7.2. Infiltratie en afpersing van vakbonden

In Nederland hebben de vakbonden een belangrijke en legitieme positie in de samenleving verworven als belangenbehartiger van de werknemers. Deze positie is voornamelijk verkregen door een jarenlange coperatieve opstelling ten opzichte van de overheid en de werkgevers in Nederland, zonder overigens de eigen verantwoordelijkheid en de eigen belangen uit het oog te verliezen. De vakbonden, ook die in de bouwnijverheid actief zijn, hebben geen gewelddadige historie achter zich. Er bestaat een hoge organisatiegraad van de beide bouwbonden van het FNV en het CNV. Meer dan de helft van alle bouwvakkers in Nederland is lid van een van de bonden.

De bouwvakkers zijn, in tegenstelling tot hun Amerikaanse collega's, niet afhankelijk van de vakbond om een baan te krijgen. Ook verzorgen de vakbonden in Nederland de opleiding van vakmensen niet. Hierdoor hebben de bonden geen monopoliepositie als leverancier van arbeiders met vakkennis. Voorts zijn twee andere eigenschappen van Amerikaanse vakbonden in Nederland niet aangetroffen: de vakbonden zijn hier niet georganiseerd naar het type werk, dus niet gefragmenteerd, en vakbonden zijn in tegenstelling tot de bonden in de de VS aan een sterke, interne democratische controle onderworpen.

Er zijn geen feiten bekend geworden die wijzen op het bedreigen van vakbondsbestuurders of kaderleden in Nederland door criminele groepen. Ontvoeringen, liquidaties, bomaanslagen en afpersingen zijn verschijnselen waarvan de Nederlandse vakbonden de laatste vijf jaar nimmer slachtoffer zijn geworden. Vakbonden stellen misstanden in de bouwnijverheid aan de kaak en hebben daardoor in Nederland een signalerende waarde voor de bouwnijverheid. Zij hebben geen financile belangen in de bouwnijverheid.
Vakbondsbestuurders kunnen corrupt zijn, maar dat is in Nederland uiterst onwaarschijnlijk, zo zeggen alle genterviewden.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken