turkse handelaren zijn thans in Nederland onderdeel van een omvangrijke etnische minderheid en die is moeilijker te benaderen dan in het oog lopende vertegenwoordigers van kleinere nationale groepen. De beslotenheid van de (regionale) Turkse gemeenschap vormt een pantser. Geen drugsmarkt is zo exclusief in handen van n etnische groep als de heronemarkt in die van Turken; in 1993 kwam volgens opgave van de CRI 85% van alle in Nederland inbeslaggenomen herone uit Turkije. Daarnaast zijn voornamelijk alleen Chinezen en Colombianen actief. Het moment waarop door werkloosheid getroffen Turkse families overgingen op de handel in drugs werd haarscherp door de politie geregistreerd. Er werden en worden om uiteenlopende redenen nogal veel telefoons afgeluisterd van Turkse koffiehuizen. Enkele maanden nadat een fabriek werd gesloten of nadat de Turkse arbeiders waren ontslagen, kon men in de tapverslagen volgen hoe werkloos geworden arbeiders of armlastig geworden gezinnen de drugshandel in gingen. Hoe ziet het panorama van de Turkse georganiseerde-misdaad-families er in Nederland uit? Het nu volgende is gebaseerd op bestudering van de dossiers van enkele grote zaken in Amsterdam, Rotterdam en Arnhem. Verder
zijn er pogingen gedaan tot inventarisatie: de politie van Rotterdam telde in 1993 op grond van de informatie verstrekt in 16 politieregio's 12 groepen in het land, in 1995 identificeren de analisten van de politile projectgroep Turkse drugshandel in Noord-Nederland ruim 20 van zulke organisaties, maar zij zijn ervan overtuigd dat er nog veel meer Turken-zaken lopen waarover ze geen informatie krijgen. Er zijn in de afgelopen jaren twee studiedagen gehouden door politiemensen die veel ervaring hebben met zulke zaken (in 1992 georganiseerd door de Afdeling Recherche Informatie Zuid-West van de CRI en in 1995 door de genoemde Noordnederlandse projectgroep en het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen te Utrecht samen). Bij sommige van de verzamelde Turken-specialisten bij de Nederlandse politie, en dat zijn er intussen enkele tientallen - onder hen zijn zelfs mensen die Turks hebben geleerd en het land langdurig hebben bezocht -, is een zekere Turken-moeheid te constateren. Jarenlange reeksen van onderzoeken doen steeds weer nieuwe groepen of individuen (achter de tralies) verdwijnen, maar nieuwe duiken weer op of de oude organisatie continueert gewoon haar werkzaamheden. Voorts interviewde de heer F. Akinbingl (werkzaam bij de gemeente Amsterdam en student in de culturele antropologie, die hierover een scriptie schrijft) vijf jonge Turkse drugshandelaren voor ons doel.

Turkse groepen houden zich bezig met uiteenlopende criminele activiteiten. Er zijn organisaties die illegalen of asielzoekers naar Nederland brengen tegen betaling en koppelbazen die hun tewerkstelling regelen in de tuinbouw, de horeca en in naaiateliers. Er zijn door Turken fictieve bv-tjes opgericht via welke men werkgeversverklaringen opstelt waarmee bepaalde uitkeringen en schoolgeld kunnen worden ontvangen. Tegen de tijd dat de belastingdienst het bedrijf wil aanslaan, is het verdwenen om dan onder een andere naam en met een andere zogenaamde eigenaar weer terug te keren. Er zijn wisselkantoren opgericht die een functie vervullen bij het witwassen van illegaal verkregen vermogens. Deze drie vormen van fraude zitten dicht aan tegen wat wij onder georganiseerde misdaad verstaan en het zou zeker aanbeveling verdienen de schaarse gegevens hierover van de politie aan te vullen. Komt het niet zoveel voor of heeft de politie er weinig aandacht voor?

Overwegend is evenwel de Turkse betrokkenheid bij de handel in drugs. Hier heeft zich wellicht hetzelfde mechanisme voorgedaan als in de Nederlandse onderwereld: handelen in drugs was zo gemakkelijk en lucratief dat het andere vormen van professionele misdaad voor een belangrijk deel uit de markt heeft verdreven. Sedert de (Nederlandse) markt met herone is verzadigd en doordat het aantal heroneverslaafden afneemt, breiden Turkse drugshandelaren hun werkterrein thans uit op het gebied van handel in cocane en cannabis. Wat aan alle politieberichten onmiddellijk opvalt is de verspreiding van de Turkse drugshandel over Nederland. Er zijn niet enkel organisaties aangetroffen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, maar ook in Venlo, Arnhem en Groningen en zelfs in stadjes of dorpen op het niveau van Tiel, Zwolle, Almere, Eerbeek en plaatsen in Zeeland. Nederland wordt door een fijnmazig Turks distributienetwerk bediend. Iedere regio heeft zijn eigen Turkse groothandelaar in (hard) drugs.

Het lijkt er veel op alsof de Turkse drugshandelorganisatie in de jaren negentig van karakter verandert. Het prototype van een oude organisatie is getekend door het Zozan-team te Arnhem na jarenlange observatie van een Koerdische groepering. Er leek aanvankelijk sprake te zijn van een omvangrijke piramidale structuur in drie families waarin functies waren georganiseerd binnen cellen die van de werkzaamheden en het bestaan van andere cellen onkundig werden gehouden. Het hoofd van de familie in Turkije hield de touwtjes strak in handen en dirigeerde alle handelingen vanuit zijn operatiebasis. Er was een vervanger van de baas, een witwasafdeling, een afdeling die zich bezig hield met de aankoop van onroerend goed enzovoort. De basis van de piramide werd gevormd door een reeks van wel vijftig families (of misschien is het beter hier van gezinnen te spreken) die in Nederland de distributie op groothandelsniveau voor hun rekening namen. Bij de studie van deze ene organisatie kwamen meer dan duizend mensen, die in allerlei hoedanigheden waren betrokken, in beeld. Dit beeld in het rapport moet volgens Bruinsma en Van de Bunt, die voor hun studie ter plaatse in deze serie een aantal betrokken rechercheurs nader aan de tand voelden, wel worden bijgesteld. De politie had de organisatie hechter en groter voorgesteld dan zij in werkelijkheid was.

De economische basis van de winsten die werden gemaakt is eenvoudig. Voor een kilo herone moet de exporteur in Turkije 14.000 gulden neerleggen en bij grote partijen minder. Als alles goed doorkomt, betaalt de Nederlandse importeur daarvoor 35.000 gulden. Van het nettobedrag gaat nog een heleboel af (transportkosten en dergelijke), maar de winstmarge is bepaald veel groter dan men in het gewone bedrijfsleven zou kunnen behalen.

Thans lijken de peetvaders ertoe te zijn overgegaan hun risico's te verdelen en meer initiatief te laten aan de mensen op de verschillende niveaus van uitvoering zelf. Velen hebben zich uit West-Europa teruggetrokken en komen nog slechts over om een cordinatieprobleem op te lossen of een twist te beslechten. Het is bij de vangst van een heronetransport en een criminele organisatie niet meer zo gemakkelijk als vroeger om vast te stellen onder de patronage van welke mafiafamilie in Turkije dit concrete geval ressorteert. Aanbod om in de sfeer van de drugshandel werkzaam te zijn, is er in overvloed. In de koffiehuizen, de bars en de gokhuizen verkeren voldoende jongens met sombere economische vooruitzichten om genteresseerden onder te kunnen
werven. Tegen de onderzoeker Akinbingl vertelt een lid van zo'n groep: De koffiehuizen zitten vol met dit soort jongeren. Wij hebben geen bijzonder beleid om die jongeren te bereiken. Ze komen naar ons toe. Een ander: Ik kan aan hun ogen zien dat zij een andere leefwijze nastreven. Ze willen op een snelle manier aan geld komen om op kleurrijke Amsterdamse nachten uit te geven. Wie thans wil beginnen moet met enig investeringskapitaal op de proppen komen (soms geleend) en vervolgens verstaat hij zich met een aga in Turkije. Een aantal ondernemers financiert samen een grote partij. De bazen in Turkije (bij grote partijen doen ze samen) kopen de narcotica in en verzorgen het transport. Eenmaal aangekomen in het Westeuropese land van eerste bestemming treedt een distributeur op die thans een onafhankelijker positie bekleedt dan tien jaar geleden. Vandaar gaat het naar degenen die het op een veilige plaats bewaren (zulaci). Groepen in andere landen die meebetaald hebben aan het transport sturen hun eigen afnemers. Tenslotte komt het in handen van koeriers.

De Turkse organisaties weten zich ook beter af te schermen dan in het verleden. Er zijn enkele gevallen van corruptie geweest bij de politie. Het meest flagrante geval is dat van een politieagente geweest die ging trouwen met een aanzienlijke heronebaas. Er zijn verschillende tolken geweest voor de politie die informatie over de door hun vertaalde tapgesprekken hadden doorgebriefd en die daarom ontslagen moesten worden. Er zijn pogingen geweest om bij plaatselijke verkiezingen politieke invloed te verwerven. Een politieteam trof bij een huiszoeking een in het Turks gestelde handleiding aan van methoden van observatie door de Nederlandse politie. Ofschoon Turkse families, zoals gezegd, over het algemeen zeer gesloten zijn, moeten toch twee uitzonderingen worden gememoreerd. De eerste is dat men in toenemende mate liever Hollandse chauffeurs de Balkanroute laat rijden omdat die minder snel worden verdacht. De tweede is dat in het Turkse milieu nogal eens gebruik wordt gemaakt van Hollandse vrouwen om allerlei karweitjes te klaren wanneer de Turkse handelaren dat zelf niet kunnen doen zonder de aandacht te trekken. Het uitgavenpatroon van de jongere generatie van Turkse drugshandelaren is meer op Nederland gericht dan dat van de oudere generatie. Ze rijden rond in ostentatief dure auto's, dragen kostbare horloges en vertonen overigens ook al iets van de uitbundige levensstijl die hun Hollandse lotgenoten aan de dag leggen. Er zijn ook al gevallen waargenomen waarbij in Nederlandse onroerend goed-projecten wordt genvesteerd, ook als de objecten in kwestie geen directe functie vervullen in de drugshandel.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken