Om te illustreren hoe de Turkse peetvaders te werk gaan in Europa willen we uitvoeriger stil staan bij een zaak
die in 1992 heeft gespeeld in Rotterdam. Nergens is het geweldsniveau in de georganiseerde misdaad in
Nederland zo hoog geweest als hier. Terugredenerend in de tijd begon deze zaak rond de familie A bij twee
incidenten in 1991 waarvan de politie toen nog niet kon zien dat naspeuringen naar Rotterdam zouden leiden.
Het regionaal recherche team Groningen stuitte op een Turkse heronegroepering waarvan de leiders steeds
naar Rotterdam reisden. Op een parkeerplaats langs de weg tussen Antwerpen en Brussel werd een Surinaamse
dealer vermoord. Het motief is hier niet duidelijk geworden (betalingsproblemen zoals zo vaak?) maar het
onderzoek leidde naar Rotterdam. De heronemarkt in de Maasstad was voor een deel in handen van de
familie A die haar hoofdkwartier had in enkele coffeeshops en een bar. Ze zijn Koerden en afkomstig uit het
eerder genoemde stadje Lice en van Turks perspectief uit gezien opereerden zij in het gebied dat toen werd
geregeerd door Cantrk te Diyarbakir die kort geleden onder niet opgehelderde omstandigheden van het leven
is beroofd. De familie A had enkele tientallen Turkse en Koerdische verwanten in dienst en wist het gesloten
karakter van de organisatie goed te bewaren. Erg in de gaten liepen ze aanvankelijk niet doordat de
personeelsbezetting af en toe werd ververst zodat de politie geen tijd had om haar nieuwe klanten te leren
kennen. Er werden ook geen investeringen in Nederland gedaan zodat deze organisatie in de legale economie
ook niet werd waargenomen. Alle leden ontvingen een uitkering van de Sociale Dienst en gedroegen zich in
hun dagelijks leven dienovereenkomstig om niet op te vallen. De enige familie die de A's naast zich duldden
was die van B, een aangetrouwde neef ook afkomstig uit Lice. Het was A ter ore gekomen dat B een partij
herone voor zichzelf liet komen en dat hij daarvoor de infrastructuur van A (transport, geldcircuit) gebruikte. Het
definitieve signaal dat B van plan was de plaatselijke hegemonie van de A-familie aan te tasten werd gegeven
in de nacht van 31 december 1991 op 1 januari 1992. De jongere broer A, werd vermoord aangetroffen in de
Schilperoortstraat. De daders hadden geprobeerd het pand in brand te steken om de sporen uit te wissen maar
dat was niet gelukt. Op 4 januari werd een Turk die voor de familie een safe house beheerde, dood
aangetroffen in de Vierambachtstraat. Hem waren vier kogels door het hoofd gejaagd. Degenen die hier,
vermoedelijk in opdracht van B, voor verantwoordelijk waren gebruikten er een Nederlander bij die door zijn
aanwezigheid medeplichtig werd gemaakt aan de moord. Hij kon nu niet meer terug en zou later gedwongen
worden om mensen met messteken af te maken. Hetzelfde groepje sloeg toe in de Portugese Straat naar
aanleiding van een conflict dat vermoedelijk was begonnen als een rip deal. De drie aanwezigen werd de hals
afgesneden. De gealarmeerde A's zonden uit Turkije twee zonen naar Rotterdam om uit te zoeken wat hier aan
de hand was. Enkele dagen nadat zij naar Turkije waren teruggekeerd op 5 maart 1992 trof een veldwachter
langs de boorden van het Brielsemeer drie in stukken gesneden en door brand verkoolde lijken aan. Het spoor
leidde de tactische recherche al gauw naar de bar/restaurant die het hoofdkwartier was van de familie A. In de
kelder bleken degenen die men hield voor de daders van de eerdere moorden met een salvo van
pistoolschoten afgemaakt. Niemand had iets gehoord en niemand had gezien hoe de lijken (op weg naar
Brielle) waren afgevoerd. Waren hiermee de eerdere moorden gewroken? Hetzelfde hit-team dat de politie
verantwoordelijk hield voor de verkoolde lijken, werd er ook van verdacht in het voorjaar in Amsterdam drie
Turken in het milieu uit de weg te hebben geruimd. De totaalscore aan moorden in deze zaak bedroeg elf stuks
binnen een tijdsbestek van een half jaar. Dit is in Nederland zonder precedent. Ofschoon de politie het op
zichzelf niet zo moeilijk vond om deze mensen te volgen - via de telefoontap ontdekte zij talrijke
drugstransporten slaagde ze er toch niet in om voldoende bewijs te verzamelen tegen het moorddadige trio dat
nog in leven was. Een van hen die doorgaat voor de leider is illegaal in Nederland geweest en heeft politiek
asiel aangevraagd. Thans is hij in Belgi aangehouden. Een belangrijke reden waarom politie en justitie zo
weinig kunnen beginnen, is dat de Turkse verdachten die wel worden opgepakt hun mond stijf dicht houden.
Geconfronteerd met de opnamen van hun eigen telefoongesprekken, luidt hun commentaar onveranderlijk:
Dit telefoongesprek kan ik mij niet herinneren.
vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken